3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten (zie rov. 2.1 tot en met 2.5 van het vonnis waarvan beroep, welke feitenvaststelling partijen niet hebben bestreden).
[appellante] is sinds 2 september 1985 bij Dynamiek (haar rechtsvoorganger) in dienst als leerkracht (muziekles), 0,1645 fte. De arbeidsovereenkomst is tegen 1 april 2014 ontbonden.
[appellante] heeft gewerkt: tot 2006 op basisschool De Wouter, enkele andere scholen van Dynamiek en tot einde schooljaar 2006/2007 op de Mariaschool. Zij is met ingang van 1 augustus 2007 toegewezen aan het bestuursbureau van Dynamiek. Zij heeft in die hoedanigheid voor verschillende scholen gewerkt, zeker in [plaats] tot juli 2008. Na een hartinfarct in augustus 2008 is zij begin 2009 volledig hersteld (en arbeidsgeschikt).
De personeelsadviseur van Dynamiek heeft met [appellante] in januari 2009 afgesproken uit te kijken naar passende werkzaamheden. Dat werk is niet gevonden. De personeelsadviseur zou met [appellante] contact opnemen als passend werk zou worden gevonden. De personeelsadviseur heeft geen contact met [appellante] opgenomen.
Dynamiek heeft bij brief d.d. 1 juli 2010 [appellante] een gratificatie toegekend wegens een 25-jarig ambtsjubileum.
[appellante] heeft van 2009 tot einde arbeidsovereenkomst geen arbeid voor eisende partij verricht. Deze laatste heeft tot einde arbeidsovereenkomst het salaris uitbetaald aan [appellante] .
3.2.1.In de eerste aanleg vorderde Dynamiek, kort gezegd, verklaring voor recht dat Dynamiek in de periode augustus 2010 tot en met september 2013 onverschuldigd salaris heeft betaald aan [appellante] en veroordeling van [appellante] tot betaling van € 24.369,87 met rente en kosten (met dien verstande dat wordt gevorderd de bruto verschuldigde loonsom, maar [appellante] aan Dynamiek enkel het netto-equivalent behoeft te betalen), althans een in goede justitie te betalen bedrag.
3.2.2.Aan deze vordering heeft Dynamiek, samengevat weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. [appellante] heeft van augustus 2010 tot en met september 2013 onverschuldigd salaris ontvangen, dat terugbetaald moet worden. Dynamiek voert aan dat op grond van goed werknemerschap [appellante] zelf contact had moeten opnemen met de vraag of er voor haar werkzaamheden waren. Dynamiek stelt de begindatum op augustus 2010 omdat toen voor [appellante] duidelijk had moeten zijn dat zij niet in het jaarlijkse formatieplan was opgenomen. Zij mocht er voorts niet op vertrouwen dat de afspraak met de personeelsadviseur vier jaar lang ongewijzigd zou blijven in die zin dat zij recht bleef houden op salarisdoorbetaling, aldus Dynamiek.
3.2.3.[appellante] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.Bij rolbeslissing heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
3.3.2.De comparitie heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2014, maar daarvan is geen proces-verbaal opgemaakt.
3.3.3.In het vonnis waarvan beroep heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat Dynamiek van 1 september 2011 tot en met september 2013 onverschuldigd salaris heeft betaald en [appellante] veroordeeld tot betaling € 16.246,58 bruto, te betalen in maandelijkse opeenvolgende termijnen van € 214,00 netto waarvan de eerste termijn vervalt tegen 31 oktober 2014, vermeerderd met rente.
3.3.4.Daartoe heeft de kantonrechter onder meer overwogen dat tussen partijen niet in geschil is dat de vordering van Dynamiek van € 24.369,87 het salaris en emolumenten van augustus 2010 tot en met september 2013 bedraagt en dat zo beschouwd Dynamiek de periode van januari 2009 tot augustus 2010 buiten beschouwing laat. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [appellante] (eerst) in augustus 2011 als goed werknemer contact had moeten opnemen. Volgens de kantonrechter hoefde [appellante] in augustus 2010 nog niet meteen actie te ondernemen omdat ze nog in 2010 een gratificatie had ontvangen. In augustus 2011 was zij echter drie formatieplannen buiten beeld gebleven en was er sinds februari 2010 geen enkel contact geweest. Het toegewezen bedrag van € 16.246,58 betreft twee jaren salaris en emolumenten.