6.1.In rechtsoverweging 2. heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief I wordt de vaststelling van de rechtbank dat het bouwdepot is verstrekt in de vorm een rekening-courantkrediet bestreden; volgens [appellant] maakte het bouwdepot van € 200.000,- deel uit van de geldlening van € 1.250.000,-. De grief slaagt.
Het hof zal een nieuw overzicht geven van de feiten waarvan in dit hoger beroep wordt uitgegaan.
a. Bij brief van 19 februari 2007 heeft SNS [appellant] een kredietfaciliteit aangeboden voor een bedrag van € 1.293.000,- ter financiering van de aankoop en verbouwing van een appartementencomplex te [plaats] . [appellant] heeft het aanbod van SNS aanvaard door ondertekening van die brief op 28 februari 2007 (prod. 1 inleidende dagvaarding). Op de kredietovereenkomst (hierna ook: de kredietovereenkomst van 19 februari 2007) zijn de Algemene Bankvoorwaarden, de Algemene voorwaarden van kredietverlening SNS – Zakelijk en de Algemene voorwaarden van Hypotheekverlening SNS – Zakelijk van toepassing verklaard.
Ter uitvoering van de kredietovereenkomst heeft SNS [appellant] een krediet in rekening-courant van € 43.000,- en een geldlening van € 1.250.000,- verstrekt. SNS heeft de geldlening geadministreerd onder leningnummer [leningnummer] . Tot zekerheid voor de terugbetaling van de verstrekte kredietfaciliteit heeft [appellant] ten gunste van SNS (onder meer) een eerste hypotheekrecht op zijn onroerende zaken in [plaats] en [plaats] gevestigd.
In de kredietovereenkomst is, voor zover van belang, bepaald:
“De 20-jarige lening, groot € 1.250.000,=
(..)
Opname
€ 1.050.000,= Ineens (..) Het restant van de lening zal gestort worden in een bouwdepot. (..) Betalingen uit het bouwdepot vinden uitsluitend plaats na overlegging van ons conveniërende bouwnota’s, waarbij het gehele bedrag uiterlijk dient te zijn opgenomen op 1 oktober 2007. Het op genoemde datum niet opgenomen bedrag zal als vervroegde aflossing in mindering worden gebracht op de hoofdsom van de lening. (..)
Per verkochte wooneenheid van [het adres] te [plaats] zal minimaal 80% van de verkoopopbrengst afgelost worden op de kredietfaciliteit. Uitgangspunt is dat minimaal € 75.000,= per jaar wordt afgelost, voor het eerst op 1 december 2009.”
SNS Property Finance (hierna: SNSPF) heeft [appellant] bij brief van 27 februari 2008 (prod. 14 akte SNS) bericht dat de hypothecaire geldlening met nummer [leningnummer] per 1 april 2008 voor een periode van 12 maanden zal worden gecontinueerd. Op de geldleningsovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden voor Geldlening en Zekerheidstelling van SNSPF (hierna: Algemene voorwaarden SNSPF) van toepassing verklaard. In de brief is voorts vermeld dat de overige bepalingen uit de oorspronkelijke offerte onverkort van kracht blijven. Een soortgelijke brief heeft SNSPF op 26 februari 2009 (prod. 15 akte SNS) aan [appellant] toegestuurd ter zake de continuering van de betreffende lening per 1 april 2009.
SNSPF heeft [appellant] bij brief van 19 november 2009 (prod. 16 akte SNS) een aanbod gedaan om de hypothecaire geldlening met nummer [leningnummer] per 1 december 2009 onder voorwaarden en onder toepasselijkheid van de Algemene voorwaarden SNSPF (prod. 23 memorie van antwoord) over te sluiten. [appellant] heeft die brief op 9 februari 2010 voor akkoord ondertekend en aan SNSPF teruggestuurd. In de offerte is onder meer vermeld dat jaarlijks, tot en met 1 juli 2010 € 30.265,- per jaar (€ 2.552,- per maand) moet worden afgelost en dat vanaf 1 juli 2010 de verplichte aflossing opnieuw wordt bezien. Bij brief van 2 maart 2010 (prod. 16 akte SNS) heeft SNSPF de ontvangst van de voor akkoord ondertekende brief aan [appellant] bevestigd en meegedeeld dat de wijzigingen ingaan per 1 maart 2010 tot en met 1 december 2010. In de brief is voorts vermeld dat de verplichte aflossing per 1 maart 2010 tot en met 1 december 2010 wordt gewijzigd naar € 2.552,- per maand achteraf te voldoen en dat vanaf 1 december 2010 de verplichte aflossing opnieuw wordt bezien.
Bij brief van 27 oktober 2010 (prod. 3 inleidende dagvaarding) heeft SNSPF, namens SNS, de kredietovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd en [appellant] verzocht het openstaande saldo van geldlening en het rekening-courantkrediet per 1 december 2010 te voldoen. Bij brief van 6 december 2012 (prod. 7 inleidende dagvaarding) heeft SNSPF, namens SNS, de geldlening en het rekening-courantkrediet per 15 december 2012 opgeëist en heeft zij aanspraak gemaakt op boeterente over het verschuldigde totaalbedrag van 1% per maand of ieder gedeelte ervan.
Begin januari 2013 heeft SNSPF de veiling aangezegd van de onroerende zaken waarop hypotheekrechten rustten. Kort daarop heeft SNSPF de veiling opgeschort tot 1 april 2013 onder voorwaarde van ontvangst van € 62.500,-. Omdat de betaling uitbleef heeft SNSPF de onroerende zaken uiteindelijk in juli 2013 geveild.
6.2.1.In eerste aanleg heeft SNS gevorderd dat [appellant] wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande vorderingen uit de geldlening en uit het rekening-courantkrediet, vermeerderd met vier boetes/rentevergoedingen.
6.2.2.Aan haar vordering heeft SNS ten grondslag gelegd dat [appellant] jegens SNS is tekort geschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten kredietovereenkomst van 19 februari 2007, zoals nadien gewijzigd, en in verzuim verkeert 1. doordat een derde in september 2010 executoriaal verhaalbeslag op de onroerende zaken in [plaats] heeft gelegd en [appellant] er niet in is geslaagd die beslagen tijdig op te heffen; en 2. doordat [appellant] in september 2010 een betalingsachterstand heeft laten ontstaan die sindsdien is opgelopen. Op 28 september 2010 heeft SNS [appellant] in gebreke gesteld en hem tot 5 oktober 2010, later verlengd tot 15 oktober 2010, de tijd gegeven om zijn verplichtingen na te komen. Omdat nakoming is uitgebleven, heeft SNS bij brief van 27 oktober 2010 de kredietovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd. Bij brief van 6 december 2012 heeft SNS haar vordering op [appellant] , vermeerderd met boete/rente, opgeëist per 15 december 2012.
6.2.3.Nadat [appellant] heeft gemotiveerd verweer had gevoerd, heeft de rechtbank in het vonnis waarvan beroep de vordering van SNS toegewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.