De vader stelt dat de stelling van de moeder dat de bestreden beschikking onvoldoende of ondeugdelijk gemotiveerd zou zijn, te algemeen is geformuleerd. De stelling van de moeder dat de rechtbank ten onrechte onvoldoende heeft onderzocht en beslist wat in het belang van de kinderen is, is zeer vaag en onbegrijpelijk. De rechtbank heeft haar beslissing voldoende gemotiveerd.
De vader is niet bekend met een brief van [minderjarige 1] dan wel [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tezamen aan de rechtbank. Aan het ontbreken van een samenvatting van die brief in de bestreden beschikking, dienen evenwel geen procedurele consequenties te worden verbonden. Met het gewicht dat de moeder aan de brief (en de mening van de kinderen in het algemeen) wil toekennen legt zij de verantwoordelijkheid voor deze kwestie bij de kinderen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de kans op beïnvloeding van de mening van de kinderen door de moeder. De rechtbank heeft echter wel acht geslagen op de inhoud van de brief, zo blijkt uit de bestreden beschikking. Gelet op de leeftijd van de kinderen in eerste aanleg heeft de rechtbank hen terecht niet gehoord. De kinderen zijn bovendien al fors belast met de echtscheidingsproblematiek van partijen.
Met haar stellingen omtrent de door haar overgelegde rapportages stapt de moeder over het fundamentele recht van hoor en wederhoor heen, alsmede over het gegeven dat zij voor de onderzoeken van de vader, als gezagdragende ouder, toestemming had moeten vragen. De vader zet grote vraagtekens bij de integriteit van de betreffende therapeuten, aangezien zij de vader niet bij hun onderzoek hebben betrokken. Desondanks blijft de moeder naar die rapportages verwijzen. De vader stelt dat de moeder heeft nagelaten haar verzoek om een deskundigenonderzoek te onderbouwen. Aan een dergelijk verzoek wordt enkel voldaan als het mede tot de beslissing van de zaak kan leiden en het belang van het kind zich niet ertegen verzet, aan welke voorwaarden niet wordt voldaan.
De vader stelt dat de moeder bovendien geheel voorbij gaat aan haar eigen aandeel in de wijze van totstandkoming van het raadsrapport d.d. 14 mei 2013. Uit de rapportage van de raad blijkt dat de moeder niet heeft willen communiceren c.q. samenwerken met “De Toegang” van de stichting en het AMK. Het is niet duidelijk geworden of de verwerking van de traumatische ervaring van de kinderen op een juiste manier is c.q. wordt begeleid. De vader acht het zorgelijk en niet in het belang van de kinderen dat hierbij ook thans nog, bijna drie jaar na het incident, geen professionele hulp is ingeschakeld, terwijl zelfs de door de moeder aangezochte deskundigen die hulp noodzakelijk achtten. Voorts is zorgelijk dat de kinderen de vader sinds het incident niet meer hebben gezien of gesproken, met uitzondering van de begeleide contactmomenten.
De moeder voerde aanvankelijk aan dat het haar eigen weerstand was die aan het contact tussen de vader en de kinderen in de weg stond en nu zijn het de kinderen die het contact niet willen aangaan. De moeder beweerde dat zij de gebeurtenissen inmiddels een plek heeft gegeven, maar ter zitting van het hof op 28 juli 2015 stelt zij weer dat zij panisch van angst is voor de vader. Bovendien, als de kinderen het gebeurde hebben verwerkt, zoals de moeder stelt, vraagt de vader zich af waarom er dan geen opening is voor contact met de vader.
De kinderen hadden tijdens de begeleide contactmomenten een houding die niet oprecht leek en die zij ook niet steeds konden volhouden. Soms lieten zij hun ware emoties zien. Door toedoen van de moeder zijn de kinderen bovendien niet goed voorbereid op het contact met de vader. De kinderen doen volgens de vader uitspraken over gebeurtenissen waarbij zij niet aanwezig waren en die erop duiden dat zij belast worden met volwassenenproblematiek en geïndoctrineerd zijn door de moeder. Van enkele moeders van klasgenoten van [minderjarige 2] heeft de vader vernomen dat [minderjarige 2] uitspreekt dat zij de vader mist.
Na de tussenbeschikking van het hof van 26 juni 2014, waren alle betrokkenen in een jubelstemming. Twee deskundigen met een goede reputatie zouden aan de zaak gaan werken. Om die reden is de ondertoezichtstelling van de kinderen niet verlengd. Al gauw bleken de moeder en haar advocaat de zaak wederom te traineren door bezwaar na bezwaar aan te tekenen en klacht na klacht in te dienen.
De vervreemding van de kinderen ten opzichte van de vader is zeer ernstig en schadelijk voor hun ontwikkeling. Hoewel de vader het incident niet is vergeten, kan hij het ook niet terugdraaien. Hij wil laten zien dat hij er voor de kinderen is.
De vader handhaaft zijn inleidende verzoeken, maar beseft dat met toewijzing daarvan de problemen tussen de ouders niet zijn opgelost.