Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, alsmede een taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] zal toewijzen tot een bedrag van
primair
subsidiair
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 25 februari 2014, waaruit blijkt dat hij niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is geweest;
- zijn overige persoonlijke omstandigheden, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Schadevergoeding voor [slachtoffer 2]
€ 1.000,00 (duizend euro)en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
de verplichting opom aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2] ,
te betaleneen bedrag van
€ 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Schadevergoeding voor [slachtoffer 1]
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro)en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
de verplichting opom aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] ,
te betaleneen bedrag van
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.