In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een geschil tussen twee partijen over de schadevergoeding en taxatie van een pand. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.P.M.M. Heijkant, en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. H.J.W.A. van der Put, waren in hoger beroep gegaan na eerdere uitspraken van de rechtbank. De procedure omvatte een deskundigenonderzoek dat was gelast door het hof, waarbij de deskundige P. Blonk werd ingeschakeld om de verhuurbare vloeroppervlakte van het pand vast te stellen. De appellant betwistte de methodiek van de meting en de uitkomsten van het deskundigenrapport, terwijl de geïntimeerde de juistheid van de meting verdedigde.
Het hof oordeelde dat de deskundige de meting correct had uitgevoerd en dat de bezwaren van de appellant onvoldoende onderbouwd waren. De uiteindelijke verhuurbare vloeroppervlakte werd vastgesteld op 136,27 m2, wat leidde tot een herberekening van de waarde van het pand. Het hof kwam tot de conclusie dat de schadevergoeding aan de geïntimeerde € 139.558,-- bedroeg, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 2008. Daarnaast werd de proceskostenveroordeling in eerste aanleg herzien en vastgesteld op € 9.364,28. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw uitspraak, waarbij het de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.