ECLI:NL:GHSHE:2015:2771

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
21 juli 2015
Zaaknummer
HD 200.159.922_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeerde partij gedagvaard en proceskosten nodeloos veroorzaakt door gedaagde

In deze zaak heeft H4A Groen B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin Trading K.D. BVBA als eiseres was opgetreden. Trading had H4A Groen B.V. aansprakelijk gesteld voor schade die was ontstaan door een aanrijding met een minigraafmachine, die volgens H4A Groen B.V. eigendom was van een andere vennootschap. De kantonrechter verklaarde Trading niet-ontvankelijk in haar vordering tegen H4A Groen B.V. en veroordeelde H4A Groen B.V. in de proceskosten. H4A Groen B.V. stelde in hoger beroep dat Trading de verkeerde partij had gedagvaard en dat de proceskosten nodeloos waren veroorzaakt door Trading.

Het hof oordeelde dat Trading onvoldoende onderzoek had gedaan naar de juiste partij en dat zij de kosten van de procedure grotendeels aan zichzelf te wijten had. Het hof vernietigde de proceskostenveroordeling van de kantonrechter en veroordeelde Trading in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof bekrachtigde het vonnis voor het overige. De uitspraak werd gedaan op 21 juli 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.159.922/01
arrest van 21 juli 2015
in de zaak van
H4A Groen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
hierna aan te duiden als: H4A Groen B.V.,
advocaat: mr. I.P. de Groot te Rotterdam,
tegen
Trading K.D. BVBA,
gevestigd te [vestigingsplaats], België,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als: Trading,
advocaat: mr. L.E. van Hevele te Oostburg,
op het bij exploot van dagvaarding van 10 november 2014 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg van 20 augustus 2014, gewezen tussen H4A Groen B.V. als gedaagde en Trading als eiseres.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 2856188/14-1608)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep met twee grieven;
  • de memorie van antwoord.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
In de inleidende dagvaarding van 25 februari 2014 heeft Trading de veroordeling gevorderd van H4A Groen B.V. tot betaling aan haar van € 3.708,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens heeft Trading gevorderd H4A Groen B.V. te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis. Kort gezegd heeft Trading daartoe gesteld dat zij door een aanrijding met een door H4A Groen B.V. ingezette minigraafmachine schade heeft geleden, dat zij H4A Groen B.V. daarvoor aansprakelijk heeft gesteld en dat H4A Groen B.V. aansprakelijkheid ten onrechte afwijst.
3.2.
H4A Groen B.V. heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat Trading de verkeerde partij heeft gedagvaard omdat de minigraafmachine eigendom was van H4A Utility B.V. en de bestuurder van de minigraafmachine destijds werkzaam was bij H4A Bouw & Infra B.V., afdeling leidingen, thans genaamd H4A Infratechniek B.V.
3.3.
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter Trading niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering jegens H4A Groen B.V. Hij heeft H4A Groen B.V. veroordeeld in de proceskosten, tot aan de uitspraak begroot op € 910,34, waaronder begrepen een bedrag van € 350,-- (2 punten à € 175,--) wegens salaris gemachtigde van Trading, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak. Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Kort gezegd heeft de kantonrechter daartoe overwogen dat het H4A Groen B.V. in het maatschappelijk verkeer had betaamd om aan de gemachtigde van Trading mee te delen dat zij niets met de zaak van doen heeft.
3.4.
H4A Groen B.V. is tijdig in hoger beroep gekomen. Zij heeft twee grieven aangevoerd.
3.5.
Grief 1 betreft de beslissing van de kantonrechter om H4A Groen B.V. in de proceskosten te veroordelen. Volgens H4A Groen B.V. had Trading, die in rechte wordt vertegenwoordigd door een verzekeraar, moeten verifiëren of zij de juiste partij dagvaardde. Omdat Trading niet de moeite heeft gedaan navraag te doen, moeten in de visie van H4A Groen B.V. de gevolgen van dit verzuim voor haar rekening blijven. H4A Groen B.V. stelt dat aan haar zijde geen sprake is van opzet of onmaatschappelijk handelen omdat pas werd ontdekt dat de verkeerde partij was gedagvaard toen zij na het uitbrengen van de inleidende dagvaarding het dossier aan haar advocaat had gegeven. Verder wijst H4A Groen B.V. er op dat Trading extra kosten heeft veroorzaakt door nog een conclusie van repliek te nemen terwijl zij inmiddels wist – en dat verder ook niet betwistte – dat zij de verkeerde partij had gedagvaard. Volgens H4A Groen B.V. had de kantonrechter de proceskosten ten minste moeten compenseren.
3.6.
Trading stelt zich kort gezegd op het standpunt dat het op de weg van H4A Groen B.V. had gelegen om op de brief aan haar te antwoorden dat zij niets met de zaak van doen had in plaats van door inhoudelijk op de kwestie in te gaan de indruk te wekken dat Trading aan het juiste adres was.
3.7.
Op grond van het bepaalde in artikel 237 lid 1 Rv wordt de partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, in de kosten veroordeeld en kan de rechter de kosten die nodeloos werden aangewend of veroorzaakt, voor rekening laten van de partij die deze kosten aanwendde of veroorzaakte. De vraag is of gezegd kan worden dat H4A Groen B.V. de proceskosten nodeloos heeft veroorzaakt. Bij de beantwoording van deze vraag gaat het hof uit van de volgende feiten:
  • De aanrijding waardoor de schade is veroorzaakt, heeft plaatsgevonden op 19 juni 2013. Van die aanrijding is een schadeformulier opgemaakt waarop als verzekeringnemer/verzekerde van voertuig A is vermeld
  • Bij aangetekende brief van 16 januari 2014 heeft de advocaat van Trading
  • Bij aangetekende brief van 5 februari 2014 heeft de advocaat van Trading
  • Bij brief van 10 februari 2014 heeft [Assurantiën] Assurantiën B.V. de brief van 16 januari 2014 aan H4A te [plaats 2] beantwoord en de advocaat van Trading laten weten op inhoudelijke gronden geen aansprakelijkheid te erkennen (productie 5 cva).
  • Op 25 februari 2014 heeft Trading de inleidende dagvaarding laten uitbrengen aan H4A Groen B.V.
3.8.
Bij repliek heeft Trading aangevoerd dat haar bij het raadplegen van het handelsregister is gebleken dat de naam H4A wordt gebruikt door ongeveer twintig vennootschappen en dat zij vanwege de omschrijving Landschapsverzorging en Wegenbouw bij de inschrijving van H4A Groen B.V. heeft besloten om van al deze vennootschappen H4A Groen B.V. aan te schrijven en aansprakelijk te stellen. Vervolgens zou door het uitblijven van een corrigerende reactie van H4A Groen B.V. en de in algemene bewoordingen gestelde reactie van [Assurantiën] Assurantiën B.V. bij Trading de indruk zijn gewekt dat H4A Groen B.V. de juiste partij was om voor de schade aan te spreken.
3.9.
Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat Trading de procedure en de daarmee gepaard gaande kosten overwegend aan zichzelf te wijten heeft. Niet alleen blijkt uit haar hiervoor onder 3.8 weergegeven standpunt dat zij er tamelijk willekeurig voor heeft gekozen om op 5 februari 2014 van de ongeveer twintig H4A-vennootschappen H4A Groen B.V. aansprakelijk te stellen voor de schade – en wel op een adres dat afweek van het adres als vermeld op het schadeformulier –, maar ook dat zij daaraan voorafgaande op 16 januari 2014 tevens H4A te [plaats 2] aansprakelijk heeft gesteld – op het adres als vermeld op het schadeformulier – en vervolgens over het hoofd heeft gezien dat [Assurantiën] Assurantiën B.V. niet reageerde op de brief van 5 februari 2014 aan H4A Groen B.V., maar op de brief van 16 januari 2014 aan H4A. Indien Trading werkelijk zo onzeker was over de vraag welke van de ongeveer twintig H4A-vennootschappen zij voor de schade aansprakelijk moest stellen, dan had het voor de hand gelegen dat zij dit punt in haar aangetekende brieven uitdrukkelijk aan de orde had gesteld zodat zij zou worden geïnformeerd, dan wel dat zij op andere wijze nader onderzoek had gedaan. Nu zij dit heeft nagelaten en H4A Groen B.V. eigenlijk geen ander verwijt gemaakt kan worden dan dat zij helemaal niet op één aan haar gezonden aangetekende brief heeft gereageerd, kan niet gezegd worden dat H4A Groen B.V. Trading nodeloos op kosten heeft gejaagd. Grief 1 slaagt.
3.10.
Het slagen van grief 1 betekent dat H4A Groen B.V. bij bespreking van grief 2, die betrekking heeft op de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de proceskostenveroordeling zonder dat dit gevorderd was (als bedoeld in artikel 233 Rv), geen belang meer heeft.
3.11.
De slotsom is dat het bestreden vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling zal worden vernietigd en voor het overige zal worden bekrachtigd. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Trading worden veroordeeld in de kosten van de beide instanties, met de door H4A Groen B.V. gevorderde wettelijke rente. Deze proceskostenveroordeling zal zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4. De uitspraak
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Trading in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van H4A Groen B.V. worden begroot op € 350,-- aan salaris gemachtigde in eerste aanleg en op € 781,52 aan verschotten en op € 632,-- aan salaris advocaat voor het hoger beroep en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, S. Riemens en R.R.M. de Moor en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 juli 2015.
griffier rolraadsheer