Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak- en rolnummer C/03/206979/KG ZA 15-283)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met vijf grieven;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [appellante] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
3.De beoordeling
Hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt in de plaats van de schadevergoeding op grond van de wet.De wettelijke (handels)rente behelst een schadevergoeding op grond van de wet. Er kan dus niet én een boete én de wettelijke rente over hetzelfde bedrag verschuldigd zijn. Nu de beslissing ten aanzien van de wettelijke handelsrente in hoger beroep niet is bestreden en derhalve kracht van gewijsde heeft gekregen, is de boete niet meer toewijsbaar (zie ook HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6638, en de het onderliggende arrest van het hof ’s‑Gravenhage, die betrekking hebben op dezelfde contractuele bepaling).