ECLI:NL:GHSHE:2015:3955

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 oktober 2015
Publicatiedatum
7 oktober 2015
Zaaknummer
20-000892-14
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere vermogensdelicten, waaronder ramkraken en inbraken, met gevangenisstraf en schadevergoeding aan benadeelde partijen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor een reeks van vermogensdelicten, waaronder ramkraken, inbraken en autodiefstallen, en kreeg een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren, maar het hof heeft dit vonnis gedeeltelijk vernietigd en de straf verlaagd. De verdachte is vrijgesproken van een woningoverval, maar is wel schuldig bevonden aan meerdere andere delicten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen heeft gehandeld en dat er sprake was van een georganiseerde aanpak bij het plegen van de misdrijven. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van inbraken en diefstallen in een korte periode, waarbij hij gebruik maakte van gestolen voertuigen. De schade die door de verdachte is veroorzaakt, heeft geleid tot gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers. Het hof heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade die door zijn daden is veroorzaakt. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde delicten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-000892-14
Uitspraak : 7 oktober 2015
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zitting houdende te ’s-Hertogenbosch, van 14 maart 2014, parketnummer 01-849754-12 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, parketnummer 01-845415-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans gedetineerd in P.I. Arnhem, locatie Arnhem Zuid.
Hoger beroep
Bij vonnis, waarvan beroep, is de verdachte – kort gezegd – ter zake van het (tezamen en in vereniging met een ander of anderen) plegen van een aantal (pogingen tot) inbraken, helingen en een woningoverval veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank beslist over schadevergoeding voor de benadeelde partijen en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De ‘akte beroep’ van 21 maart 2014 houdt niet in dat het hoger beroep bij het instellen daarvan is beperkt. Het hoger beroep is later evenmin bij akte beperkt door partiële intrekking daarvan.
Het hof zal op grond van het bepaalde in artikel 404, eerste lid, jo. artikel 407 van het Wetboek van Strafvordering de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover gericht tegen de vrijspraken van hetgeen onder 7a, 12b, 12d, 12e en 12f is ten laste gelegd.
Omvang van het hoger beroep
De rechtbank heeft de [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. De vordering van [benadeelde partij 1] is ingediend ter zake van het onder 7a ten laste gelegde. Nu de rechtbank de verdachte van dit feit ter zake van zowel de diefstal als de heling heeft vrijgesproken en dit feit niet aan het oordeel van het hof is onderworpen, is de vordering van de [benadeelde partij 1] in hoger beroep niet meer aan de orde.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1a, 1b, 2a, 2b, 3, 4a, 4b, 4c, 4d (ter zake van opzetheling), 5a, 5b, 6 primair, 7b (ter zake van medeplegen opzetheling), 7c, 8, 9a, 9b, 9c, 10, 11, 12a, 12c, 12g en 13 primair ten laste gelegde, zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaren met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof op de vorderingen van de benadeelde partijen zal beslissen conform de beslissing van de rechtbank, inclusief de oplegging van de schadevergoedingsmaatregelen, met uitzondering van feit 4b. Te dien aanzien heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 540,50 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en vervangende hechtenis. Tenslotte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf zal worden toegewezen.
Door de verdediging is bepleit dat:
  • sprake is van onherstelbare vormverzuimen ten gevolge waarvan de verklaringen van [de zoon van de medeverdachte] van het bewijs dienen te worden uitgesloten, dan wel – subsidiair – dat zijn verklaringen als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt zodat ze niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt;
  • verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1a, 1b, 2a, 2b, 3, 4a, 4b, 4c, 4d, 5a, 5b, 6, 7c, 9a, 9b, 9c, 10, 11 en 13 primair ten laste gelegde;
  • bij vrijspraak de aan dat feit gekoppelde benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
De verdediging heeft zich voor wat betreft een bewezenverklaring van de feiten 7b subsidiair, 8, 12a, 12c, 12g en 13 subsidiair gerefereerd aan het oordeel van het hof. Ook heeft de verdediging zich - voor zover het hof tot een veroordeling mocht komen – gerefereerd aan het oordeel van het hof ter zake van de beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging – en aldus de grondslag van het onderzoek – is gewijzigd.
Tenlastelegging
Aan verdachte is – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2012 tot en met 3 december 2012 te Langenboom, gemeente Mill en Sint Hubert, en/of te Megen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
a. een tankstation ( [persoonsnaam] ) gelegen aan de Zeelandseweg 35 te Langenboom, gemeente Mill en Sint Hubert, weg te nemen één of meer goed(eren) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Tankstation [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot dat tankstation te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of die hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk het glas en/of het kozijn van een toegangsdeur van dat tankstation heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (
delict 7)
en/of in/uit
b. een tankstation (Texaco) gelegen aan Noord Zuid 2 te Megen weg te nemen één of meer goed(eren) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Texaco, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot dat tankstation te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk een ruit en/of ijzerwerk van dat tankstation heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (
delict 9);
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 december 2012 tot en met 3 december 2012 te Sint Hubert en/of te Lithoijen, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
a. uit de Troefmarkt, gelegen aan de Sint Hubertse Binnenweg 58 te Sint Hubert, een kassalade en/of een geldbedrag (754,20 euro), toebehorende aan Troefmarkt [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben weggenomen, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich toegang tot de Troefmarkt heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (
delict 8)
en/of
b. uit Tankstation [persoonsnaam] VOF, gelegen aan de Lithoijensedijk 36 te Lithoijen, gemeente Oss, meerdere rookwaren (Drum en/of Marlboro en/of L&M en/of Huibbe en Treinders), toebehorende aan Oliehandel [persoonsnaam] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben weggenomen, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich toegang tot Tankstation [persoonsnaam] heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (
delict 10)

3.3.hij op of omstreeks 04 december 2012 te Berghem, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit KC Tennisshop heeft weggenomen een kassalade en/of een geldbedrag (174,15 euro) en/of meerdere kledingstukken (merk Wilson) en/of meerdere schoenen (merk Adidas), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] en/of KC Tennisshop, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (delict 11);

4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Oss en/of te Reek, gemeente Landerd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere, althans één, personenauto('s) en/of zich daarin bevindende goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten:
a. in of omstreeks de periode van 9 december 2012 tot en met 10 december 2012 te Oss een Saab 9000 CS (met [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 14)
en/of
b. in of omstreeks de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Oss een Volkswagen Golf (met [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 15)
en/of
c. in of omstreeks de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Reek, gemeente Landerd, een Volkswagen Golf (met [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 51)
en/of
d. in of omstreeks de periode van 11 december 2012 tot en met 12 december 2012 te Oss, kentekenplaten met het [kenteken] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 60),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 10 december 2012 tot en met 12 februari 2013 te Oss en/of te Reek, gemeente Landerd, en/of te Rijkevoort en/of te Berghem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
a. een Saab 9000 CS (met [kenteken] ) (
delict 14) en/of
b. een Volkswagen Golf (met [kenteken] ) (
delict 15) en/of
c. een Volkswagen Golf (met [kenteken] ) (
delict 51) en/of
d. kentekenplaten met [kenteken] (
delict 60)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van bovengenoemde auto('s) en/of goederen, wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 11 december 2012 te Lithoijen, gemeente Oss, en/of Geffen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen goederen en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten:
a. uit Tankstation [persoonsnaam] VOF, gelegen aan de Lithoijensedijk 36 te Lithoijen, gemeente Oss, meerdere rookwaren, toebehorende aan [persoonsnaam] en/of Oliehandel [persoonsnaam] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich toegang tot het betreffende tankstation heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (
delict 16)
en/of
b. uit Autofood, gelegen aan de Papendijk 25a te Geffen, een kassalade en/of een geldbedrag (326,00 euro) en/of sleutels en/of meerdere rookwaren, toebehorende aan Autofood Geffen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich toegang tot Autofood heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (
delict 17)

6.hij op of omstreeks 04 februari 2013 te Oss tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen (onder meer) een Ambilight TV en/of een laptop en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (delict 41);

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 04 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Oss, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Ambilight TV en/of een laptop en/of een mobiele telefoon heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van betreffende mobiele telefoon en/of TV en/of laptop wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
7.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Boxmeer en/of te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, en/of te Geffen, gemeente Maasdonk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere, althans één personenauto('s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten:
b. in of omstreeks de periode van 8 februari 2013 tot en met 9 februari 2013 te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, een Volkswagen Golf GTI ( [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 43)
en/of
c. in of omstreeks de periode van 11 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Geffen, gemeente Maasdonk, een Volkswagen Polo ( [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (
delict 46)
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of, verbreking;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 09 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, en/of te Geffen, gemeente Maasdonk, en/of te Reek en/of te Oss, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meerdere, althans één personenauto('s) (VW Golf met [kenteken] en/of Volkswagen Polo met [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8.
hij op of omstreeks 12 februari 2013 te Gassel, gemeente Grave, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een snoepautomaat bij Esso tankstation gelegen aan Maasveld 19 weg te nemen één of meer goed(eren) en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Automaten Totaal Service, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en zich daarbij de toegang tot dat tankstation te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met voormeld oogmerk het inwerpmechanisme en/of een plexiglasplaat heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid (
delict 44);
9.
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 12 februari 2013 te Geffen, gemeente Maasdonk, en/of te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, en/of te Reek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
a. uit supermarkt Attent gelegen aan de Kapelstraat 11a te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, frisdrank (een vierpak cola), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] en/of supermarkt Attent, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking (
delict 45)
en/of
b. uit autobedrijf [persoonsnaam] , gelegen aan Bedrijvenweg 7 te Geffen, een laptop (merk Acer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan autobedrijf [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking (
delict 47)
en/of
c. uit een bestelbus (Opel Vivaro, [kenteken] ) heeft weggenomen meerdere, althans één, gereedschapskoffer(s) (zwartkleurige koffer met daarin meetapparatuur en/of een koffer van het merk Beta) en/of een boormachine (merk Bosch), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking (
delict 49);
10.
hij op of omstreeks 14 december 2012 te Berghem, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee en/of rijbewijs en/of meerdere pasjes en/of een geldkistje en/of identiteitsboekjes van honden en/of een kentekenbewijs deel III (van auto met [kenteken] ) en/of meerdere, althans één sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [persoonsnaam] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • de woning van die [persoonsnaam] is/zijn binnengegaan met (een) bivakmuts(en) op het hoofd, althans onherkenbaar, en/of
  • die [persoonsnaam] met een koevoet in de/een hand(en) is/zijn genaderd en/of een koevoet heeft/hebben voorgehouden/getoond en/of
  • die [persoonsnaam] vast heeft/hebben gepakt en/of vervolgens (met kracht) op de grond geduwd heeft/hebben en/of
  • tegen die [persoonsnaam] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Kop dicht, kop dicht, geld, geld.", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
  • tape over de mond en/of neusgaten van die [persoonsnaam] heeft/hebben geplakt en/of
  • tegen die [persoonsnaam] heeft/hebben geroepen/gezegd: "als je dit nog een keer doet sla ik je met de koevoet voor je kop.", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
  • die [persoonsnaam] (met kracht) in/tegen de rug heeft/hebben geschopt en/of
  • de polsen van die [persoonsnaam] heeft/hebben vastgebonden met tiewraps (

11.11.hij in of omstreeks de periode van 14 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Oss met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, te weten [adres] , heeft weggenomen meerdere tv's (JVC en/of Sharp) en/of een dvd-hifiset (merk Harman) en/of een koffiezetapparaat (De’Longhi) en/of een TomTom en/of meerdere computers (Samsung en/of Packard Bell) en/of een externe harddisk en/of een kaartlezer en/of een laptop (Fujitsu Siemens Amilo) en/of software en/of meerdere horloges en/of meerdere sieraden en/of huissleutels en/of een zilveren sigaren-/sigarettenkoker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (delict 55);

12.hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Oss, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, a. autosleutels van een Ford Galaxy ( [kenteken] ) (delict 53) en/of

c. een tankpas van DK tankstop met nummer 1546 (
delict 56) en/of
g. een autosleutel (behorende bij een Audi met [kenteken] ) (
delict 62)
heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van bovengenoemde goed(eren) wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
13.
hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2013 tot en met 11 februari 2013 te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur/garage gelegen tegenover de woning in de [adres] heeft weggenomen meerdere, althans één, (stukken) gereedschap (een sleutel en/of een set schroevendraaiers en/of een set Kraftwerk dopsleutels en/of twee bako's) en/of een televisie (Philips lcd) en/of een kaart voor digitale tv-ontvangst (KPN), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (
delict 59);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks 12 februari 2013 te Oss en/of te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, en/of te Grave en/of te Cuijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een momentsleutel en/of een meerdere schroevendraaiers (met een oranje handvat) heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van de betreffende momentsleutel en/of schroevendraaiers en/of ander voornoemd gereedschap en/of die televisie wist(en), dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraken
Vrijspraak van diefstal Saab (feit 4a primair, delict 14)
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte – al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen – de onder 4a ten laste gelegde diefstal van de Saab met het [kenteken] heeft begaan, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak van diefstal dan wel heling kentekenplaten (feit 4d, delict 60)
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte – al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen – de onder 4d ten laste gelegde diefstal dan wel opzet- of schuldheling van de kentekenplaten met het [kenteken] heeft begaan, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat de verdachte betrokken is geweest bij de diefstal dan wel heling van de kentekenplaten. Het hof merkt daarbij nog op dat er geen aanwijzingen zijn dat de Volkswagen Golf in de nacht van 10 op 11 december 2012, toen de verdachte van deze auto gebruik maakte, al was voorzien van de gestolen kentekenplaten.
Vrijspraak van diefstal Volkswagen Golf GTI (feit 7b, delict 43)
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte – al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen – de onder 7b ten laste gelegde diefstal van de Volkswagen Golf GTI met het [kenteken] heeft begaan, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak van woningoverval (feit 10, delict 50)
Op 14 december 2012 tussen 10.15 uur en 10.30 uur werd aangeefster [persoonsnaam] in
haar woning aan de [adres] te Berghem overvallen door twee mannen met
bivakmutsen. Op enig moment heeft zij aan de daders kunnen ontkomen. Bij de overval werd door de daders gebruik gemaakt van een donkerkleurige Volkswagen Golf, ten tijde van de overval voorzien van het [kenteken] . Op 14 december 2012 omstreeks 17.47 uur werd deze Volkswagen Golf door de politie aangetroffen op de Polderdijk te Lithoijen. In de auto bevond zich de zonnebril van [medeverdachte] .
Met betrekking tot de overval kan het hof ten aanzien van verdachte slechts vaststellen dat de gebruikte Volkswagen Golf in de nacht van 10 op 11 december 2012 mede door hem is gestolen. Andere, voldoende concludente, aanwijzingen voor de betrokkenheid van verdachte bij de overval ontbreken. [de zoon van de medeverdachte] heeft weliswaar verklaard dat hij denkt dat verdachte bij de overval betrokken is geweest, maar dit is slechts een conclusie die hij meent te kunnen trekken. Hij heeft hierover echter geen eigen wetenschap. Ook aan de overige getuigenverklaringen valt geen of onvoldoende steun voor de betrokkenheid van verdachte te ontlenen.
Nu het ook overigens aan voldoende wettig en overtuigend bewijs ontbreekt zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1a, 1b, 2a, 2b, 3, 4a, 4b, 4c, 5a, 5b, 6, 7c, 8, 9a, 9b, 9c, 11, 12a, 12c, 12g en 13 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1a.
hij in de periode van 2 december 2012 tot en met 3 december 2012 te Langenboom, gemeente Mill en Sint Hubert, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation ( [persoonsnaam] ) gelegen aan de Zeelandseweg 35 te Langenboom, gemeente Mill en Sint Hubert, weg te nemen enig goed, toebehorende aan Tankstation [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, en zich daarbij de toegang tot dat tankstation te verschaffen door middel van braak, met voormeld oogmerk het glas van een toegangsdeur van dat tankstation heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (
delict 7);
1b.
hij in de periode van 2 december 2012 tot en met 3 december 2012 te Megen, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation (Texaco) gelegen aan Noord Zuid 2 te Megen weg te nemen enig goed, toebehorende aan Texaco, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, en zich daarbij de toegang tot dat tankstation te verschaffen door middel van braak, met voormeld oogmerk een ruit en ijzerwerk van dat tankstation heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (
delict 9);
2.
hij in de periode van 2 december 2012 tot en met 3 december 2012 te Sint Hubert en te Lithoijen, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
a. uit de Troefmarkt, gelegen aan de Sint Hubertse Binnenweg 58 te Sint Hubert, een kassalade en een geldbedrag (754,20 euro), toebehorende aan Troefmarkt [persoonsnaam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, heeft weggenomen, waarbij verdachte en zijn mededader zich toegang tot de Troefmarkt hebben verschaft door middel van braak (
delict 8);
en
b. uit Tankstation [persoonsnaam] VOF, gelegen aan de Lithoijensedijk 36 te Lithoijen, gemeente Oss, rookwaren (Drum, Marlboro, L&M en Huibbe en Treinders), toebehorende aan Oliehandel [persoonsnaam] VOF, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, heeft weggenomen, waarbij verdachte en zijn mededader zich toegang tot Tankstation [persoonsnaam] hebben verschaft door middel van braak (
delict 10);

3.hij op 04 december 2012 te Berghem, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit KC Tennisshop heeft weggenomen een kassalade, een geldbedrag (174,15 euro) en kledingstukken (merk Wilson) en schoenen (merk Adidas), toebehorende aan [persoonsnaam] en/of KC Tennisshop, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak (delict 11);

4a.
hij in de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Reek, gemeente Landerd, een Saab 9000 CS (met [kenteken] ) (
delict 14) heeft verworven of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van bovengenoemde auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4b.
hij in de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Oss, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Volkswagen Golf (met [kenteken] ), toebehorende aan [persoonsnaam] , waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking (
delict 15);
4c.
hij in de periode van 10 december 2012 tot en met 11 december 2012 te Reek, gemeente Landerd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Volkswagen Golf (met [kenteken] ) toebehorende aan [persoonsnaam] (
delict 51);
5a.
hij op 11 december 2012 te Lithoijen, gemeente Oss, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit Tankstation [persoonsnaam] VOF, gelegen aan de Lithoijensedijk 36 te Lithoijen, gemeente Oss, rookwaren toebehorende aan [persoonsnaam] en/of Oliehandel [persoonsnaam] VOF,
waarbij verdachte en zijn mededader zich toegang tot het betreffende tankstation hebben verschaft door middel van braak (
delict 16);
5b.
hij op 11 december 2012 te Geffen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit Autofood, gelegen aan de Papendijk 25a te Geffen, een kassalade, een geldbedrag (326,00 euro), sleutels en rookwaren, toebehorende aan Autofood Geffen, waarbij verdachte en zijn mededader zich toegang tot Autofood hebben verschaft door middel van braak (
delict 17);
6.
hij op 04 februari 2013 te Oss met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een Ambilight TV, een laptop en een mobiele telefoon, toebehorende aan [persoonsnaam] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak (
delict 41);
7b.
hij in de periode van 11 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 in Nederland, een personenauto VW Golf met [kenteken] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof (
delict 43);
7c.
hij op 12 februari 2013 te Geffen, gemeente Maasdonk, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Volkswagen Polo ( [kenteken] ) toebehorende aan [persoonsnaam] , waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking (
delict 46);
8.
hij op 12 februari 2013 te Gassel, gemeente Grave, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een snoepautomaat bij Esso tankstation gelegen aan Maasveld 19 weg te nemen enig goed, toebehorende aan Automaten Totaal Service, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, en die/dat weg te nemen goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van verbreking, met voormeld oogmerk het inwerpmechanisme en een plexiglasplaat heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid (
delict 44);
9.
hij op tijdstippen op 12 februari 2013 te Geffen, gemeente Maasdonk, en te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, en te Reek, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
a. uit supermarkt Attent gelegen aan de Kapelstraat 11a te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, frisdrank (een vierpak cola), toebehorende aan [persoonsnaam] en/of supermarkt Attent, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak (
delict 45);
en
b. uit autobedrijf [persoonsnaam] , gelegen aan Bedrijvenweg 7 te Geffen, een laptop (merk Acer), toebehorende aan autobedrijf [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak (
delict 47);
en
c. uit een bestelbus (Opel Vivaro, [kenteken] ) heeft weggenomen gereedschapskoffers (zwartkleurige koffer met daarin meetapparatuur en een koffer van het merk Beta) en een boormachine (merk Bosch), toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking (
delict 49);

11.hij in de periode van 14 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Oss met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, te weten [adres] , heeft weggenomen tv's (JVC en Sharp), een dvd-hifiset (merk Harman), een koffiezetapparaat (De’Longhi), een TomTom, computers (Samsung en Packard Bell), een externe harddisk, een kaartlezer, een laptop (Fujitsu Siemens Amilo), software, horloges, sieraden, huissleutels en een zilveren sigaren-/sigarettenkoker, toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak (delict 55);

12.
hij op 12 februari 2013 te Oss,
a. autosleutels van een Ford Galaxy ( [kenteken] ) (
delict 53) en
c. een tankpas van DK tankstop met nummer 1546 (
delict 56) en
g. een autosleutel (behorende bij een Audi met [kenteken] ) (
delict 62)
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van bovengenoemde goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
13.
hij in de periode van 10 februari 2013 tot en met 11 februari 2013 te Rijkevoort, gemeente Boxmeer, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur gelegen tegenover de woning in de [adres] heeft weggenomen gereedschap (een sleutel, een set schroevendraaiers, een set Kraftwerk dopsleutels en twee bako's), een televisie (Philips lcd) en een kaart voor digitale tv-ontvangst (KPN), toebehorende aan [persoonsnaam] en/of [persoonsnaam] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak (
delict 59).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkorte arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkorte arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit of die bewezen verklaarde feiten waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Verklaringen van medeverdachte/getuige [de zoon van de medeverdachte]
De verdediging heeft ten aanzien van de verklaringen van medeverdachte/getuige [de zoon van de medeverdachte] afgelegd bij de politie betoogd:
  • primair: dat deze verklaringen ten gevolge van vormfouten dienen te worden uitgesloten van het bewijs en
  • subsidiair: dat deze verklaringen als onbetrouwbaar dienen te worden aangemerkt, zodat daaraan zeer weinig tot geen waarde moet worden toegekend en deze verklaringen ten gevolge daarvan niet als bewijs kunnen worden gebruikt.
Ten aanzien van het primaire verweer heeft de verdediging aangevoerd dat bij deze verhoren geen gevolg is gegeven aan het bepaalde in de Aanwijzing auditieve en audiovisuele registreren van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten (Aanwijzing AVR).
Uit deze Aanwijzing volgt dat auditief moet worden geregistreerd als het delict waarover verdachte/getuige wordt gehoord bedreigd wordt met een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer. Audiovisuele registratie is eveneens verplicht als de persoon die wordt verhoord kwetsbaar is en er sprake is van een feit met een strafbedreiging van twaalf jaar of meer.
Bij de verhoren van [de zoon van de medeverdachte] is volgens de verdediging niet aan deze verplichting(en) voldaan, terwijl het verhoor mede omvatte een diefstal met geweld in vereniging gepleegd en [de zoon van de medeverdachte] tevens als kwetsbaar persoon diende te gelden. Er is sprake van een vormfout (als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering) die tot bewijsuitsluiting dient te leiden.
Ten aanzien van dit primaire verweer overweegt het hof het volgende.
Ten tijde van het verhoor van medeverdachte/getuige [de zoon van de medeverdachte] was van toepassing de Aanwijzing auditief en audiovisueel registreren van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten (datum inwerkingtreding 01-09-2010, registratienummer: 20101A018). (Verder: Aanwijzing).
Uit de inhoud van de Aanwijzing blijkt dat de achtergrond ervan is het belang van de waarheidsvinding. De auditieve en audiovisuele registratie zijn in de eerste plaats hulpmiddelen ten behoeve van de toetsbaarheid van de verhoren in een latere fase van het strafproces. De Aanwijzing bevat regels voor het auditief respectievelijk audiovisueel registreren van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten.
In de Aanwijzing is opgenomen wanneer het verplicht is om verhoren auditief dan wel audiovisueel vast te leggen en wanneer daartoe facultatief zou kunnen worden overgegaan.
Met de rechtbank stelt het hof vast dat uit de Aanwijzing de verplichting voortvloeide om de verhoren van na 17 februari 2013 auditief te registreren, in ieder geval omdat het toen voor de verbalisanten duidelijk moet zijn geweest dat [de zoon van de medeverdachte] als verdachte gehoord zou worden over de woningoverval op de [adres] , diefstal met geweldpleging in vereniging gepleegd, derhalve een misdrijf met een strafbedreiging van 12 jaar of meer.
In zoverre is er sprake van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
Ten aanzien van de stelling van de verdediging dat [de zoon van de medeverdachte] als verstandelijk beperkt en derhalve als kwetsbare verdachte had moeten worden aangemerkt in de betekenis van de Aanwijzing, overweegt het hof dat hetgeen de verdediging daartoe feitelijk heeft aangevoerd, en gelet op hetgeen de verbalisanten daaromtrent bij de rechter-commissaris hebben verklaard, alsmede gelet op de inhoud van de verhoren zelf, de verhorende verbalisanten geen aanleiding hebben hoeven geven om te twijfelen aan de intellectuele vermogens van [de zoon van de medeverdachte] .
In gevolge jurisprudentie van de Hoge Raad (vgl. HR 30 maart 2004, LJN AM2533, NJ 2004/376) kan bewijsuitsluiting als in artikel 359a Sv voorzien rechtsgevolg uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen. De toepassing van bewijsuitsluiting kan echter tevens noodzakelijk zijn ter verzekering van het recht van verdachte op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM.
De Aanwijzing dient het belang van de toetsbaarheid door de verdediging van de door een (mede-)verdachte/getuige afgelegde verklaring. De verplichting(en) voortvloeiend uit de Aanwijzing ziet/zien niet op het verkrijgen van het bewijs. In zoverre kan niet worden gezegd dat het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen.
Evenmin is gebleken dat door het niet naleven van de Aanwijzing het recht van verdachte op een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM is geschonden, in het bijzonder niet nu de verdediging in de gelegenheid is gesteld bij de rechter-commissaris [de zoon van de medeverdachte] , alsmede de verbalisanten die de verhoren hebben afgenomen, te horen.
Het primaire verweer wordt verworpen.
Ten aanzien van het subsidiaire verweer van de verdediging overweegt het hof als volgt.
Het hof heeft geen reden om aan de voor het bewijs gebruikte, bij de politie afgelegde verklaringen van [de zoon van de medeverdachte] te twijfelen. [de zoon van de medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij met zijn vader, [medeverdachte] en [verdachte] betrokken is geweest bij een aantal ten laste gelegde inbraken en pogingen daartoe. Weliswaar kan door het ontbreken van opnamen van de verhoren de gang van zaken tijdens die verhoren niet worden getoetst, doch het hof ziet in hetgeen door de verdediging is aangevoerd en ook overigens geen aanleiding om te veronderstellen dat de processen-verbaal van de verhoren van [de zoon van de medeverdachte] niet een juiste en voldoende volledige en betrouwbare weergave bevatten van de door hem afgelegde verklaringen dan wel dat de verklaringen die [de zoon van de medeverdachte] heeft afgelegd niet op eigen wetenschap zouden berusten. Dat door de verhorende verbalisanten enkele keren aanknopingspunten zijn gegeven (bijvoorbeeld: ‘Zegt de plaats Langenboom je wat’ (p. 109); ‘In Lithoijen werd ingebroken. Denk nog eens na’ (p. 112), tijdens de verhoren kennelijk een delictenoverzicht op tafel heeft gelegen, aan [de zoon van de medeverdachte] mogelijk beelden zijn getoond dan wel door [de zoon van de medeverdachte] al eerder beelden zijn bekeken geeft het hof geen aanleiding om te veronderstellen dat hetgeen hij heeft verklaard over de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte] niet berust op hetgeen hij zelf heeft waargenomen en ondervonden en onjuist zou zijn.
Het hof wijst er in dit verband nog op dat [verbalisant] bij de rechter-commissaris is gehoord over de gang van zaken tijdens de verhoren van [de zoon van de medeverdachte] . Door [verbalisant] is verklaard dat in de loop van de verhoren de aangiftes zijn behandeld. Op de vraag wat de verbalisant over de aangiftes heeft voorgehouden heeft hij geantwoord dat hij dan bijvoorbeeld een inbraak in Geffen noemt en misschien nog een datum en dat hij er dan van uitgaat dat de verdachte daarover informatie geeft. [verbalisant] heeft daar aan toegevoegd dat de informatie niet van de kant van de verhoorders is gekomen (proces-verbaal verhoor getuige bij de rechter-commissaris d.d. 24 september 2013).
De verklaringen van [de zoon van de medeverdachte] vinden op onderdelen bevestiging in de overige bewijsmiddelen, zoals aangiftes, getuigenverklaringen of processen-verbaal betreffende beelden van bewakingscamera’s. Zijn verklaringen over de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte] in het bijzonder vinden steun in het aantreffen van schoensporen op de band bij de kassa van de Troefmarkt in St. Hubert (waarvan onder meer is gebleken dat de door de schoensporen weergegeven slijtage overeenkomst vertoont met de slijtage van de linkerschoen van [verdachte] en een onregelmatigheid qua plaats en globaal in vorm overeenkomt met een beschadiging in de zool van de linkerschoen van [verdachte] ; p. 861-862 en 876-2 e.v.) (delict 8), het aantreffen van gestolen kleding en schoenen in de woning van [medeverdachte] (delict 11) en het aantreffen van een zonnebril met DNA-materiaal van [medeverdachte] in een gestolen Volkswagen Golf (delict 51).
Het hof acht de voor het bewijs gebruikte verklaringen van [de zoon van de medeverdachte] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Dat [de zoon van de medeverdachte] aanvankelijk andersluidende verklaringen heeft afgelegd staat aan het gebruik van zijn nadien afgelegde verklaringen niet in de weg. Ook de omstandigheid dat hij bij de rechter-commissaris anders heeft verklaard brengt het hof niet tot een ander oordeel; het hof hecht geen geloof aan die andersluidende verklaring.
In hetgeen door de verdediging overigens is aangevoerd, ziet het hof geen aanleiding om de bij de politie afgelegde verklaringen van [de zoon van de medeverdachte] uit te sluiten van het bewijs.
Voor wat betreft het ten laste gelegde overweegt het hof mede naar aanleiding van hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht voorts het volgende.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] en [verdachte] auto’s hebben gestolen en vervolgens die gestolen auto’s hebben gebruikt om (pogingen tot) diefstallen, waaronder ook ramkraken, te plegen.
Delicten 7, 8, 9 en 10
[de zoon van de medeverdachte] heeft over de inbraken en pogingen daartoe in de nacht van 2 op 3 december 2012 verklaard dat hij met [verdachte] en met zijn vader in de bewuste nacht betrokken is geweest bij de ten laste gelegde inbraken en pogingen daartoe. De uit zijn verklaring blijkende volgorde waarin de feiten hebben plaatsgevonden, komt overeen met de tijdstippen die in de aangiftes worden genoemd.
Delict 7
[de zoon van de medeverdachte] heeft over dit feit verklaard dat hij bij het tankstation in Langenboom op de uitkijk heeft gestaan en dat daar niets is weggenomen (p. 111). Voorts heeft hij verklaard dat hij altijd achterin de auto zat (p. 115).
Uit de beelden van de bewakingscamera blijkt dat drie personen uit de auto zijn gestapt en dat de persoon die achterin de auto zat in de richting van de weg liep, vermoedelijk om op de uitkijk te gaan staan (p. 282). Uit de aangifte blijkt dat er niets is gestolen (p. 815-816).
Delict 8
Volgens [de zoon van de medeverdachte] zijn ze vervolgens doorgereden naar een supermarkt in Sint Hubert waar hij weer op de uitkijk heeft gestaan en waar zijn vader met de achterkant van de auto naar binnen is gereden (p. 111-112).
Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat met de achterkant van een auto de deur van de supermarkt wordt geramd en dat één van de daders via de kassaband achter de kassa klimt (p. 853-854, 861, 863). Op de kassaband worden schoensporen aangetroffen waarvan onder meer is gebleken dat de door de schoensporen weergegeven slijtage overeenkomst vertoont met de slijtage van de linkerschoen van [verdachte] en een onregelmatigheid qua plaats en globaal in vorm overeenkomt met een beschadiging in de zool van die linkerschoen van [verdachte] (p. 861-862, 876-2 e.v.).
Het hof ziet in de door [getuige] gegeven beschrijving van de daders (p. 858) geen reden om tot een ander oordeel te komen. Het hof hecht waarde aan de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] over de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte] bij het feit.
Delict 9
Door [de zoon van de medeverdachte] is verklaard dat ze vervolgens naar een tankstation in Megen zijn gereden waar hij zelf binnen is geweest maar waar niets is weggenomen (p. 112).
Uit de aangifte en het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat op camerabeelden van de beveiligingscamera is waargenomen dat het gaat om drie personen en dat één van hen naar binnen gaat en korte tijd later weer naar buiten komt (p. 881-882, 884-885). Er blijkt niets te zijn gestolen (p. 882).
Dat de camerabeelden niet meer aanwezig zijn is voor het hof geen aanleiding om aan de verklaring van de aangever en aan het proces-verbaal van bevindingen over hetgeen op die beelden werd waargenomen te twijfelen. Dat de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] achteraf niet meer valt te verifiëren is voor het hof geen aanleiding om die verklaring van het bewijs uit te sluiten. Het hof verwijst naar hetgeen hiervoor is overwogen.
Delict 10
[de zoon van de medeverdachte] heeft voorts verklaard dat ze ook hebben ingebroken bij een tankstation in Lithoijen en dat sigaretten en shag zijn weggenomen (p. 112). Bij dit tankstation zijn ze nadien nog een keer geweest (p. 119). Gebleken is dat in de nacht van 10 op 11 december 2012 wederom bij het tankstation werd ingebroken (delict 16, p. 1015-1016).
Uit de aangifte van de inbraak in de nacht van 2 op 3 december 2012 blijkt dat er sigaretten en shag zijn gestolen (p. 896-897).
Het hof acht de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] voldoende specifiek en betrouwbaar.
Delict 11
[de zoon van de medeverdachte] heeft over dit feit verklaard dat hij in de bewuste nacht samen was met [verdachte] en zijn vader en dat zij toen een kraak hebben gezet bij een tenniswinkel. Ze zijn toen door de magazijndeur naar binnen gereden. Er zijn schoenen, kleding en de kassalade meegenomen (p. 115).
Uit de aangifte blijkt dat het raam van de magazijndeur stuk was en dat er schoenen van het merk Adidas, kleding van het merk Wilson en een kassalade zijn gestolen (p. 919-920). In de woning van [medeverdachte] zijn kleding van het merk Wilson en schoenen van het merk Adidas aangetroffen (p. 322). Door de aangever worden deze goederen herkend aan de unieke stickers en labels (p. 930).
Het hof heeft geen reden om aan de herkenning van de goederen door de aangever te twijfelen. Kennelijk zijn de goederen zelf, dus geen foto’s daarvan, aan hem getoond en heeft hij die goederen toen herkend.
Delicten 14, 15, 16, 17 en 51
Uit de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] blijkt dat hij met zijn vader en [verdachte] in de nacht van 10 op 11 december 2012 in een gestolen Saab naar Reek is gereden en dat daar een zwarte Volkswagen Golf is gestolen; hij stond zelf op de uitkijk. De Saab was eerder in Oss gestolen. Zijn vader is met de Golf weggereden, hij zat zelf ook in de Golf als bijrijder. [verdachte] is met de Saab weggereden. Omdat de Saab kapot ging is die auto achtergelaten op een plaats tussen Reek en Schaijk. [verdachte] is toen bij [medeverdachte] en [de zoon van de medeverdachte] in de Golf gestapt (p. 118).
Eerder heeft [de zoon van de medeverdachte] verklaard dat zijn vader [medeverdachte] steeds degene is die als bestuurder optreedt (p. 111).
Delict 14
De gestolen Saab is op 11 december 2012 omstreeks 5.07 uur aangetroffen tegen een lantaarnpaal op de Waterstraat te Schaijk, met draaiende motor (p. 982). Deze locatie ligt tussen Reek en het centrum van Schaik. De Saab blijkt te zijn gestolen in Oss in de nacht van 9 op 10 december 2012 (p. 984). Het contactslot bleek te zijn verbroken (p. 987).
Uit de omstandigheid dat [verdachte] met de Saab is weggereden en het contactslot verbroken blijkt te zijn, leidt het hof af dat [verdachte] ten tijde van het als bestuurder verwerven of voorhanden krijgen van de Saab minstgenomen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de Saab was gestolen.
Delict 51
Volgens [de zoon van de medeverdachte] is de zwarte Volkswagen Golf gestolen in Reek. [verdachte] en zijn vader waren daar bij aanwezig. Zelf heeft hij op de uitkijk gestaan. Zijn vader is met de Golf weggereden, hij is zelf ook in de Golf gestapt. Nadat de Saab is achtergelaten is ook [verdachte] in de Golf gestapt (p. 118).
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het gaat om de Volkswagen Golf met [kenteken] . De auto wordt door de politie op 14 december 2012 teruggevonden in Lithoijen. In de auto wordt een zonnebril aangetroffen met DNA-materiaal van [medeverdachte] (p. 2018, p. 2030-2032, p. 2045, p. 2050, rapport NFI d.d. 22 november 2013).
De Volkswagen Golf is die nacht door [verdachte] en [medeverdachte] gebruikt om diefstallen te plegen (delict 15 en 16).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, af dat de Volkswagen Golf door [verdachte] en [medeverdachte] is weggenomen. In hetgeen door de verdediging is aangevoerd ziet het hof geen reden om aan de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] over de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte] te twijfelen.
Delict 15
Door [de zoon van de medeverdachte] is verder verklaard dat in de nacht van 10 op 11 december 2012 nog een Volkswagen Golf is gestolen, in de buurt van [adres verdachte] van [verdachte] (hof: [adres verdachte] te Oss). [de zoon van de medeverdachte] noemt dit de Golf 2. Ze zijn vanuit Oss met beide auto’s naar Lithoijen gereden. [verdachte] reed in de Golf 2, zijn vader en hijzelf in de zwarte Golf. Bij het tankstation is met de Golf 2 het toegangshek open gereden (delict 16) (p. 119).
Volgens de aangifte is de Volkswagen Golf gestolen in de avond/nacht van 10 op 11 december 2012 te Oss, [adres] (p. 1001). Dit is gelegen in de buurt van [adres verdachte] . Bij het aantreffen van de Volkswagen Golf blijkt het contactslot te zijn verwijderd (p. 1016).
Gelet op de verklaring van [de zoon van de medeverdachte] en op de omstandigheid dat de Volkswagen Golf is gebruikt voor de inbraak bij een tankstation in Lithoijen (delict 16), acht het hof bewezen dat de Volkswagen Golf is weggenomen door [verdachte] , [medeverdachte] en [de zoon van de medeverdachte] .
Delict 16
Door [de zoon van de medeverdachte] is verklaard dat ze in Lithoijen bij hetzelfde tankstation zijn geweest als waar hij eerder over heeft gesproken (hof: delict 10). Met de Golf 2 is het toegangshek open gereden. Zijn vader heeft de ruit ingeslagen. [verdachte] en zijn vader zijn binnen geweest, zelf heeft hij op de uitkijk gestaan. De Golf 2 is daar achtergebleven (p. 119-120).
Uit de aangifte blijkt dat de poort is vernield en dat de ruit van de toegangsdeur naar de winkel stuk was. Er is shag weggenomen (p. 1015-1016). Voor de poort wordt de eerder gestolen rode Volkswagen Golf aangetroffen (p. 1016).
Delict 17
Door [de zoon van de medeverdachte] is verder verklaard dat ze ook bij een tankstation in Geffen zijn geweest. Daar heeft zijn vader een ruit ingeslagen, [verdachte] is naar binnen gegaan. Zelf heeft hij aan de weg op de uitkijk gestaan. Er zijn sigaretten en een kassalade meegenomen (p. 118-119).
Uit de aangifte blijkt dat er een geldlade en sigaretten zijn gestolen (p. 1029-1031). Een getuige bevestigt dat een persoon naar de weg liep en op de uitkijk ging staan (p. 1035).
Gelet op de bewijsmiddelen acht het hof bewezen dat beide inbraken (delict 16 en 17) zijn gepleegd door [verdachte] en [medeverdachte] .
In hetgeen door de verdediging overigens is aangevoerd ziet het hof geen reden om te komen tot een ander oordeel. Het hof acht de verklaringen die [de zoon van de medeverdachte] heeft afgelegd betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Delict 43
Uit de aangifte van [persoonsnaam] blijkt dat tussen 8 februari 2013 te 20.00 uur en 9 februari 2013 te 10.00 uur op het [adres] te Rijkevoort een Volkswagen Golf met [kenteken] is gestolen (p. 1655).
Aan de hand van gegevens van een peilbaken, aangebracht onder een Volkswagen Golf met [kenteken] , welke auto in gebruik was bij [medeverdachte] , wordt waargenomen dat deze auto op 9 februari 2013 te 00.06 uur stilstaat in de omgeving van het [adres] te Rijkevoort (p. 1662). Op 11 februari 2013 wordt de gestolen Volkswagen Golf met [kenteken] aangetroffen op de Parkweg te Rijkevoort, dit is in de nabijheid van de woning van [medeverdachte] (p. 1662, 1652). De auto wordt vervolgens voorzien van een peilbaken en op de binnenbekleding van de voorzijde voorzien van zgn. flockvezel (p. 1657, 1662). Op 11 februari 2013 omstreeks 21.20 uur wordt waargenomen dat [medeverdachte] bestuurder is van de auto en [verdachte] bijrijder (p. 1664). Die nacht worden door [medeverdachte] en [verdachte] op meerdere plaatsen diefstallen dan wel een poging daartoe gepleegd waarbij zij gebruik maken van de gestolen Volkswagen Golf. Op 12 februari 2013 wordt [medeverdachte] als bestuurder van de gestolen Volkswagen Golf aangehouden (p. 1666).
Het hof acht niet bewezen dat [verdachte] betrokken was bij de diefstal van de Volkswagen Golf. Wel acht het hof bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling. Gebleken is dat [verdachte] met [medeverdachte] inbraken pleegde waarbij zij gebruik maakten van gestolen auto’s. Ook in de nacht van 11 op 12 februari 2013 werden door [verdachte] en [medeverdachte] inbraken gepleegd waarbij in dit geval de gestolen Volkswagen Golf werd gebruikt. Onder die omstandigheden had [verdachte] op het moment van het voorhanden krijgen van de Volkswagen Golf redelijkerwijs moeten vermoeden dat de auto waarmee hij die nacht met [medeverdachte] inbraken ging plegen van misdrijf afkomstig was.
Delicten 44, 45, 46, 47 en 49.
Delict 44
Op 11 februari 2013 omstreeks 21.20 uur wordt waargenomen dat [medeverdachte] de bestuurder is van de gestolen Volkswagen Golf met [kenteken] en [verdachte] de bijrijder (p. 1935). Op 12 februari 2013 omstreeks 00.50 uur wordt waargenomen dat de Volkswagen Golf stopt bij een tankstation te Grave. Bestuurder [medeverdachte] en bijrijder [verdachte] stappen uit en zetten een bivakmuts op. Gezien wordt dat er een koevoet wordt gepakt. Vervolgens hoort men harde klappen en glasgerinkel. Kort daarna stappen [medeverdachte] en [verdachte] weer in en rijden snel weg (p. 1935). Er blijkt een poging tot inbraak te hebben plaatsgevonden aan de snoep-/frisdrankautomaat bij het tankstation (p. 1714).
Delict 45
Aan de hand van de bakengegevens van de Volkswagen Golf wordt vervolgens geconstateerd dat op 12 februari 2013 tussen 01.38 uur en 01.41 uur de auto stilstaat op de Kapelstraat te Rijkevoort. Op de bakengegevens is te zien dat de auto tussen deze tijdstippen exact bij supermarkt Attent stilstaat (p. 1761). Door de eigenaar van de supermarkt wordt op 12 februari 2013 verklaard dat hij die ochtend is gebeld door de bakker die hem vertelde dat op 12 februari 2013 omstreeks 07.30 uur de deur naast de grote kanteldeur van het magazijn open stond. Op 11 februari 2013 omstreeks 18.00 uur heeft de eigenaar van de supermarkt nog alles gecontroleerd en heeft toen geen onregelmatigheden geconstateerd. Er blijken colaflessen te zijn weggenomen (p. 1752-1753). Uit onderzoek blijkt dat het slot van de deur is geforceerd.
Delict 46 en 47
Diezelfde nacht wordt op de [adres] te Geffen een Volkswagen Polo met het [kenteken] gestolen (p. 1790). Uit het observatieverslag blijkt dat de Volkswagen Golf met het [kenteken] op 12 februari 2013 omstreeks 03.04 uur stilstaat in de [adres] te Geffen. De auto vertrekt weer om 03.14 uur (p. 1804). De auto rijdt vervolgens naar de Bedrijvenweg in Geffen (p. 1804). Om 03.25 uur ziet het observatieteam dat er een ramkraak heeft plaatsgevonden bij garagebedrijf [persoonsnaam] aan de Bedrijvenweg. De Volkswagen Polo wordt ter plaatse met draaiende motor en een geheel beschadigde achterzijde aangetroffen (p. 1804). Uit onderzoek aan de Volkswagen Polo blijkt dat zowel op de bestuurdersstoel als op de bijrijdersstoel flockvezel wordt aangetroffen (rapport NFI d.d. 1 juli 2013, p. 1875-8 e.v.).
Delict 49
Op 12 februari 2013 rond 06.00 uur wordt ingebroken in een bedrijfswagen, Opel Vivaro, aan [adres] te Reek. Getuigen zien daarbij twee personen (p. 1923, 1927, 1929). Het observatieteam ziet dat de Volkswagen Golf met [kenteken] omstreeks 06.00 uur stilstaat op [adres] en daar omstreeks 06.03 uur weer vertrekt (p. 1937). Ook in de bedrijfsbus wordt flockvezel aangetroffen (rapport NFI d.d. 1 juli 2013, p. 1875-8 e.v.). Er blijkt onder meer een oranjekleurig gereedschapskoffer van het merk Beta te zijn weggenomen (p. 1923-1924).
Het observatieteam ziet vervolgens dat de Volkswagen Golf [adres verdachte] te Oss oprijdt, dat twee mannen uitstappen en dat zware metalen voorwerpen uit de kofferbak worden gehaald en in de schuur achter [adres verdachte] worden gelegd. Er worden ook voorwerpen [adres verdachte] in gedragen (p. 1937). Het zou hier gaan om [adres verdachte] van [verdachte] (aanvullend proces-verbaal van P.J.A. Straus d.d. 14 februari 2013). Bij de doorzoeking op 12 februari 2013 wordt in de schuur achter [adres verdachte] van [verdachte] onder andere een oranje gereedschapskist met het opschrift Beta aangetroffen (aanvullend proces-verbaal van [verbalisant] d.d. 25 februari 2013).
Na de aanhouding van [medeverdachte] en [verdachte] wordt hun kleding onderzocht. Op de kleding blijkt eveneens flockvezel aanwezig (rapport NFI d.d. 1 juli 2013, p. 1875-8 e.v.).
Uit onderzoek is gebleken dat de aangetroffen flockvezels (Volkswagen Polo, Opel, kleding van [verdachte] en kleding van [medeverdachte] ) overeenkomen met de eerder in de Volkswagen Golf met [kenteken] aangebrachte flockvezels (rapport NFI d.d. 1 juli 2013, p. 1875-8 e.v.).
Door de verdediging is vrijspraak bepleit voor de delicten 46, 45, 47 en 49. Volgens de verdediging is er onvoldoende bewijs dat [verdachte] betrokken was bij deze feiten.
Uit de bewijsmiddelen, met name de omstandigheid dat wordt gezien dat [verdachte] de bijrijder is in de eerder gestolen Volkswagen Golf, dat hij die nacht met [medeverdachte] tracht een snoep-/frisdrankautomaat open te breken, dat diezelfde nacht met de Volkswagen Golf ook op andere plaatsen inbraken worden gepleegd, dat daarbij onder meer een oranje gereedschapskoffer van het merk Beta wordt gestolen, dat aan het eind van de nacht/begin van de ochtend de Volkswagen Golf naar [adres verdachte] te Oss rijdt, zijnde het [adres verdachte] waar [verdachte] woont, dat daar goederen worden uitgeladen en dat korte tijd later in de schuur bij de woning van [verdachte] een oranje gereedschapskist met het opschrift Beta wordt aangetroffen, alsmede de resultaten van het onderzoek naar de in de Volkswagen Polo en in de Opel Vivaro aangetroffen flockvezels, leidt het hof af dat [verdachte] betrokken is geweest bij de die nacht gepleegde diefstallen. Het hof merkt daarbij nog op dat [verdachte] geen verklaring heeft gegeven met betrekking tot de waarnemingen dat hij als bijrijder in de eerder gestolen Volkswagen Golf heeft gezeten.
Woninginbraken; delicten 41 en 55
Delict 41
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de onder 6 ten laste gelegde woninginbraak wegens gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe is aangevoerd dat tussen het moment van de inbraak en het aantreffen van de goederen bij verdachte te veel tijd is verstreken om aan te kunnen nemen dat verdachte de inbraak (mede) heeft gepleegd.
Het hof overweegt als volgt.
Op 4 februari 2013 wordt in de nacht/vroege ochtend ingebroken in de woning aan de [adres] te Oss waarbij – onder meer – zijn gestolen een Ambilight/LED TV van het merk Philips, type 46 PFL 8685, een laptop van het merk Asus, type NB X54HR SX 048V, serienummer BCN0AS577237524, en een mobiele telefoon van het merk/type Samsung Galaxy met simkaartnummer 0625020800 (p. 1556-1561). Via de werkgever van aangever werd bekend dat het mobiele toestel was voorzien van IMEI-nummer 352052050535850 (p. 1548).
Op 4 februari 2013 om 11.19 uur en om 17.47 uur voert de verdachte telefoongesprekken waaruit blijkt dat hij beschikt over een laptop en een Ambilight TV en deze te koop aanbiedt. Het laatstgenoemde telefoongesprek vindt plaats tussen verdachte en een man die gebruik maakt van het telefoonnummer op naam van [persoonsnaam] (p. 1566-1567). Op 5 februari 2013 om 10.24 uur heeft verdachte een telefoongesprek met een man die gebruik maakt van het telefoonnummer op naam van [persoonsnaam] , waarin verdachte aangeeft dat hij een X-54 H-serie Asus laptop voor zich heeft staan (p. 1568). [persoonsnaam] heeft op 22 februari 2013 bij de politie verklaard dat hij van verdachte een Asus laptop heeft gekocht (p. 1617-1619). Dit blijkt de uit de woning gestolen laptop met het serienummer BCN0AS577237524 te zijn (p. 1630). Op 12 februari 2013 wordt in de woning van verdachte de gestolen gsm aangetroffen (p. 402).
Op grond van het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte kort na de woninginbraak in het bezit was van de aldaar weggenomen tv en laptop. Ook blijkt verdachte 8 dagen na de inbraak de gestolen telefoon onder zich te hebben. Nu verdachte voor het bezit van deze goederen geen (aannemelijke) verklaring heeft gegeven, acht het hof – anders dan de verdediging – wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die de woninginbraak heeft gepleegd.
Delict 55
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de onder 11 ten laste gelegde woninginbraak wegens gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. Hiertoe is aangevoerd dat het aantreffen van het verzekeringspasje op naam van [persoonsnaam] niets zegt over verdachtes betrokkenheid bij de inbraak in de woning van de heer [persoonsnaam] . Daarnaast ontbreken unieke overeenkomsten tussen de in de woning aangetroffen schoensporen en de onderzochte schoenen van verdachte.
Het hof overweegt als volgt.
In de periode van 14 november 2012 tot en met 17 november 2012 wordt een inbraak gepleegd in de woning van de heer [persoonsnaam] aan de [adres] te Oss (p. 2155 e.v.). In de woning is sporenonderzoek verricht en zijn in de fitnessruimte fragmenten van schoensporen aangetroffen en veiliggesteld onder de SIN-nummers AAFK9531NL en AAFK9561NL (p. 2173-2175). Op 12 februari 2013 heeft de politie de woning van verdachte aan [adres verdachte] te Oss doorzocht. Direct achter zijn woning is toen een zorgverzekeringspasje aangetroffen op naam van [persoonsnaam] , de aangever van de woninginbraak (p. 2176).
Uit FTO-onderzoek blijkt dat het profiel van de meest omvangrijke plaatsing van de schoensporen ter zake van SIN-nummer AAFK9531NL overeenkomt met het profiel van de van verdachte afkomstige linkerschoen, dat de afmetingen praktisch overeenkomen en dat onverklaarbare verschillen niet zijn waargenomen. Er wordt geconcludeerd dat de meest omvangrijke plaatsing van de betreffende schoensporen is veroorzaakt met een linkerschoen soortgelijk aan de linkerschoen van verdachte. Hetzelfde geldt voor de meest omvangrijke plaatsing van de schoensporen ter zake van SIN-nummer AAFK9561NL en de van verdachte afkomstige rechterschoen (afzonderlijk opgemaakt proces-verbaal van verbalisant Schouten, proces-verbaalnummer 2012126321).
Uit het aantreffen van het verzekeringspasje van aangever achter de woning van verdachte in combinatie met de resultaten van het vergelijkend schoenspooronderzoek leidt het hof af dat verdachte degene is geweest die de woninginbraak heeft gepleegd. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte geen verklaring heeft gegeven over het aangetroffen verzekeringspasje.
Schuldhelingen; delicten 53, 56 en 62
De bij verdachte aangetroffen autosleutels van een Ford Galaxy, tankpas en autosleutel van een Audi betreffen voorwerpen van drie verschillende eigenaren die op drie verschillende momenten zijn gestolen. Dit maakt het niet aannemelijk dat verdachte deze voorwerpen – al dan niet op eenzelfde moment – ergens heeft gevonden. Het hof houdt het er dan ook voor dat verdachte de voorwerpen moet hebben overgenomen/gekregen van een ander dan de bestolen eigenaren. Verdachte heeft overigens ook geen verklaring gegeven voor deze in zijn woning aangetroffen voorwerpen.
Onder de gegeven omstandigheden had het op de weg van verdachte gelegen om zich ten tijde van het voorhanden krijgen van die voorwerpen te vergewissen van de herkomst die goederen (onderzoeksplicht). Nu hij dit heeft nagelaten, is het hof van oordeel dat de verdachte heeft gehandeld met verwaarlozing van de te dezen in het maatschappelijk verkeer geboden voorzichtigheid en zorgvuldigheid. Dientengevolge acht het hof bewezen dat hij – op zijn minst – redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de betreffende goederen van misdrijf afkomstig waren.
Inbraak schuur; delict 59
In de avond/nacht van 10 op 11 februari 2013 wordt ingebroken in een schuur in Rijkevoort. Er worden onder meer een flatscreen en gereedschap gestolen (p. 2226).
Op 12 februari 2013 omstreeks 06.45 uur wordt [medeverdachte] als bestuurder van de Volkswagen Golf met [kenteken] aangehouden (p. 2236). In de auto wordt gereedschap aangetroffen dat wordt herkend door de aangever als zijnde zijn eigendom (p. 2239, 2244).
Bij [verdachte] wordt op 12 februari 2013 het gestolen beeldscherm aangetroffen (p. 194, p. 2223).
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal. Er zijn geen feiten en omstandigheden die de verdachte in verband brengen met de diefstal.
Het hof overweegt het volgende.
Korte tijd na de inbraak is bij de verdachte het gestolen beeldscherm aangetroffen. Verdachte heeft hiervoor geen verklaring gegeven.
Gelet op het korte tijdsbestek tussen de inbraak en het aantreffen van één van de gestolen goederen bij verdachte en in aanmerking genomen dat verdachte hiervoor geen reële verklaring heeft gegeven acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte betrokken was bij de inbraak.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1a en 1b bewezen verklaarde levert telkens op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2a en 2b bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 4a bewezen verklaarde levert op:
opzetheling
Het onder 4b bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 4c bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het onder 5a en 5b bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 7b bewezen verklaarde levert op:
schuldheling.
Het onder 7c bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 9a en 9b bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 9c bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 11 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 12a, 12c en 12g bewezen verklaarde levert telkens op:
schuldheling.
Het onder 13 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Het hof acht minder feiten bewezen dan door de rechtbank bewezen is verklaard en gevorderd door de advocaat-generaal. In het bijzonder de vrijspraak van de overval op de woning (delict 50) die de rechtbank bewezen heeft verklaard en waarvan de advocaat-generaal, anders dan de officier van justitie in eerste aanleg, de bewezenverklaring heeft gevorderd, leidt tot een lagere straf dan door de rechtbank opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd.
De verdachte heeft zich – al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen – schuldig gemaakt aan vele vermogensdelicten, waaronder woninginbraken en zogenaamde ramkraken.
Verdachte heeft deze feiten gepleegd in een relatief korte periode waarbij meerdere feiten in één nacht werden gepleegd. Verdachte is met de medeverdachte herhaaldelijk op rooftocht gegaan waarbij ook gebruik werd gemaakt van een daarvóór gestolen auto. In een aantal gevallen werd de toegang geforceerd met behulp van de gestolen auto.
De vermogensdelicten waaraan verdachte zich heeft schuldig gemaakt veroorzaken veel schade en overlast voor de slachtoffers, zowel voor ondernemers als particulieren. Ook zorgt het voor gevoelens van onrust en onveiligheid. Verdachte heeft zich hiervan niets aangetrokken en zich kennelijk enkel laten leiden door financieel gewin. Uit het handelen van verdachte spreekt minachting voor andermans eigendom.
Blijkens het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 24 juni 2015 is de verdachte meermalen eerder onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van soortgelijke strafbare feiten, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden om opnieuw dergelijke delicten te plegen. Bovendien heeft verdachte de onderhavige strafbare feiten gepleegd in de proeftijd van zijn voorwaardelijke veroordeling in de zaak met parketnummer 01-845415-11 (zie de vordering tot tenuitvoerlegging).
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
De benadeelde partij [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 910,-. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen en derhalve van rechtswege opnieuw aan de orde in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 2 bewezen verklaarde handelen (feit 2a, delict 8) rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededader zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
De benadeelde partij [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding. Bij vonnis waarvan beroep is de vordering toegewezen voor een bedrag van € 576,50. De vordering is van rechtswege opnieuw aan de orde in hoger beroep. Het hof begrijpt de vordering aldus dat deze een totaalbedrag behelst van € 540,50, bestaande uit een bedrag van € 480,- aan reparatiekosten en € 60,50 aan taxatiekosten.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 4b bewezen verklaarde handelen (delict 15) rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededaders zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
De benadeelde partij [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 3.587,- . Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.587,-. Nu de benadeelde partij zich in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd is de vordering in hoger beroep slechts aan de orde voor zover deze is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 4c bewezen verklaarde handelen (delict 51) rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededader zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
De benadeelde partij [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 456,16. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep geheel toegewezen en derhalve van rechtswege opnieuw aan de orde in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 7c bewezen verklaarde handelen (delict 46) rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 416,16. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Voor het overige zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot schadevergoeding, nu die kosten (€ 40,-) zijn gemaakt ten behoeve van het opsporingsonderzoek en mitsdien niet dienen te worden verhaald op de verdachte. De benadeelde partij kan daarom thans in zoverre niet in de vordering worden ontvangen en kan deze bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededader zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij Autobedrijf [persoonsnaam] / [persoonsnaam]
De benadeelde partij Autobedrijf [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 725,-. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep geheel toegewezen en derhalve van rechtswege opnieuw aan de orde in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij Autobedrijf [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 9b bewezen verklaarde handelen (delict 47) rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededader zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
De benadeelde partij [persoonsnaam] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 1.150,64. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep geheel toegewezen en derhalve van rechtswege opnieuw aan de orde in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [persoonsnaam] als gevolg van verdachtes in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 9c bewezen verklaarde handelen (delict 49) rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het hof is – met de rechtbank – van oordeel dat uit de vordering tot schadevergoeding genoegzaam blijkt dat de heer [persoonsnaam] als controller van [persoonsnaam] kennelijk bevoegd is om als gemachtigde van de benadeelde partij op te treden. Het hof ziet geen reden eraan te twijfelen dat hij als gemachtigde is opgetreden.
Het hof ziet aanleiding te dezer zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden.
Verdachte en zijn mededader zijn naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
Vordering tenuitvoerlegging
Het hof is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie te ’s-Hertogenbosch van 21 januari 2014, tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te ’s-Hertogenbosch van 18 april 2012 onder parketnummer 01/845415-11 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, van oordeel, dat – nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt – de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis, dient te worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14,g, 14h, 14i, 14j, 36f, 45, 57, 63, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover gericht tegen de vrijspraken van het onder 7a, 12b, 12d, 12e en 12f ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4a primair, 4d, 7b primair en 10 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1a, 1b, 2a, 2b, 3, 4a subsidiair, 4b primair, 4c primair, 5a, 5b, 6 primair, 7b subsidiair, 7c primair, 8, 9a, 9b, 9c, 11, 12a, 12c, 12g en 13 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [persoonsnaam] ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 910,00 (negenhonderdtien euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoonsnaam] , ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 910,00 (negenhonderdtien euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
18 (achttien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [persoonsnaam] ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 540,50 (vijfhonderdveertig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoonsnaam] , ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 540,50 (vijfhonderdveertig euro en vijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover mededaders hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [persoonsnaam] ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.587,00 (duizend vijfhonderdzevenentachtig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoonsnaam] , ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.587,00 (duizend vijfhonderdzevenentachtig euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [persoonsnaam] ter zake van het onder 7 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 416,16 (vierhonderdzestien euro en zestien cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoonsnaam] , ter zake van het onder 7 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 416,16 (vierhonderdzestien euro en zestien cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij Autobedrijf [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Autobedrijf [persoonsnaam] ter zake van het onder 9 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 725,00 (zevenhonderdvijfentwintig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Autobedrijf [persoonsnaam] , ter zake van het onder 9 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 725,00 (zevenhonderdvijfentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [persoonsnaam]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [persoonsnaam] ter zake van het onder 9 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.150,64 (duizend honderdvijftig euro en vierenzestig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoonsnaam] , ter zake van het onder 9 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.150,64 (duizend honderdvijftig euro en vierenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
21 (eenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Tenuitvoerlegging
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 18 april 2012, parketnummer 01-845415-11, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Aldus gewezen door
mr. M.J.H.J. de Vries-Leemans, voorzitter,
mr. N.J.M. Ruyters en mr. F.P.E. Wiemans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.G.W.M. van der Vleuten, griffier,
en op 7 oktober 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. F.P.E. Wiemans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.