ECLI:NL:GHSHE:2015:3648
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen door de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 8 juli 2015 de schuldsaneringsregeling van de appellante tussentijds beëindigd, omdat zij niet aan haar verplichtingen voldeed. De appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. J.M. Tang, verzocht in hoger beroep om de voortzetting van de schuldsaneringsregeling met een verlenging van 12 maanden, dan wel om te oordelen dat de nieuwe schulden niet aan haar te verwijten waren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 september 2015 heeft de appellante haar situatie toegelicht, waarbij zij aangaf dat haar nieuwe schulden voortkwamen uit haar slechte gezondheid en die van haar dochters. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat de appellante gedurende de schuldsaneringsregeling herhaaldelijk haar informatieplicht niet is nagekomen en dat er aanzienlijke nieuwe schulden zijn ontstaan. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante, ondanks eerdere waarschuwingen, niet in staat was om haar verplichtingen na te komen en dat de nieuwe schulden in haar risicosfeer lagen.
Het hof heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van de appellante verwijtbaar zijn en dat er geen redenen zijn om de schuldsaneringsregeling nogmaals te verlengen. De eerdere kans die de appellante had gekregen om haar schulden af te lossen, was niet benut. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling gehandhaafd.