Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam van de verdachte] ,
“de persoon”die hem had gestoken. Na verloop van tijd sprak hij in de vrouwelijke vorm over deze persoon en uiteindelijk zei hij:
“Ja, dan zal ik het ook maar zeggen dat het [verdachte] was, de moeder van [B] .”[verdachte] heet voluit [volledige naam van de verdachte] (het hof: de verdachte) en was de ex-vriendin van [A] ; [B] is hun zoontje. [3]
“de tafel de lucht in probeerde te gooien”(pagina 201 van het politiedossier), terwijl op een foto in het dossier is te zien dat na het voorval alle blikken bier rechtop op die tafel stonden. Nadat zij daarmee is geconfronteerd, heeft zij haar verklaring enigszins afgezwakt:
“Ik zeg gewoon dat hij aanstalten maakte om de tafel op te tillen.”(verklaring ter terechtzitting van de rechtbank van 16 maart 2015) en
“Hij heeft die tafel uiteindelijk niet opgetild; hij heeft daarmee gedreigd.”(verklaring ter terechtzitting van het hof van 19 november 2015). Dit één en ander wekt bij het hof bevreemding. Daar komt bij dat de verdachte over het moment waarop zij het mes ter hand heeft genomen, wisselend heeft verklaard. Zo heeft zij ter terechtzitting van de rechtbank verklaard dat zij het mes uit haar jas trok toen hij de tafel dreigde om te gooien, terwijl zij ter terechtzitting van het hof heeft verklaard dat zij het mes pakte toen hij op haar afkwam.
“poging tot doodslag”gekwalificeerd.
“Ons kind lijdt er zoveel van en ik kan niet langer aanzien dat ons manneke zoveel verdriet heeft.”Dat belang wordt onderstreept door de maatschappelijk werkster.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
de teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee zwartkleurige messen (respectievelijk geregistreerd onder goednummer 727775 en 727780);
€ 1.267,53 (éénduizend tweehonderdzevenenzestig euro en drieënvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2014 tot en met de dag der voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 570,00 (vijfhonderdzeventig euro)af;
€ 1.267,53 (éénduizend tweehonderdzevenenzestig euro en drieënvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2014 tot en met de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;