ECLI:NL:GHSHE:2015:436
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- M.G.W.M. Stienissen
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van partnerbijdrage bij samenwoners zonder wettelijke of contractuele basis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van een vrouw tot vaststelling van een partnerbijdrage. De vrouw, appellante, had eerder bij de rechtbank Roermond verzocht om een partnerbijdrage na het beëindigen van haar relatie met de man, geïntimeerde. De rechtbank had haar verzoek afgewezen, en de vrouw ging in hoger beroep. Het hof heeft de procedure beoordeeld aan de hand van eerdere vonnissen en de stukken van de eerste aanleg.
De vrouw had in haar grieven aangevoerd dat de man, ondanks het ontbreken van een wettelijke onderhoudsverplichting, toch een bijdrage aan haar levensonderhoud zou moeten leveren. Het hof oordeelde echter dat er geen wettelijke grondslag voor partneralimentatie bestond, aangezien partijen nooit gehuwd of geregistreerd partner waren. De enige mogelijkheid voor een onderhoudsverplichting zou een contractuele basis kunnen zijn, maar het hof concludeerde dat een dergelijke overeenkomst niet tot stand was gekomen. De verklaring van de man om zorg te dragen voor de vrouw en hun kind na de relatie was onvoldoende om een afdwingbare onderhoudsverplichting te rechtvaardigen.
Het hof bekrachtigde het eindvonnis van de rechtbank en verklaarde de vrouw niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het tussenvonnis. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke wettelijke of contractuele basis voor partnerbijdragen in situaties van samenwoning.