4.1Het hof gaat in deze zaak uit van de volgende vaststaande feiten.
a. [appellant] is met ingang van 1 december 2011 (art. 1 van de als productie 1 bij conclusie van antwoord overgelegde arbeidsovereenkomst vermeldt per abuis 2012) in dienst getreden van de Autorijschool voor de duur van zes maanden. De arbeidsovereenkomst bepaalt dat deze van rechtswege eindigt.
Art. 3 van de arbeidsovereenkomst bepaalt dat [appellant] 40 uur per week werkt. Bij een dienstverband van 40 uur per week dienen per week 48 rijlessen (van 50 minuten) te worden gegeven. Het salaris bedraagt € 1.840,- bruto per maand.
b. De door [appellant] bij dagvaarding in eerste aanleg als productie 10 overgelegde brief gedateerd op 29 mei 2012 en aan [appellant] gericht houdt in, voor zover relevant:
“Autorijschool [Autorijschool VOF]
(…)
Aan de heer [appellant]
(…)
Beste [appellant] ,
Zoals vermeld in jou contract loopt deze af op 1 juni 2012.
Bepaalde tijd, half jaar.
Middels deze brief bevestig ik onze mondelinge afspraak betreft je contract. Deze word met ingang van 1 juni 2012 verlengt met anderhalve maand.
Van 1 juni tot en met 14 juli 2012, (…)”
Onder de namen [geïntimeerde sub 3] en [appellant] onderaan de brief staat telkens een handtekening.
c. Nadat de onder a. genoemde arbeidsovereenkomst was afgelopen, heeft [appellant] zijn werkzaamheden voortgezet tot half juli 2012.
d. De door beide partijen ondertekende brief van 4 augustus 2012 op briefpapier van de Autorijschool (productie 4 dagvaarding in eerste aanleg) houdt onder meer in:
Middels dit schrijven deel ik je mede dat wij jou contract bij onze rijschool (…) niet zullen verlengen.
De auto is inmiddels in ons bezit. (…)”
Onderstaand en schema met de in te leveren spullen:
e. Op 13 augustus 2012 mailt [appellant] het volgende bericht aan [getuige] :
“(…)
Zoals de situatie nu is lijkt het erop dat ik, (…) met een eigen bedrijf start, zoals we hebben besproken. Ik moet nog enkele zaken uitzoeken m.b.t. verzekeringen. Morgen heb ik een afspraak met de KvK. Ik heb dan een concept nodig van de franchise-overeenkomst. Zou je me die zo spoedig mogelijk kunnen mailen.
Ter informatie:
[geïntimeerde sub 3] heeft me per sms laten weten, dat zij een advocaat heeft ingeschakeld om te beoordelen of ik de kosten aan de auto moet betalen. Hierdoor kan ik helaas niet anders dan ook een advocaat in te schakelen. Ook gelet op de onjuiste ontslagprocedure en het geld van de vele overuren dat ik nog tegoed heb. (…)”
f. De door de Autorijschool c.s. bij conclusie van antwoord in conventie als productie 2 overgelegde verklaring van 11 januari 2013 van [getuige] houdt in, voor zover van belang:
“(…)
Hierbij verklaart ondergetekende dat hij in de periode voorafgaand aan 14 juli 2012 telefonisch contact heeft gehad met de heer [appellant] in verband met het einde van zijn dienstverband bij autorijschool (…) [Autorijschool VOF]
Tijdens het telefoongesprek verzocht [appellant] mij of ik nog werk voor hem had, omdat zijn dienstverband afliep. Daarop heb ik hem aangegeven dat dit tot de mogelijkheden zou behoren. (…) Verder heb ik hem gevraagd wanneer hij beschikbaar zou zijn. Hij heeft toen aangegeven dat hij eind juli nog op vakantie zou gaan, maar dat hij daarna fulltime beschikbaar was. (…)”
4.2.1[appellant] heeft in eerste aanleg en na wijzigingen van eis in conventie gevorderd, zakelijk weergegeven:
Primair:
1. een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd tot 1 december 2012;
2. een verklaring voor recht dat zijn arbeidsomvang vanaf 1 december 2011 op 53 uur per week is vastgesteld, althans vanaf een datum en omvang als de rechtbank geraden voorkomt;
3. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van het achterstallige salaris over de periode 1 december 2011 tot 1 december 2012, te verminderen met hetgeen de Autorijschool c.s. over die periode reeds hebben voldaan, althans € 18.070,24 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
4. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW over het achterstallige brutosalaris, hetgeen overeenkomt met € 9.035,12, te vermeerderen met de wettelijke rente;
5. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van € 968,- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
6. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van € 300,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verzuimdatum 31 juli 2012;
Subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd tot 1 december 2012;
2. een verklaring voor recht dat zijn arbeidsomvang vanaf 1 december 2011 op 53 uur per week is vastgesteld, althans vanaf een datum en omvang als de rechtbank geraden voorkomt;
3. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van het achterstallige salaris over de periode 1 december 2011 tot 1 december 2012, te verminderen met hetgeen de Autorijschool c.s. over die periode reeds hebben voldaan, althans € 14.015,74 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
4. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW over het achterstallige brutosalaris, hetgeen overeenkomt met € 7.007,87, te vermeerderen met de wettelijke rente;
5. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van € 968,- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
6. hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. tot betaling van € 300,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verzuimdatum 31 juli 2012;
Primair en subsidiair met hoofdelijke veroordeling van de Autorijschool c.s. in de proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en te vermeerderen met de nakosten en met bepaling dat het vonnis zal worden gewaarmerkt als een Europese executoriale titel.
4.2.2De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 11 april 2013 in conventie de Autorijschool c.s. toegelaten om te bewijzen dat met [appellant] vóór het verstrijken van de contractsperiode is afgesproken dat het contract met nog maar zes weken zou worden verlengd en dat voor de overuren een tijd-voor-tijdregeling is afgesproken.
Bij eindvonnis heeft de kantonrechter in conventie geoordeeld dat de Autorijschool is geslaagd in het bewijs van het feit dat met [appellant] vóór het verstrijken van de contractsperiode is afgesproken dat het contract met nog maar zes weken zou worden verlengd. De Autorijschool is, aldus de kantonrechter, niet geslaagd in het bewijs van het feit dat voor de overuren een tijd-voor-tijdregeling is afgesproken. De Autorijschool c.s. is vervolgens in conventie hoofdelijk veroordeeld om aan [appellant] te betalen:
a. € 496,86 bruto te vermeerderen met 50% over dat bedrag, het netto equivalent van het totaal vermeerderd met de wettelijke rente voor zover en voor zolang dit bedrag vanaf 20 december 2012 onbetaald blijft;
b. € 300,-, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% van dit bedrag en het geheel vermeerderd met de wettelijke rente daarover voor zover en voor zolang het vanaf 20 december 2012 onbetaald blijft.
Het vonnis in conventie is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn gecompenseerd.
De vordering in reconventie is afgewezen met veroordeling van de Autorijschool c.s. in de proceskosten, die op nihil zijn gesteld.