Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het eenhoofdig gezag over hun dochter aan de moeder is toegewezen. De vader, die het niet eens is met deze beslissing, heeft verzocht om de beschikking te vernietigen en het gezamenlijk gezag te handhaven. De moeder heeft in haar verweerschrift aangegeven dat de communicatie met de vader problematisch is en dat dit het welzijn van hun dochter in gevaar brengt. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader enige tijd onvindbaar was en dat er geen contact tussen hem en de dochter heeft plaatsgevonden. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende communicatie is tussen de ouders, wat het gezamenlijk gezag bemoeilijkt. De vader heeft aangevoerd dat hij in staat is om samen met de moeder het gezag uit te oefenen, maar het hof oordeelt dat de situatie niet verbetert en dat het in het belang van de dochter is dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vader af.