Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van voormelde beschikkingen te schorsen;
- voormelde beschikkingen te vernietigen en opnieuw rechtdoende te bepalen dat het verzoek van de vader om gezamenlijk belast te zijn met het gezag over de hierna te nader noemen minderjarige [dochter] , alsnog wordt afgewezen en te bepalen dat de vader en [dochter] gerechtigd zijn tot omgang met elkaar op een zodanige wijze als het hof juist acht, alsmede te bepalen dat de beslissing van de rechtbank dat de moeder een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd is aan de vader indien zij in gebreke mocht blijven aan de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te voldoen, wordt vernietigd.
- de moeder, bijgestaan door mr. De Jongh;
- de vader, bijgestaan door mr. Wigman;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger Raad] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 2 september 2014;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 5 juni 2015;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 15 juni 2015;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 16 juni 2015;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 17 juni 2015.
3.De beoordeling
.
- in de periode vanaf de datum van de bestreden beschikking tot 1 december 2014 en in de periode van 1 december 2014 tot 1 februari 2015 conform de regelingen zoals in die beschikking is weergegeven;
- vanaf 1 februari 2015:
vanaf de datum van de bestreden beschikkinggedurende de helft van de vakanties en feestdagen, welke dienen aan te sluiten op of aan de weekenden waarin de vader contact heeft met [dochter] , nader in onderling overleg door de ouders te regelen.