ECLI:NL:GHSHE:2015:3891
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- D.A.E.M. Hulskes
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder op 17 juli 2015 besloten om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat de appellante niet naar behoren voldeed aan haar informatie- en sollicitatieplicht. De appellante, die in de schuldsaneringsregeling was opgenomen sinds 6 februari 2013, had volgens de rechtbank onvoldoende informatie verstrekt aan haar bewindvoerder en had niet voldoende gesolliciteerd. De bewindvoerder had opgemerkt dat de appellante gedurende een periode van 18 maanden niet aantoonbaar aan haar sollicitatieverplichting had voldaan, wat leidde tot de conclusie dat de schuldsaneringsregeling niet langer kon voortduren.
In hoger beroep heeft de appellante betoogd dat zij wel degelijk aan haar verplichtingen voldeed en dat haar omstandigheden, zoals haar medische situatie en de zorg voor haar dochter, haar sollicitatie-inspanningen beperkten. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellante de informatieverplichting niet naar behoren was nagekomen en dat zij een nieuwe, bovenmatige schuld had laten ontstaan bij de Belastingdienst. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet voldoende had gesolliciteerd en dat haar verweer niet opging. De appellante had geen verzoek tot vrijstelling van de sollicitatieplicht ingediend, ondanks haar beperkingen.
Het hof heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen van de appellante haar kunnen worden verweten en dat er geen aanleiding was om de behandeling van de zaak aan te houden voor nader onderzoek naar haar arbeidsgeschiktheid. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de schuldsaneringsregeling van de appellante tussentijds moest worden beëindigd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.