ECLI:NL:GHSHE:2015:4106

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 oktober 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2015
Zaaknummer
K15/0254
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht over publicaties politie inzake Outlaw Motorcycle Gangs

In deze zaak heeft klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.P.K. Ruperti, een klacht ingediend ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering tegen de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch om niet over te gaan tot vervolging van de politie, en meer specifiek de landelijk korpschef, wegens valsheid in geschrift, smaad, laster en belediging. De klacht betreft publicaties op de website van de politie waarin klaagster wordt genoemd in verband met onderzoeken naar Outlaw Motorcycle Gangs (OMG's). Klaagster stelt dat deze publicaties haar goede naam besmeuren en dat er geen strafrechtelijke redenen zijn om haar in deze context te vermelden.

De feiten zijn als volgt: op 2 april 2015 heeft klaagster aangifte gedaan van de genoemde strafbare feiten. De hoofdofficier van justitie heeft op 28 april 2015 laten weten dat er geen bewijs is voor de aangifte, waarna klaagster op 7 mei 2015 een klaagschrift heeft ingediend bij het hof. De advocaat-generaal heeft in een schriftelijk verslag op 23 juli 2015 geadviseerd het beklag af te wijzen. De behandeling van het klaagschrift vond plaats op 1 september 2015 in raadkamer.

Het hof heeft overwogen dat de politie, op basis van de Politiewet en andere relevante wetgeving, verplicht is om onderzoek te doen naar zaken die dit verlangen. Het hof concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor strafbare feiten aan de zijde van de politie of de landelijk korpschef. De publicaties zijn gerechtvaardigd in het kader van het onderzoek naar OMG's, waarbij klaagster wordt genoemd. Gelet op deze overwegingen heeft het hof besloten het beklag af te wijzen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Klachtnummer: K15/0254
Beschikking van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 oktober 2015 inzake het beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering van:

[naam klaagster] ,

gevestigd te Helmond,
in deze vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] ,
bijgestaan door mr. M.P.K. Ruperti, advocaat te Baarn,
hierna te noemen: klaagster,
over de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch tot het niet vervolgen van:

de politie (in zijn algemeenheid), en meer in het bijzonder tegen

de landelijk korpschef, [naam korpschef] ,
hierna te noemen: beklaagde,
wegens valsheid in geschrift, smaad, laster en belediging.

De feitelijke gang van zaken.

Op 2 april 2015 is namens klaagster aangifte gedaan van valsheid in geschrift, smaad en laster, beweerdelijk jegens haar gepleegd door beklaagde.
Bij brief van 28 april 2015 is door de hoofdofficier van justitie aan klaagster bericht dat de zaak niet zal worden vervolgd omdat voor de genoemde strafbare feiten kan geen bewijs worden geleverd.
Hierop is namens klaagster bij schrijven van 7 mei 2015 een klaagschrift ingediend bij het hof, ingekomen ter griffie van het hof op 7 mei 2015, met het verzoek de vervolging te bevelen.
De advocaat-generaal heeft in het schriftelijk verslag van 23 juli 2015 het hof geraden het beklag af te wijzen.
Op 1 september 2015 is het klaagschrift in raadkamer van het hof behandeld in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van klaagster, bijgestaan door haar advocaat.
De advocaat-generaal heeft gepersisteerd bij het schriftelijk verslag.

De beoordeling.

Namens klaagster wordt gesteld dat beklaagde zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift, smaad, laster en belediging door het opstellen van documenten en het verspreiden ervan, welke opzettelijk leugens bevatten en waardoor haar goede naam wordt besmeurd en aangetast.
Als belangrijkste bewijsmiddel wordt onder meer verwezen naar een publicatie op www.politie.nl, te weten: "Outlawbikers in Nederland".
Hierin wordt gesteld dat “Outlaw Motorcycle Gangs (hierna: OMG’s) geen normale motorclubs zijn, maar dat deze OMG's zich in ons land laten kennen door verstoringen van de openbare orde, waarbij geweld en bedreigingen niet geschuwd worden. De chapters hebben veel leden, die zich met zware en ondermijnende criminaliteit bezig houden en men stelt eigen regels boven en buiten de regels van de rechtsstaat. De chapters zijn daarmee een criminogene omgeving, waarin het makkelijk crimineel (internationaal) zaken doen is”. Voorts staat daarin opgenomen:
“Al deze ernstige verstoringen van de rechtsorde vragen om een integrale en daadkrachtige aanpak van de overheid”.
Tenslotte staat in dit document: [naam motorclub] zijn sinds 2005 een Outlaw Motorcycle Gang.
Ook eerdere stukken zoals "Hells Angels en andere 1 %-MC's in Nederland" werden via bovengenoemde site verspreid.
Dit terwijl de politie weet of op zijn minst behoort te weten dat er geen strafrechtelijke redenen zijn om klaagster in documenten zoals deze op te nemen. Dan kan de enige reden slechts zijn het moedwillig besmeuren en aantasten van onze goede naam.
De impact in de maatschappij daarvan is groot, aldus klaagster.
Het hof overweegt als volgt.
In deze zaak wordt geklaagd over publicaties op de voor het publiek toegankelijke website van de politie over onderzoeken naar Outlaw Motorcycle Gangs, waarbij ook klaagster wordt genoemd als zo’n Outlaw Motorcycle Gang.
Het hof is van oordeel dat de politie niet alleen op grond van strafwetgeving gehouden maar ook op grond van onder meer de Politiewet gebonden is onderzoek te doen naar zaken, die dit verlangen.
Deze zaak kenmerkt zich in het bijzonder hierin dat sprake is van een vereniging, die zich niet alleen gemanifesteerd heeft als een 1% MC (Motor Club) en deel heeft uitgemaakt van een overlegorgaan met andere motorclubs, de zogenaamde Raad van Acht, waarin de belangrijkste (1%-) MC’s in waren vertegenwoordigd, maar dat klaagsters leden zich ook qua uiterlijke verschijningsvorm op soortgelijke wijze manifesteren als leden van andere motorclubs/1%-MC’s.
Onder deze omstandigheden is wat betreft het door de politie in deze zaak gedane onderzoek geen enkele aanwijzing van enig strafbaar feit aan de zijde van de politie of de landelijk korpschef.
Gelet op het vorenstaande dient het beklag te worden afgewezen.

De beslissing.

Het hof wijst het beklag af.

Aldus gegeven door
Mr. J.P.F. Rijken, voorzitter,
mr. M. Malsch en mr. H.A. Marquart Scholtz, raadsheren,
in tegenwoordigheid van A. van Baast, griffier,
op 13 oktober 2015.
Mr. M. Malsch en mr. H.A. Marquart Scholtz zijn buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.