In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben Decon Systems B.V. en L.D.A. B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. Het hof behandelt een incident waarin Decon en LDA verzoeken om schorsing van de executie van het bestreden vonnis. De rechtbank had in het vonnis van 14 mei 2014 de vordering in conventie afgewezen en Decon en LDA veroordeeld in de proceskosten. In reconventie werd Decon veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de geïntimeerden, wat leidde tot het hoger beroep.
Decon en LDA stellen dat het vonnis berust op een juridische misslag, omdat de rechtbank geen onderscheid heeft gemaakt tussen hen en ten onrechte Decon heeft veroordeeld tot betaling van bedragen die aan LDA gefactureerd hadden moeten worden. De geïntimeerden voeren gemotiveerd verweer tegen deze stelling. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een juridische misslag, aangezien Decon en LDA in eerste aanleg geen verweer hebben gevoerd in reconventie. Het hof wijst de vordering tot schorsing van de executie af en veroordeelt Decon en LDA in de proceskosten van het incident.
Daarnaast constateert het hof dat Decon en LDA verzuimd hebben om het volledige procesdossier van de eerste aanleg in het geding te brengen. Het hof geeft hen de gelegenheid om dit verzuim te herstellen en houdt verdere beslissingen aan. De zaak wordt verwezen naar de rol van 13 oktober 2015 voor het indienen van het volledige dossier.