Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
21 november 2014 in de strafzaak met parketnummer 03-659210-13 tegen:
[verdachte] ,
- verdachte vrijgesproken van de primair ten laste gelegde overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994;
- verdachte voor overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht alsmede tot een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar met een proeftijd van 2 jaren;
- aan verdachte de teruggave gelast van de in beslag genomen personenauto en gsm.
- de verdachte voor het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht alsmede tot ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaren;
- de in beslag genomen voorwerpen zal teruggeven aan verdachte.
- bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van het hem primair ten laste gelegde;
- zich gerefereerd aan het oordeel van het hof ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde.
hij op of omstreeks 19 mei 2013 te Meijel, in elk geval in de gemeente Peel en Maas, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Heldensedijk, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, althans door zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam,
2. Het Proces-Verbaal VerkeersOngevallenAnalyse, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van verbalisant:
3. Het rapport ‘Snelheidsbepaling naar aanleiding van een verkeersongeval in Meijel op 19 mei 2013’ van het Nederlands Forensisch Instituut, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
124 km/h. [3]
4. Het rapport ‘Nadere snelheidsbepaling naar aanleiding van een verkeersongeval in Meijel op 19 mei 2013’ van het Nederlands Forensisch Instituut, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
5. De verklaring van de deskundige A.C.E. Spek, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 september 2015, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
6. De verklaring van de deskundige H. de Louweren, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 september 2015, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
7. De verklaring van [getuige 1] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
8. De verklaring van [getuige 1] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
9. De verklaring van [getuige 2] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
10. De verklaring van [getuige 2] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
11. De verklaring van [getuige 3] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
12. De verklaring van [getuige 3] , voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
13. De verklaring van verdachte, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
14. De verklaring van verdachte, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
15. De verklaring van verdachte, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
A.
B.
- er onvoldoende wettig bewijs is voor een te hoge snelheid als oorzaak voor het van de weg raken van de auto van verdachte;
- dat de auto in de bocht een onverwachte beweging heeft gemaakt, terwijl de toedracht daarvan onduidelijk blijft;
- de feitelijkheden niet de conclusie kunnen dragen dat er sprake is geweest van aanmerkelijk onoplettend of onvoorzichtig rijden;
- indien het hof zou menen dat verdachte zich aanmerkelijk onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte als bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 te wijten is, ervan moet worden uitgegaan dat verdachte ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht verkeerde, aangezien de toedracht niet kan worden vastgesteld.
C.1
- het NFI concludeert dat er een kans is van 99% dat de BMW voor aanvang van de op het fietspad afgetekende sporen een hogere snelheid had dan 76 km/u en een kans van 99% is dat de snelheid van de BMW lager was dan 124 km/u, waardoor een gereden snelheid van 80 km/u niet kan worden uitgesloten;
- verdachte heeft verklaard dat hij kort voor het ongeval ongeveer 80 à 85 km/u heeft gereden;
- de verklaringen van de getuigen over de door verdachte gereden snelheid niet als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt.
C.2
- er een kans van 99% is dat de snelheid van de BMW bij aanvang van de op het fietspad afgetekende sporen hoger was dan 76 km/u en een kans van 99% dat de snelheid van de BMW lager was dan 124 km/u;
- de in de berekening betrokken sporen 3,6 maal waarschijnlijker zijn wanneer de snelheid bij aanvang van de sporen hoger was dan 86 km/u dan wanneer dat niet zo was.
- de in de berekening betrokken sporen 5 maal waarschijnlijker zijn wanneer de snelheid bij aanvang van de sporen lager was dan 111 km/u dan wanneer dat niet zo was.
C.3
D.
E.1
- verdachte is als bestuurder van zijn auto met een hoge, namelijk aanmerkelijk hoger dan ter plaatse toegestane snelheid onderhavige bocht in en/of door gereden.
- verdachte heeft daarbij zijn auto niet zoveel mogelijk rechts gehouden, maar is zonder enige aanleiding zo ver naar links gekomen dat de door hem bestuurde personenauto op de verkeerde weghelft is gekomen;
- verdachte heeft vervolgens zijn auto teruggestuurd richting zijn eigen weghelft en is daarbij/daarna mede door de (te) hoge snelheid de controle over zijn voertuig verloren;
- de door verdachte bestuurde auto is vervolgens, komend uit de bocht, via de rechterberm op het rechts naast de weg gelegen fietspad terecht gekomen waar deze in aanrijding is gekomen met de aldaar rijdende fietsers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , en de zich in een kinderzitje op het stuur van één van de fietsen bevindende [slachtoffer 3] , waardoor [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn gedood.
E.2
- [slachtoffer 1] (fietser),
- [slachtoffer 2] (fietser) en
- [slachtoffer 3] (passagier)
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: één gsm, Nokia 5800, kleur zwart.