5.3.De overeenkomst kan om gewichtige redenen door Partijen elk gewenst moment opgezegd worden door één der Partijen. Er geldt een opzegtermijn van 6 maanden na schriftelijke opzegging.
- In toepassing van deze regel onder 5.3 genoemd wordt als gewichtige reden beschouwd: het niet eerbiedigen door één van de partijen van de regels van eerlijkheid bij het voeren van zaken.
- de grondige verstoring van de economische situatie van een van de partijen (failliet, concordaat, surseance of elke andere maatregel van gerechtelijke controle;
- elke onvoorziene omstandigheid waardoor het de één of andere partij buiten haar eigen wil om, onmogelijk wordt haar contractuele verplichtingen na te leven gedurende een lange periode, een voorbeeld hiervan is een verliesgevende situatie welke niet gecontinueerd kan worden.
- Indien een van de partijen in gebreke blijft ten aanzien van haar contractuele verplichtingen kan de andere partij haar daartoe aanmanen en wel per aangetekend schrijven. Indien de in gebreke gestelde partij de situatie niet herstelt, is de andere partij gerechtigd om de overeenkomst te ontbinden.
- Bij het opheffen van de bedrijfsactiviteit om wat voor reden dan ook of door bedrijfsbeëindiging c.q. verkoop van het bedrijf aan een andere partij zijn zaken niet overdraagbaar.
(…)
".
3.1.3.Bij brief van 19 februari 2015 (productie 3 bij inleidende dagvaarding) heeft Unique [appellant] in gebreke gesteld ter zake de nakoming van diens verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst. [appellant] zou kort gezegd onvoldoende beurzen bezoeken om de producten te promoten, Unique niet meer met raad en daad bijstaan en hij zou klanten op onprofessionele wijze te woord staan. Unique geeft [appellant] vervolgens een termijn van veertien dagen om aan de verplichtingen te voldoen.
3.1.4.Bij brief gedateerd 4 maart 2015 (productie 4 bij inleidende dagvaarding) heeft [appellant] gereageerd op de ingebrekestelling. [appellant] betwist dat hij zijn verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst niet zou nakomen. [appellant] wijst er voorts onder meer op dat tijdens de negenjarige samenwerking tussen partijen nooit een onvertogen woord is gevallen en dat een burn-out lichamelijk en geestelijk een grote tol van [appellant] heeft geëist en zich nog met pieken en dalen manifesteert.
3.1.5.Met ingang van 23 februari 2015 is Unique gestopt met het betalen van omzetfee aan [appellant] .
3.1.6.Bij brief van 6 maart 2015 (productie 5 bij inleidende dagvaarding) heeft Unique de samenwerkingsovereenkomst ontbonden omdat een vruchtbare samenwerking tussen partijen niet meer mogelijk zou zijn. Voor zover vereist heeft Unique de samenwerkingsovereenkomst tevens opgezegd, omdat het voor [appellant] gedurende een langere periode onmogelijk zou zijn om zijn contractuele verplichtingen na te komen.
3.1.7.Bij brief van 10 maart 2015 (productie 6 bij inleidende dagvaarding) heeft [appellant] Unique onder meer gesommeerd om de ontbinding/opzegging met onmiddellijke ingang in te trekken, om schriftelijk aansprakelijkheid te erkennen voor de schade die [appellant] lijdt als gevolg van de onterechte ontbinding/opzegging en om schriftelijk te bevestigen dat Unique de samenwerkingsovereenkomst onverkort zal blijven nakomen. Tevens stelt [appellant] zich in de brief op het standpunt dat hij houder is van intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van het Bouwsteentje en het Easy-to-Eat-concept.
3.1.8.Bij brief van 11 maart 2015 (productie 7 bij inleidende dagvaarding) betwist Unique dat [appellant] intellectuele eigendomsrechten zou toekomen ten aanzien van de producten Bouwsteentjes en Easy-to-Eat. Voorts stelt Unique in de brief dat [appellant] een van de directeuren van Unique, de heer [directeur van Unique] , heeft bedreigd en dat hij zich jegens Unique schuldig heeft gemaakt aan afpersing. Unique heeft op die gronden voor zoveel nodig de samenwerkingsovereenkomst nogmaals ontbonden.
3.2.1.[appellant] vorderde in eerste aanleg veroordeling van Unique tot:
a. tijdige en volledige nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per (gedeelte van een) dag;
b. verstrekking binnen twee dagen na betekening van het vonnis van een schriftelijke opgave van de omzetten vanaf 8 maart 2015, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende bescheiden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per (gedeelte van een) dag;
c. betaling aan [appellant] bij wege van voorschot op de achterstallige omzetfee een bedrag van € 8.500,- (betreffende de periode van 23 februari 2015 tot en met 31 mei 2015), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
d. betaling van een bedrag van € 796,26, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake van buitengerechtelijke incassokosten.
Bij appeldagvaarding houdende grieven heeft [appellant] zijn vordering onder c vermeerderd, in die zin dat hij het daar genoemde bedrag heeft verhoogd tot € 13.239,71. Het verschil tussen beide bedragen betreft de volgens [appellant] verschuldigde omzetfee over de periode van 1 juni 2015 tot en met 29 juli 2015.
3.2.2.Kort weergegeven heeft [appellant] aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat Unique toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door hem niet langer de overeengekomen omzetfee te betalen. Volgens [appellant] is er geen sprake geweest van een (gegronde) reden voor ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst. De beschuldigingen van Unique aan het adres van [appellant] zijn onjuist en niet onderbouwd. [appellant] betwist dat hij verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst niet is nagekomen. Mocht geoordeeld worden dat er wel sprake is van een toerekenbare tekortkoming van [appellant] , dan is die van geringe betekenis en rechtvaardigt die tekortkoming, mede gezien de omstandigheid dat [appellant] voor zijn inkomen financieel geheel afhankelijk is van de samenwerkingsovereenkomst, geen ontbinding van de overeenkomst. Ook de redelijkheid en de billijkheid staan aan ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst in de weg.
Evenmin is er volgens [appellant] sprake geweest van een gewichtige reden voor opzegging van de samenwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 5.3 van die overeenkomst. Ook staan de redelijkheid en billijkheid aan opzegging van de samenwerkingsovereenkomst in de weg. [appellant] wijst op de aard en strekking van de overeenkomst, de lange duur van de relatie tussen partijen, de omstandigheid dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst een langdurige samenwerking voor ogen stond, dat [appellant] voor zijn omzet geheel afhankelijk is van de samenwerking met Unique, de lange duur die samenwerking nog had kunnen hebben, de omstandigheid dat de opzegging ondeugdelijk is onderbouwd en de omstandigheid dat nooit eerder formele gesprekken hebben plaatsgevonden over het functioneren van [appellant] . Subsidiair stelt [appellant] zich op het standpunt dat Unique ten onrechte de overeengekomen opzegtermijn niet in acht heeft genomen.
3.2.3.Unique heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering.
3.2.4.Bij het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter de vordering afgewezen. De voorzieningenrechter is voorbijgegaan aan de vraag of Unique de samenwerkingsovereenkomst (bij brief van 6 maart 2015) heeft kunnen opzeggen wegens schending van de - volgens de voorzieningenrechter onduidelijke - contractuele verplichting van [appellant] om Unique met raad en daad bij te staan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat Unique de overeenkomst alsnog bij brief van 11 maart 2015 rechtsgeldig heeft kunnen ontbinden wegens een toerekenbare tekortkoming van [appellant] , bestaande uit door [appellant] geuite bedreigingen jegens de directie van Unique en het plaatsen van berichten op internet waarbij [appellant] heeft getracht Unique in diskrediet te brengen, zoals geciteerd in rechtsoverweging 4.4 van het bestreden vonnis, waarbij de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 4.5 van het bestreden vonnis ook melding maakt van na 11 maart 2015 door [appellant] geplaatste berichten.