In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep betreffende achterstallige pensioenpremies. De appellanten, bestaande uit een vennootschap onder firma en enkele natuurlijke personen, hebben in eerste aanleg een verstekvonnis gekregen, omdat zij niet tijdig van antwoord hebben gediend. De Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg is de geïntimeerde partij en heeft de betalingsverplichtingen van de appellanten betwist. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 19 juni 2012 en 4 maart 2014, waarin het de Stichting de gelegenheid heeft gegeven om producties in het geding te brengen en de appellanten om hierop te reageren. In de procedure zijn verschillende akten en producties uitgewisseld, waarbij de Stichting haar vorderingen heeft onderbouwd met facturen en betalingsoverzichten. Het hof heeft in deze uitspraak de zaak naar de rol verwezen, zodat de appellanten de gelegenheid krijgen om te reageren op de door de Stichting ingebrachte stukken. De Stichting kan hierop niet meer reageren. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot de appellanten hun reactie hebben gegeven. Deze uitspraak is gedaan op 10 februari 2015 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.