ECLI:NL:GHSHE:2015:3552
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating van een schuldsaneringsregeling op basis van artikel 288 lid 1 aanhef en sub b Faillissementswet
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Oost-Brabant om de schuldsaneringsregeling voor de appellant toe te laten. De appellant, die een scooterwinkel heeft geëxploiteerd, verzocht om de toepassing van de schuldsaneringsregeling, maar zijn verzoek werd afgewezen omdat niet voldoende aannemelijk was dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek. De rechtbank had vastgesteld dat de appellant een aanzienlijke schuld aan het CJIB had laten ontstaan, die niet te goeder trouw was ontstaan. De appellant had in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden onder controle had gekregen, maar het hof oordeelde dat hij onvoldoende inzicht had gegeven in de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan van zijn schulden. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de appellant niet in aanmerking kwam voor de schuldsaneringsregeling, omdat hij niet had aangetoond dat hij te goeder trouw was geweest. De uitspraak benadrukt het belang van de gedragsmaatstaf in de Faillissementswet en de noodzaak voor schuldenaren om transparant te zijn over hun financiële situatie.