Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam van de verdachte] ,
“De man (het hof: de verdachte) kwam erg verward over. Ik bedoel daarmee dat de man onberekenbaar overkwam.” [8]
“Weet je wat ik wil, ik wil dat je me kapotschiet”(pag. 36 van het politiedossier), terwijl [B] woorden van gelijke strekking heeft gehoord:
“Ik wil dat jullie me gewoon kapot schieten”(pag. 50 van het politiedossier). [B] heeft voorts verklaard dat de verdachte na zijn aanhouding nog het volgende heeft geroepen:
“Ik zei toch dat je me kapot moest schieten.”(pag. 51 van het politiedossier). Dat komt terug in de bevindingen van [C] en [D] . Zij hebben gerelateerd dat de verdachte, terwijl hij werd overmeesterd, heeft geroepen:
“Schiet me maar dood, ik wil dood, had me maar doodgeschoten.”Tegenover hen heeft de verdachte onderweg naar het politiebureau ook gezegd dat hij dood wilde, dat hij niets meer had om voor te leven en dat hij tegen hun collega had gezegd dat hij hem dood moest schieten (pagina 53 van het politiedossier).
“Het slagsas in de percussiekapjes was (…) zwaar aangetast (…). Hierdoor was de werkzaamheid van de percussiekapjes sterk verminderd. Of ze nog af hadden kunnen gaan door een slag van een haan van een percussiepistool wordt door mij betwijfeld. Uitgesloten [worden] kan het echter niet, omdat het slagsas niet geheel inert bleek.”
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht” gekwalificeerd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2013 tot en met de dag der voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2013 tot en met de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 300,00 (driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2013 tot en met de dag der voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 300,00 (driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2013 tot en met de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;