In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Stedin Netbeheer B.V. over onverschuldigde betalingen en de zorgplicht van de klant. [appellant] is eigenaar van een woonhuis en een loods, beide voorzien van elektriciteitsaansluitingen via Stedin. In juni 2010 heeft Stedin, vergezeld door de politie, de aansluitingen afgesloten en de meters verwijderd, omdat [appellant] en zijn zoon verdacht werden van diefstal van energie en andere misdrijven. Stedin heeft [appellant] aansprakelijk gesteld voor de kosten van het niet geregistreerde energieverbruik, wat leidde tot een betaling van € 6.895,44 voor de woning en € 8.789,53 voor de loods. [appellant] heeft deze betalingen als onverschuldigd betwist en vorderde in eerste aanleg vernietiging van de rechtshandeling en terugplaatsing van de meters, maar de kantonrechter wees zijn vorderingen af.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn eis gewijzigd en vordert hij onder andere vernietiging van het vonnis en terugbetaling van € 15.684,97. Het hof oordeelt dat [appellant] zijn zorgplicht heeft geschonden door de verzegelingen van de meters te verbreken, wat leidt tot de conclusie dat de betalingen niet onverschuldigd zijn. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellant] af, waarbij hij wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.