In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie die de man moet betalen voor zijn kinderen, na een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De man, die in de schuldsanering (Wsnp) zit, heeft verzocht de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. De vrouw heeft op haar beurt verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen en een onderhoudsbijdrage voor de kinderen vast te stellen. Tijdens de mondelinge behandeling is de man niet verschenen, maar zijn advocaat heeft de grieven toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de man geen draagkracht heeft om alimentatie te betalen, zoals blijkt uit de brief van de rechtbank over de Wsnp. Het hof heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op € 25,- per kind per maand, met ingang van de datum waarop de Wsnp wordt beëindigd. De bijdrage voor de jongmeerderjarige is vanaf haar meerderjarigheid een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe alimentatieverplichtingen zijn vastgesteld.