3.23.Het hof houdt voorts, in afwijking van het standpunt van de man, ook in deze periode rekening met de huurinkomsten uit de woning te [plaats] . De man heeft naar het oordeel van het hof onvoldoende inzicht gegeven in de financiële consequenties van de scheiding van tafel en bed en het tussen de man en mevrouw [partner] in dat kader gesloten “echtscheidingsconvenant” d.d. 12 maart 2015, ook niet door zijn verwijzing naar de inhoud van daarvan, nu ook het convenant op dit punt onvoldoende inzicht geeft. Dit klemt temeer omdat – zoals de vrouw terecht heeft aangevoerd – de man kennelijk geen aanvullende bijstandsuitkering heeft aangevraagd, terwijl hij (uit de AOW- en pensioenuitkering) een netto inkomen onder het bijstandsniveau geniet. De man heeft voor die keuze geen toereikende verklaring gegeven, mede gelet op het gegeven dat de vrouw gemotiveerd uiteen heeft gezet dat de man, wanneer zijn stellingen gevolgd zouden worden, maandelijks tekort zou komen om zijn vaste lasten te voldoen. De man heeft dit niet of onvoldoende betwist.
Periode 1 en 2: 1 juli 2014 tot 1 april 2015
Wwb-normbedrag
Het hof houdt rekening met het op de Wet werk en bijstand gebaseerde normbedrag, exclusief de ondergrens woonkostencomponent, voor een alleenstaande, inclusief de maximale toeslag, ter voorziening in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
Woonlasten
Het hof is van oordeel dat de man, mede gelet op het ter zake uitvoerig gemotiveerde verweer van de vrouw, onvoldoende heeft aangetoond dat hij de woning die hij met mevrouw [partner] in Spanje bewoonde, daadwerkelijk huurde en in dat kader huurpenningen verschuldigd was. De vrouw heeft de getrouwheid van de door de man overgelegde huurovereenkomst betwist. De vrouw verwijst in dit kader naar het gegeven dat in de stukken die de man heeft overgelegd, verschillende huisnummers vermeld staan. De door de man overgelegde bankafschriften geven volgens de vrouw volstrekt onvoldoende bewijs van de betaling van maandelijkse huurpenningen, ter hoogte van het door de man gestelde bedrag (€ 575,- per maand). De vrouw heeft het vermoeden dat de woning in Spanje eigendom van mevrouw [partner] is of was.
De man heeft naar het oordeel van het hof nagelaten een plausibele en met verificatoire bescheiden gestaafde verklaring te geven voor de discrepanties tussen zijn stellingen c.q. verklaringen en hetgeen uit de stukken kan worden afgeleid. Daarbij overweegt het hof dat de vrouw terecht heeft aangevoerd dat de man tenminste ook Nederlandse vertalingen van de in de Spaanse taal opgestelde stukken, waaronder de huurovereenkomst, had dienen over te leggen, hetgeen hij eveneens heeft nagelaten.
In het licht van al het voorgaande houdt het hof in deze periode geen rekening met de door de man opgevoerde woonlasten.
Op grond van het voorgaande behoeft de stelling van de vrouw dat de man kennelijk reeds sinds 16 februari 2015 in Nederland woonachtig is, maar tot 1 april 2015 kennelijk geen huur betaalde (zodat in haar optiek de periode van 16 februari 2015 tot 1 april 2015 afzonderlijk dient te worden beoordeeld) geen nadere bespreking.
Ziektekosten
Tussen partijen is niet in geschil dat in deze periodes geen rekening dient te worden gehouden met door de man (al of niet) betaalde premie ziektekostenverzekering.
Periode 3: vanaf 1 april 2015
Normbedrag Participatiewet
Het hof houdt rekening met het op de (per 1 januari 2015 in werking getreden) Participatiewet gebaseerde normbedrag, exclusief de ondergrens woonkostencomponent, voor een alleenstaande pensioengerechtigde, inclusief de maximale toeslag, ter voorziening in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
Woonlasten
Het hof houdt op basis van de overgelegde stukken rekening met de navolgende maandelijkse lasten:
€ 675,- aan huur, te verminderen met € 368,37 per maand aan huurtoeslag.
Ziektekosten
Het hof houdt op basis van de overgelegde stukken rekening met de navolgende maandelijkse lasten:
€ 106,40 aan basispremie ZVW en aanvullende premie;
minus € 39,- zijnde het in het normbedrag Participatiewet begrepen nominale deel premie ZVW voor een alleenstaande;
en minus € 65,- zijnde de zorgtoeslag.
Vaststelling van de alimentatie