ECLI:NL:GHSHE:2015:3551
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling na afwijzing door de rechtbank
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van een appellant tot de schuldsaneringsregeling. De appellant had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 25 juni 2015 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet te goeder trouw was geweest in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek, omdat hij in 2014 een huurwoning had aanvaard waarvan hij wist dat hij de huur niet kon betalen, en daarnaast schulden had gemaakt bij postorderbedrijven. De appellant ging in hoger beroep en voerde aan dat zijn schulden niet alleen uit 2014 voortkwamen, maar ook uit eerdere jaren, en dat hij te goeder trouw had gehandeld bij het aangaan van zijn verplichtingen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2015 heeft de appellant zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat zijn schulden waren ontstaan na zijn echtscheiding en werkloosheid. Hij had geprobeerd een nieuwe woning te vinden die geschikt was voor de omgang met zijn kinderen, en had daarbij verondersteld dat hij de huur kon betalen met behulp van huurtoeslag. Het hof heeft de argumenten van de appellant in overweging genomen en geconcludeerd dat de schuldenlast niet primair was ontstaan door de verhuizing naar een duurdere woning, maar door de inkomensdaling na het verlies van zijn baan. Het hof oordeelde dat de appellant ten onrechte had vertrouwd op een snelle terugkeer naar werk en risicovolle uitgaven had gedaan, maar dat hij ook blijk had gegeven van inspanningen om zijn schulden te voldoen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de appellant alsnog toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, waarbij het hof rekening hield met de omstandigheden van het geval en de inspanningen van de appellant om zijn financiële situatie te verbeteren. De griffier van het hof werd opgedragen om de rechtbank op de hoogte te stellen van deze uitspraak, zodat de benoeming van een rechter-commissaris en bewindvoerder kon plaatsvinden.