3.2.Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
3.2.1.[Projecten] is een (lokale) vastgoedonderneming in het zuiden van het land en onderdeel van de groep [Projecten] vennootschappen.
3.2.2.[Vastgoed] is een sectoraal (niet-beursgenoteerd) vastgoedfonds, dat met vermogen van haar aandeelhouders (pensioenfondsen) belegd in vastgoed (woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten).
3.2.3.Op 27 januari 2005 heeft [Projecten] aan [Vastgoed] een perceel grond met daarop een distributiecentrum, bestaande uit 18.375 m2 bedrijfsruimte en 1.415 m2 kantoorruimte (hierna ook: het pand), gelegen te [plaats] aan [het adres] , verkocht voor de koopsom van € 14.386.875,00 (exclusief BTW).
3.2.4.Het distributiecentrum was op dat moment op grond van een huurovereenkomst d.d. mei 2004 voor een periode vijf jaar, te beginnen op 1 augustus 2004, verhuurd aan [Logistics] Logistics B.V. (hierna: [Logistics] ) voor een huurprijs van € 1.210.080,00 per jaar (exclusief BTW). Artikel 3.2 van de huurovereenkomst bepaalt de huur na verloop van vijf jaar automatisch verlengd voor een nieuwe periode van vijf jaar, behoudens opzegging door een van partijen op de wijze als voorzien in artikel 3.3.
3.2.4.De schriftelijke koopovereenkomst - door [Projecten] ook afsprakenbrief genoemd - is opgesteld door [Vastgoed] . Daarin is een depotregeling opgenomen en deze luidt als volgt:
“- € 786,300 (7,5 maanden huur) van de bovenvermelde koopsom wordt in depot gehouden bij de notaris. Het depot wordt uitbetaald aan koper indien de huurovereenkomst door huurder voor- danwel per 1 augustus 2009 niet ongewijzigd wordt voortgezet. Zodra onherroepelijk vaststaat dat de huurovereenkomst per 1 augustus 2009 wel ongewijzigd wordt voortgezet zal het depot vrijvallen aan verkoper. Mocht echter (bijvoorbeeld door faillissement) de huurovereenkomst tijdens de eerste huurperiode alsnog niet worden voortgezet zal het depot door verkoper worden teruggestort en zullen alle in dit schrijven gemaakte afspraken opnieuw van kracht worden. De [directeur van Projecten] staat persoonlijk garant voor de nakoming van de in dit artikel genoemde verplichting.
- Indien huurder de huurovereenkomst opzegt voor 1 november 2008 zullen partijen gedurende de 9 maanden van de opzegtermijn (dus tot 31 juli 2009) gezamenlijk trachten een nieuwe huurovereenkomst af te sluiten voor het object.
- Indien partijen erin slagen het object aansluitend (dus per 1 augustus 2009) opnieuw voor minimaal 5 jaar te verhuren onder gelijke condities en met een vergelijkbare huurder, welke dient te voldoen aan de bij [Vastgoed] Vastgoed gebruikelijke huurderscriteria, zal het depot alsnog direct aan verkoper worden uitgekeerd onder aftrek van evt gemaakte kosten, zoals makelaarscourtage, huurder incentives, etc. Indien een hogere huurprijs wordt bedongen zal koper 16% courtage over de meerhuur aan verkopen vergoeden. Indien een lagere huurprijs wordt bedongen zal verkoper de contante waarde van de minderhuur gedurende 5 jaar aan koper vergoeden met een maximum van het in depot gehouden bedrag. De contante waarde wordt berekend met een rente percentage van 8,3% (BAR) rekening houdend met een geïndexeerde huur met een gemiddelde index van 2% per jaar (betaling per maand vooruit).
- Indien partijen erin slagen het complex aansluitend (dus per 1 augustus 2009) opnieuw te verhuren voor 3+2 jaar (enkel onder gelijke overige condities als de huidige huurovereenkomst en met een vergelijkbare huurder welke dient te voldoen aan de bij [Vastgoed] Vastgoed gebruikelijke huurderscriteria) zal een bedrag van € 302.520 uit het depot worden uitbetaald aan verkoper. Het restant van € 453.780 zal in depot blijven. Het restant depot wordt vervolgens uitbetaald aan koper indien de huurovereenkomst door huurder voor- danwel per 1 augustus 2012 niet ongewijzigd wordt voortgezet. Indien de huurovereenkomst per 1 augustus 2012 wel ongewijzigd wordt voortgezet zal het depot vrijvallen aan verkoper.
- De rente op het depot tegoed zal aan het depot worden toegevoegd. Enkel bij de uitbetaling van het restantdepot zal de rente toekomen aan diegene die recht heeft op de uitbetaling van de hoofdsom.
- Indien verkoper na 1 augustus 2009 (dus in geval van geen aansluitende verhuur en het depot aan koper is uitgekeerd) een huurder aandraagt waarmee Koper een huurovereenkomst afsluit is Koper aan Verkoper 16% courtage verschuldigd.”
3.2.5.Bij brief van 30 oktober 2008 heeft [Logistics] de huurovereenkomst, met inachtneming van een opzegtermijn van negen maanden conform artikel 3.3 van de huurovereenkomst, per 31 juli 2009 beëindigd. Tevens bevat deze brief een uitnodiging om over de condities van een eventuele verlenging van de huurovereenkomst van gedachten te wisselen. Deze gedachtewisseling tussen [Vastgoed] en [Logistics] heeft in mei 2009 geresulteerd in een verlenging van de huurovereenkomst voor de periode van één jaar, derhalve tot en met 31 juli 2010. Deze verlenging is vastgelegd in een schriftelijk stuk, ‘Allonge 1’, dat door beide partijen is ondertekend.
3.2.6.Bij brief van 23 oktober 2009 heeft [Logistics] de – met één jaar verlengde - huurovereenkomst, wederom met inachtneming van een opzegtermijn van 9 maanden, opgezegd per 31 juli 2010. Ook deze brief bevat een uitnodiging om een nieuw voorstel uit te werken over de condities van een eventuele verlenging.
3.2.7.Bij e-mail van 10 december 2009 heeft de [medewerker van Vastgoed] (hierna: [medewerker van Vastgoed] ) van [Vastgoed] aan [Projecten] het volgende bericht:
“Naar aanleiding van het telefonisch overleg van dinsdag 8 december jl. treft u bijgaand aan de 2e allonge behorende bij de huurovereenkomst van [Logistics] Logistics BV, huurder van [het adres] te [plaats] . (…)
Conform afspraak ontvangt u € 500.000,- uit het depot, indien de 2e allonge uiterlijk donderdag 24 december 2009 rechtsgeldig door [Logistics] is ondertekend en door [Vastgoed] Vastgoed is ontvangen. Het restant van het depot vervalt aan [Vastgoed] Vastgoed NV.”
In deze 2e allonge staat onder meer dat de huurovereenkomst per 1 augustus 2010 wordt voorgezet voor een aansluitende periode van 5 jaar, dat de overeenkomst daarna wordt voorgezet voor aansluitende perioden van telkens 3 jaar en dat per 1 augustus 2010 de huurprijs € 1.111.150,- per jaar bedraagt (exclusief BTW).
Bij e-mails van 27 april 2010 en 27 augustus 2010 heeft [medewerker van Vastgoed] aan [Projecten] bericht dat ingeval [Logistics] vóór 1 mei 2009 respectievelijk vóór 3 september 2009 de 2e allonge ondertekend aan [Vastgoed] heeft geretourneerd [Projecten] € 500.000,00 uit het depot ontvangt.
De 2e allonge is niet door [Logistics] ondertekend. [Logistics] is wel in het pand blijven zitten.
3.2.8.Op 23/28 juni 2011 zijn [Vastgoed] en [Logistics] alsnog tot een schriftelijke verlenging van de huurovereenkomst gekomen, in die zin dat de huurovereenkomst per 1 augustus 2011 is verlengd met een periode van drie jaar en dus tot 1 augustus 2014. De huurprijs bedraagt volgens deze overeenkomst € 982.525,00 (excl. BTW) per jaar. Daarnaast is in deze huurovereenkomst een aantal zogenaamde incentives opgenomen, waaronder een eenmalige vergoeding van € 100.00,00 ten gunste van [Logistics] , te ontvangen door [Logistics] op 1 augustus 2011 (artikel 4.1 t/m 3 van de huurovereenkomst).
3.2.9.Bij e-mailbericht van 28 juli 2011 – met als onderwerp: afwikkeling depot – heeft de [medewerker van Vastgoed] (hierna: [medewerker van Vastgoed] ) van [Vastgoed] aan [Projecten] het volgende geschreven:
“De contractueel overeengekomen afspraak is dat, indien de overeenkomst niet voor dan wel per 1 augustus 2009 ongewijzigd (i.e. voor een periode van wederom 5 jaar op hetzelfde huurniveau) wordt voortgezet, het depot vrijvalt aan koper.
Zoals aan verkoper [Projecten] Projecten genoegzaam bekend, heeft [Logistics] bij brief van 30 oktober 2008 de huurovereenkomst schriftelijk opgezegd en is de huurovereenkomst derhalve daarom reeds niet ongewijzigd voortgezet. Ook aan de andere in het schrijven van 27 januari 2005 noch aan de andere aan [Projecten] Projecten BV geboden mogelijkheden om alsnog te bereiken dat [Logistics] BV nadien op dezelfde voorwaarden de huurovereenkomst zou verlengen, is niet voldaan. [Vastgoed] Vastgoed is derhalve volledig gerechtigd tot uitbetaling van het depot aan haar.”
Daarna zijn nog diverse e-mails tussen partijen gewisseld, waarbij [Vastgoed] steeds aanspraak heeft gemaakt op het volledige depotbedrag, maar [Projecten] heeft geweigerd daaraan medewerking te verlenen.
3.2.10.De advocaat van [Vastgoed] heeft bij brief van 2 april 2013 [Projecten] gesommeerd te bevestigen dat vóór 12 april 2013 de notaris het volledige depotbedrag, vermeerderd met rente, aan [Vastgoed] kan uitkeren en dat indien een bevestiging uitblijft [Vastgoed] rechtsmaatregelen zal treffen. [Projecten] heeft aan deze sommatie geen gevolg gegeven.
3.3.1.Daarop heeft [Vastgoed] bij inleidende dagvaarding van 28 mei 2013 [Projecten] in rechte betrokken en gevorderd (in conventie):
a. voor recht te verklaren dat [Vastgoed] het volledige depotbedrag toekomt, inclusief de verschuldigde rente, en mitsdien [Projecten] te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [Vastgoed] de notaris zal instrueren het depotbedrag vermeerderd met rente aan [Vastgoed] uit te betalen;
b. [Projecten] te verwijzen in de kosten van de procedure inclusief de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de nakosten en met wettelijke rente.
3.2.3.[Projecten] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en - voor het geval de rechtbank de zienswijze van [Vastgoed] zal verwerpen - in reconventie, kort gezegd, gevorderd:
a. voor recht te verklaren dat [Projecten] de enige rechthebbende is op het depotbedrag;
b. [Vastgoed] te veroordelen tot verlening van medewerking aan vrijgave van het depotbedrag (met rente) aan [Projecten] op straffe van een dwangsom, dan wel machtiging van [Projecten] op grond van artikel 3:299 BW om zelf de notaris te verzoeken tot uitbetaling van het depotbedrag;
c. veroordeling van [Vastgoed] in de proceskosten, inclusief nakosten en met wettelijke rente.