ECLI:NL:GHSHE:2015:5214
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van artikel 288 lid 1 Fw
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Limburg om de appellant toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De appellant, die onder behandeling staat voor psychische problemen, had verzocht om toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen op basis van artikel 288 lid 1 aanhef en sub c van de Faillissementswet. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat de appellant de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zou nakomen en zich zou inspannen om baten voor de boedel te verwerven.
In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat zijn behandeling bij PsyQ bijna is afgerond en dat hij in een re-integratieproces zit. Hij heeft een verklaring van zijn behandelaar overgelegd, maar het hof oordeelt dat deze verklaring te summier is om aan te tonen dat de appellant te goeder trouw is geweest ten aanzien van zijn schulden. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant een belastingschuld heeft die niet te goeder trouw is ontstaan, en dat hij niet in staat is gebleken om de aard en ontstaansgeschiedenis van andere schulden nader te duiden.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de appellant ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift te goeder trouw is geweest. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank, onder verbetering van de gronden.