Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
3.De beoordeling
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid en bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een hoger beroep dat is ingesteld door een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De vrouw, wonende in Duitsland, verzocht om vernietiging van de beschikking die gezamenlijk gezag en een zorgregeling voor haar dochter vaststelde. De man, de vader van het kind, verzocht de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren en de beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juli 2015 was de vrouw niet aanwezig, hoewel zij behoorlijk was opgeroepen. Het hof heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof oordeelt dat de vrouw ontvankelijk is in haar hoger beroep. De rechtbank had eerder geoordeeld dat zij bevoegd was, maar het hof concludeert dat de gewone verblijfplaats van de dochter op het moment van indiening van het verzoekschrift in Duitsland was. Dit betekent dat de Nederlandse rechter onbevoegd is om van de verzoeken van de man kennis te nemen. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd. De uitspraak is gedaan op 17 september 2015.