In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor verduistering en kreeg een voorwaardelijke geldboete van € 1.500,- met een proeftijd van twee jaar. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om bevestiging van het vonnis, maar met een andere strafmaat. De advocaat-generaal stelde voor om de verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met dezelfde proeftijd en een bijzondere voorwaarde die inhield dat de verdachte binnen veertien dagen na het onherroepelijk worden van het arrest alle stukken die aan hem waren overhandigd door de aangeefster, aan haar zou teruggeven. De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft het beroep op de vrijspraak verworpen en het vonnis van de politierechter in grote lijnen bevestigd, maar heeft enkele aanpassingen gedaan in de formulering van de bijzondere voorwaarden en de bewijsvoering. Het hof heeft de geldboete en de hechtenis bevestigd, maar de bijzondere voorwaarden aangepast. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de verdachte om de overhandigde papieren terug te geven binnen de gestelde termijn. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.