3.5.Ingevolge artikel 353 lid 1 jo. artikel 130 lid 3 Rv is een wijziging van eis niet toegestaan, tenzij appellant die wijziging tijdig bij exploot aan geïntimeerde kenbaar heeft gemaakt. Tico heeft naar voren gebracht dat zij de wijziging van eis aan geïntimeerde kenbaar heeft gemaakt, hetgeen bevestiging vindt in het door haar overgelegde exploot (productie 3 mvg). Het hof acht de eiswijziging voorts niet in strijd met de goede procesorde, zodat het hof recht zal doen op de gewijzigde eis.
verplichting tot levering/tekortkoming
3.6.1.De grieven 2 tot en met 5 richten zich naar de kern genomen tegen het oordeel van de rechtbank dat Parc Merwede zich niet jegens Tico heeft verbonden tot levering van de kantine, zodat zij niet tekortgeschoten is. Het hof zal deze grieven gezamenlijk bespreken.
3.6.2.Tico heeft gesteld dat het de uitdrukkelijke bedoeling van partijen was dat de nog door Parc Merwede van [verkoper] te verkrijgen kantine mede begrepen was in de tussen hen gesloten koopovereenkomst. Dit blijkt volgens Tico onder meer uit het feit dat de koopsom mede betrekking heeft op de kantine, zoals beschreven is in de akte van levering.
3.6.3.Parc Merwede stelt dat ten gevolge van de omstandigheid dat ten tijde van de levering van het recreatiepark aan Tico de ruilovereenkomst met [verkoper] nog niet was nagekomen, van haar niet meer of anders kon worden verlangd dan dat zij zich zou inspannen om ervoor te zorgen dat de kantine op een later moment aan Tico zou worden geleverd. Met de cessie als vermeld in de notariële akte van levering heeft zij aan die verplichting voldaan. Tico is hiermee akkoord gegaan, aldus Parc Merwede.
3.6.4.Voor de vraag of de kantine begrepen is in de tussen partijen gesloten koopovereenkomst is de tekst van de overeenkomst niet beslissend. Waar het op aankomt is de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die tekst mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
3.6.5.Dat Tico met de koopovereenkomst de kantine in eigendom wilde verkrijgen, is door Parc Merwede niet weersproken (2 cva). Gesteld noch gebleken is dat er voor partijen ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst aanleiding bestond om ervan uit te gaan dat de partijen bij de ruilovereenkomst geen uitvoering aan die overeenkomst zouden geven. In beginsel, behoudens het intreden van de in de brief van 19 juli 2007 van de Notarissen genoemde ontbindende voorwaarden, mocht Tico er daarom van uitgaan dat [verkoper] de kantine aan Parc Merwede zou overdragen, zoals in de ruilovereenkomst was bepaald, waardoor Parc Merwede eigenaar van de kantine zou worden en deze vervolgens zou leveren aan Tico. Nu voorts, naar Parc Merwede niet weersproken heeft en zoals blijkt uit de akte van levering van 6 februari 2008, de koopprijs tevens betrekking had op de kantine, moet worden aangenomen dat partijen met de koopovereenkomst tevens hebben bedoeld om de kantine aan Tico over te dragen.
3.6.6.Het hof acht de door de rechtbank aan het woord ‘conformeren’ toegekende betekenis, wat daarvan verder ook zij, onvoldoende om anders te oordelen. Zoals hiervoor is overwogen, is de tekst van de overeenkomst niet beslissend. Aan het oordeel van het hof doet evenmin af dat de kantine niet is opgenomen in de opsomming van zaken die vermeld zijn op pagina 1 van de koopovereenkomst. Immers staat vast dat de koopsom mede betrekking heeft op de kantine. Dat Parc Merwede ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst geen eigenaar was van de kantine, doet er niet aan af dat Parc Merwede zich kon verbinden tot verkoop en levering van de kantine. Bovendien moet worden aangenomen dat ook Parc Merwede verwachtte dat zij die kantine geleverd zou krijgen.
3.6.7.Met de vaststelling dat Parc Merwede zich op grond van de koopovereenkomst heeft verbonden tot overdracht van de kantine, dient thans, gelet op de devolutieve werking van het hoger beroep, te worden beoordeeld of partijen, zoals het standpunt van Parc Merwede naar het hof begrijpt impliceert, met de in de akte van levering opgenomen cessie nader zijn overeengekomen dat Parc Merwede niet langer gehouden was tot levering van de kantine en dat Tico, in plaats daarvan, een recht heeft verkregen op levering van de kantine jegens [verkoper] . Parc Merwede stelt dat Tico haar ter zake heeft gevrijwaard. Volgens Parc Merwede is haar vordering tot levering van de kantine jegens [verkoper] uit hoofde van de ruilovereenkomst met de in de notariële akte genoemde cessie overgedragen aan Tico, zodat Tico geen vordering meer heeft op haar.
3.6.8.Tico heeft bestreden dat partijen met de cessiebepaling in de akte van levering zijn overeengekomen dat Parc Merwede niet (langer) jegens Tico gehouden was tot levering van de kantine. Zij heeft aangevoerd dat partijen met de cessiebepaling niet hebben bedoeld dat Parc Merwede het recht op levering van de kantine met het passeren van de notariële akte meteen en blijvend zou overdragen op Tico. Volgens Tico bleef Parc Merwede de contractuele wederpartij van [verkoper] bij de ruilovereenkomst en diende Parc Merwede uitvoering te geven aan die overeenkomst. Slechts voor het geval Parc Merwede er niet voor zou zorgen dat [verkoper] de kantine zou leveren, zou Tico de in de cessiebepaling genoemde mededeling aan [verkoper] kunnen doen en zou zij de ruilovereenkomst zelf kunnen uitvoeren. De cessiebepaling was, zo stelt Tico, slechts bedoeld als zekerheid voor Tico en de mededeling aan [verkoper] is noch door Tico, noch door Parc Merwede gedaan.
3.6.9.Het hof overweegt dat Parc Merwede een verbintenis is aangegaan tot levering van de kantine. In beginsel bleef zij daarom zelf verantwoordelijk voor de nakoming daarvan, ook al zou zij door middel van de cessiebepaling met Tico een bepaalde wijze van nakoming zijn overeengekomen. Dat zou anders kunnen zijn indien Parc Merwede haar volledige rechtsverhouding uit hoofde van de ruilovereenkomst met [verkoper] - zowel de rechten als de daarmee onlosmakelijk verbonden plichten - zou hebben overgedragen aan Tico. Anders dan de leveringsakte van 6 februari 2008 lijkt te impliceren is de enkele mededeling aan [verkoper] van een (beoogde) overgang op Tico van het recht op levering onvoldoende. Uit het bepaalde in artikel 6:159 BW volgt dat daarvoor de medewerking van [verkoper] wordt vereist. Nu die medewerking ontbreekt, gaat het verweer dat Tico geen vorderingsrecht heeft op Parc Merwede niet op.
3.6.10.De conclusie luidt dat Parc Merwede zich op grond van de koopovereenkomst jegens Tico heeft verbonden tot het leveren (of doen leveren) van de kantine. Vaststaat dat zij de kantine niet heeft geleverd, zodat zij tekortgeschoten is in de nakoming van haar verbintenis. Dit betekent dat de grieven 2 tot en met 5 slagen.
3.7.1.Grief 7 richt zich tegen de afwijzing door de rechtbank van de vorderingen van Tico en de veroordeling van Tico in de proceskosten, inclusief nakosten. Dienaangaande overweegt het hof als volgt.
3.7.2.Bij brief van 24 februari 2010 (prod. 6 inl. dagv.) heeft Tico Parc Merwede in gebreke gesteld en verzocht om binnen veertien dagen het ertoe te leiden dat de kantine aan haar in eigendom wordt overgedragen. Nu vaststaat dat Parc Merwede de kantine niet binnen de genoemde termijn aan Tico heeft geleverd, verkeert zij vanaf 11 maart 2010 in verzuim.
3.7.3.Met de tekortkoming en het verzuim was Tico op grond van artikel 6:265 BW in beginsel bevoegd om de overeenkomst partieel te ontbinden. Zoals Parc Merwede ten verweer heeft aangevoerd (31 cva) bepaalt de akte van levering echter in artikel 7 dat partijen de bevoegdheid tot ontbinding hebben uitgesloten, waarmee partijen zijn afgeweken van het bepaalde in artikel 6:265 BW. De door Tico gevorderde verklaring voor recht die strekt tot ontbinding van de koopovereenkomst is daarom niet toewijsbaar. Evenmin kan het hof de overeenkomst alsnog partieel ontbinden.
3.7.4.De tekortkoming van Parc Merwede verplicht haar ingevolge artikel 6:74 BW tot vergoeding van de schade die Tico als gevolg daarvan heeft geleden, tenzij die tekortkoming Parc Merwede niet kan worden toegerekend.
3.7.5.Parc Merwede heeft aangevoerd dat de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend. Zij stelt, naar het hof begrijpt, dat Tico met de cessie van de vordering jegens [verkoper] (Parc Merwede spreekt van ‘de constructie’, waarmee kennelijk wordt gedoeld op de ‘constructie van overdrachten’ als genoemd onder 29 cva) bewust heeft geaccepteerd dat [verkoper] niet zou presteren. Volgens Parc Merwede draagt zij niet de verantwoordelijkheid voor de tekortkoming van [verkoper] .
3.7.6.Het hof verwerpt het verweer. Zoals hiervoor is overwogen, heeft de cessiebepaling en de daarin opgenomen vrijwaring Parc Merwede niet bevrijd van haar verbintenis jegens Tico om de kantine te (doen) leveren. Anders dan Parc Merwede betoogt, heeft Tico met die bepaling niet geaccepteerd dat een tekortkoming van [verkoper] voor haar rekening zou komen. Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat de niet-nakoming van de ruilovereenkomst te wijten is aan [verkoper] , komt die tekortkoming in de verhouding tussen Parc Merwede en Tico voor rekening van Parc Merwede. De tekortkoming van Parc Merwede kan haar derhalve worden toegerekend, zodat Tico recht heeft op de schade die zij als gevolg daarvan heeft geleden.
3.7.7.Tico stelt dat zij als gevolg van de tekortkoming schade heeft geleden, die zij heeft begroot op € 250.000,00, zijnde het deel van de koopprijs die partijen in de akte van levering aan de kantine hebben toegekend.
3.7.8.Parc Merwede heeft betwist dat Tico als gevolg van de tekortkoming schade heeft geleden. Daarnaast betwist zij de gestelde omvang van de schade. Volgens Parc Merwede is het niet juist om voor de begroting van die schade de (oorspronkelijke) prijs van de niet geleverde kantine als uitgangspunt te nemen. Volgens Parc Merwerde gaat Tico er aan voorbij dat zij ook nog een vorderingsrecht ter zake kavel 210 heeft verkregen die gelijkwaardig is aan de prijs van de kantine. Die kavel kan Tico op eerste afroep aan zich laten overdragen, zo stelt Parc Merwede. Verder voert zij aan dat de prijs van de kavel en de kantine niet € 250.000,00 is maar € 127.500,00.
3.7.9.De schade die Tico als gevolg van de tekortkoming heeft geleden bestaat in de vermogensvermindering van Tico doordat zij de kantine niet geleverd heeft gekregen zoals was overeengekomen. Deze schade kan in beginsel worden begroot op de koopprijs die partijen voor de kantine zijn overeengekomen. Volgens de akte van levering is dit een bedrag van € 250.000,00. De enkele omstandigheid dat een prijs van € 127.500,00 is genoemd in de door Parc Merwede als productie 5 conclusie van antwoord overgelegde conceptakte van levering leidt niet tot een ander oordeel. Die akte betreft immers een overeenkomst tussen Tico en [verkoper] , terwijl de in de conceptakte genoemde overeenkomst bovendien, naar het hof begrijpt, niet is gesloten. Het hof begroot de door Tico als gevolg van de tekortkoming geleden schade daarom op € 250.000,00.
3.7.10.Parc Merwede beroept zich op eigen schuld omdat Tico akkoord is gegaan met de cessie van de vordering tot levering van de kantine en daarmee heeft geaccepteerd dat [verkoper] de ruilovereenkomst niet zou (kunnen) nakomen. Verder stelt zij dat Tico in strijd heeft gehandeld met haar schadebeperkingsplicht doordat zij nalaat kavel 210 aan zich te laten overdragen.
3.7.11.Zoals hiervoor is geoordeeld heeft Tico niet geaccepteerd dat [verkoper] de ruilovereenkomst niet zou nakomen. Verder is geoordeeld dat de kantine en niet kavel 210 onderdeel uitmaakt van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst. Tico kan in het kader van zijn schadebeperkingsplicht niet gehouden worden om een kavel af te nemen dat zij niet heeft gekocht. Het beroep op eigen schuld en het beroep op de schadebeperkingsplicht falen derhalve.
3.7.12.Gelet op het voorgaande dient het vonnis van de rechtbank te worden vernietigd en zal de vordering tot veroordeling van Parc Merwede om aan Tico € 250.000,00 te betalen worden toegewezen. Omdat Parc Merwede vanaf 11 maart 2010 in verzuim is, is de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 maart 2010 tot de dag van voldoening eveneens toewijsbaar.
3.7.13.De grieven 1 (vaststelling feiten), 6 (ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling) behoeven wegens het ontbreken van een belang daarbij geen beoordeling.
3.7.14.Het hof zal Parc Merwede als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van beide instanties veroordelen, inclusief de nakosten in het hoger beroep.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van Tico zullen worden vastgesteld op:
– explootkosten € 78,89
– griffierecht € 263,00
totaal verschotten € 341,89
en voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief VI:
1. punt x € 2.000,00 € 2.000,00
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Tico zullen worden vastgesteld op:
– explootkosten € 83,71
– griffierecht € 4.961,00
totaal verschotten € 5.044,71
en voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief VI:
1. punt x € 3.263,00 € 3.263,00
De kosten van betekening van de memorie van grieven dienen voor rekening van Tico te blijven nu deze in verband met haar eiswijziging zijn gemaakt.
Het hof zal de nakosten begroten op € 131,-- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,-- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden.
3.7.15.Gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv is ook de vordering tot betaling van de beslagkosten toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 485,43 voor verschotten en op € 2.000,00 voor salaris advocaat.
3.7.16.De door Tico gevorderde wettelijke rente over de proceskostenveroordeling en de beslagkosten is eveneens toewijsbaar.
3.7.17.Dit arrest zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard zoals Tico heeft verzocht, nu op dit punt geen verweer is gevoerd.