Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
6.De verdere beoordeling
al enige tijdeen centrale rol speelde bij de illegale activiteiten van haar zoon, althans dat dergelijke activiteiten vanuit haar woning werden verricht. Ten aanzien van de zorgplicht van de huurder om zich als een goed huurder te gedragen, is immers beslissend – zie de arresten van de Hoge Raad van 22 juni 2007 en 29 mei 2009, zoals kort samengevat in r.o. 3.6.4 van het tussenarrest – dat de huurder zelf zich, in het licht van de gedragingen van degene die met goedvinden van de huurder het gehuurde gebruikt, niet als een goed huurder heeft gedragen. Daarvan is in elk geval sprake indien de huurder van (het voornemen tot) die gedragingen op de hoogte was, of daarmee ernstig rekening had te houden, maar heeft nagelaten de in verband daarmee redelijkerwijs van hem te verlangen maatregelen te treffen. Voorts geldt dat de omstandigheid dat art. 7:219 BW een aansprakelijkheid van de huurder vestigt voor een tekortkoming die de huurder niet zelf heeft bewerkstelligd, meebrengt dat het ontbreken van wetenschap dienaangaande – indien die door de rechter aannemelijk wordt geacht – kan worden meegewogen bij de beoordeling van de vraag of de tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt. In het licht daarvan is [geïntimeerde] toegelaten aannemelijk te maken dat zij niet op de hoogte was c.q. niet op de hoogte had kunnen zijn van het feit dat haar woning een centrale rol speelde bij de handel in soft drugs van haar zoon c.q. activiteiten die in verband met die drugshandel vanuit haar woning plaatsvonden.
“Is in Turkije bestraald via Gamma Knife op haar meningeoom en wordt daar weer gecontroleerd. Topamax tot 2dd. 50 mg voor de hoofdpijn. Heeft de VPA gestopt wegens gewichtstoename en neemt nu meerdere malen per week Sumatriptan. Dit is niet ongevaarlijk. C/2 mnd.”;