Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 april 2015;
- de akte na tussenarrest van [geïntimeerde];
- de antwoordakte na tussenarrest van Pyton.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van Pyton Communication Services B.V. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De zaak betreft een geschil over de verrekening van vorderingen in het kader van kennelijk onredelijk ontslag. Het hof heeft op 11 augustus 2015 uitspraak gedaan na een tussenarrest van 7 april 2015. De appellante, Pyton, was van mening dat de vordering van de geïntimeerde, een vrouw die in dienst was bij Pyton, was verjaard. De geïntimeerde stelde echter dat haar beroep op kennelijk onredelijk ontslag als verweermiddel tegen de vordering van Pyton kon worden ingeroepen en dat verjaring niet in de weg stond aan verrekening.
Het hof oordeelde dat de geïntimeerde niet in strijd handelde met de goede procesorde door haar beroep op verrekening in te brengen. Echter, het hof wees het beroep op verrekening af, omdat de verjaringstermijn van de vordering van de geïntimeerde op grond van kennelijk onredelijke opzegging was verstreken. De termijn was begonnen op 1 september 2012, de datum waarop de arbeidsovereenkomst was geëindigd. De vordering van Pyton was ontstaan op het moment dat zij had voldaan aan het vonnis van de kantonrechter van 24 juli 2013.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis voor zover Pyton was veroordeeld tot betaling van bepaalde bedragen, maar wees de vordering van de geïntimeerde tot betaling van opgebouwde verlofuren toe. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde moest terugbetalen aan Pyton wat zij onterecht had ontvangen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van Pyton toegewezen. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.