ECLI:NL:GHSHE:2015:473

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 februari 2015
Publicatiedatum
16 februari 2015
Zaaknummer
F 200.154.099_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake voogdij over minderjarigen na overlijden ouders

In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de voogdij over drie minderjarigen, geboren uit de relatie van de zoon van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 12 mei 2014 een beschikking gegeven waarin de appellante werd benoemd tot voogdes over de kinderen. De appellante, die zich niet kon verenigen met deze beslissing, heeft op 8 augustus 2014 hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 januari 2015 was de appellante aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, mr. M.M. van der Marel. De stichting Nidos, die ook betrokken was bij de voogdij, was vertegenwoordigd door een medewerker. De Raad voor de Kinderbescherming was niet ter zitting verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen. De stichting had eerder verzocht om een (tijdelijke) voogdij over de kinderen, maar de rechtbank had de appellante benoemd. Tijdens de zitting trok de advocaat van de appellante het hoger beroep in, waardoor het hof besloot het verzoek in hoger beroep af te wijzen. De uitspraak werd gedaan door de rechters M.C. Bijleveld-van der Slikke, J.H.J.M. Mertens-Steeghs en C.L.M. Smeets op 12 februari 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 12 februari 2015
Zaaknummer: F 200.154.099/01
Zaaknummers eerste aanleg: C/02/275748 FA RK 14-192
C/02/275757 FA RK 14-199
C/02/275761 FA RK 14-201
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. M.M. van der Marel,
tegen
Stichting Nidos,
gevestigd te Utrecht,
verweerster,
hierna te noemen: de stichting
.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 12 mei 2014.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 8 augustus 2014, heeft [appellante] verzocht voormelde beschikking te vernietigen en verzocht het verzoek van de stichting af te wijzen en tot voogd te benoemen [appellante] en de stichting, dan wel de stichting tot voogd te benoemen over de hierna nader te noemen minderjarigen.
2.2.
Van de zijde van de stichting is geen verweerschrift ingekomen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 januari 2015. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- [appellante], bijgestaan door mr. Van der Marel;
- de stichting, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger stichting].
Tijdens de mondelinge behandeling is voor [appellante] als (niet-beëdigde) tolk opgetreden haar zoon, de heer [zoon 1].
2.4.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad) is
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
2.5.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- de brief van de raad d.d. 19 augustus 2014, waarin de raad het hof heeft meegedeeld dat de raad geen rapportages en adviezen heeft met betrekking tot de onderhavige kwestie(s).

3.De beoordeling

3.1.
Uit de relatie/het huwelijk van de zoon van [appellante], [zoon 2], met [echtgenote van zoon 2] zijn geboren:
- [kind 1] (hierna: [kind 1]), op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats], Somalië;
- [kind 2] (hierna: [kind 2]), op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats], Somalië;
- [kind 3] (hierna: [kind 3]), op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats], Somalië.
[zoon 2] en [echtgenote van zoon 2] zijn beiden overleden.
3.2.
Bij verzoekschrift van 10 januari 2014 heeft de stichting de rechtbank verzocht om een (tijdelijke) voogd over [kind 1], [kind 2] en [kind 3] te benoemen. De stichting heeft daarbij aangegeven dat zij bereid is deze (tijdelijke) voogdij uit te oefenen.
3.3.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank [appellante] benoemd tot voogdes over [kind 1], [kind 2] en [kind 3].
3.4.
[appellante] kon zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.5.
Ter zitting van het hof heeft de advocaat van [appellante] het hoger beroep ingetrokken.
3.6.
Nu de grieven niet langer worden gehandhaafd, zal het hof het verzoek van [appellante] in hoger beroep afwijzen.

4.De beslissing

Het hof:
wijst af het verzoek in hoger beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.C. Bijleveld-van der Slikke, J.H.J.M. Mertens-Steeghs en C.L.M. Smeets en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2015.