Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- voornoemde dagvaarding van 27 september 2013;
- de memorie van grieven, waarbij producties zijn overgelegd;
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de kentekenhouder ten opzichte van de verzekeringsmaatschappij, ZLM, die schade heeft vergoed op basis van het narisico van artikel 13 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). De zaak is ontstaan na een aanrijding op 2 juli 2011 waarbij de auto van de geïntimeerde, [geïntimeerde], betrokken was. De auto was op dat moment niet verzekerd, omdat de verzekering op naam van de vorige eigenaar, [ex-verzekerde], was beëindigd op 29 juni 2011. ZLM heeft de schade aan de andere partij, Claroy BVBA, vergoed en vordert nu de schadevergoeding terug van [geïntimeerde].
Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld door de auto niet te verzekeren, wat in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Het hof oordeelt dat de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] voortvloeit uit het feit dat zij als kentekenhouder verantwoordelijk is voor het afsluiten van een verzekering. De rechtbank had eerder de vordering van ZLM tegen [geïntimeerde] afgewezen, maar het hof vernietigt dit vonnis en oordeelt dat [geïntimeerde] hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die ZLM heeft vergoed. Het hof wijst de vordering van ZLM toe en veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van € 10.427,37, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van kentekenhouders onder de WAM en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen. Het hof concludeert dat de belangen van de verzekeraar, in dit geval ZLM, ook moeten worden beschermd, en dat de aansprakelijkheid van de kentekenhouder niet kan worden uitgesloten, zelfs niet als de auto zonder toestemming is gebruikt.