ECLI:NL:GHSHE:2015:272

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 januari 2015
Publicatiedatum
2 februari 2015
Zaaknummer
F 200.150.971-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van mentor in het kader van mentorschap voor een rechthebbende met autisme

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, waarbij GGN Bewindvoering B.V. is benoemd tot mentor van een 19-jarige jongen met autisme. De moeder van de rechthebbende, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt de benoeming van GGN Bewindvoering B.V. te vernietigen en zichzelf als mentor aan te stellen. De rechthebbende en de bewindvoerder verzetten zich hiertegen en stellen dat de rechthebbende de huidige situatie met GGN Bewindvoering B.V. als mentor wenst voort te zetten. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de rechthebbende in staat is om zijn wensen duidelijk te maken en dat hij tevreden is met de huidige situatie. Het hof oordeelt dat de belangen van de rechthebbende het beste gediend zijn met de voortzetting van het mentorschap door GGN Bewindvoering B.V. De beschikking van de kantonrechter wordt bekrachtigd, en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 29 januari 2015
Zaaknummer: F 200.150.971/01
Zaaknummers eerste aanleg: 2585014 BM VERZ 13-5061 & 2602516 MS VERZ 13-423
2865810 BM VERZ 14-1146 & 2865844 MS VERZ 14-71
in de zaak in hoger beroep van:
[moeder van de rechthebbende],
wonende te [woonplaats ],
appellante,
de moeder van de rechthebbende,
hierna te noemen: [moeder van de rechthebbende],
advocaat: mr. J.W.J. Schoonbrood.
Als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt:
-
[vader van de rechthebbende],
de vader van de rechthebbende,
hierna: [vader van de rechthebbende],
en
-
[rechthebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
wonende te [woonplaats ],
hierna: de rechthebbende;
-
GGN Bewindvoering B.V.
kantoorhoudende te [kantoorplaats],
hierna: de bewindvoerder;
beiden in hoger beroep vertegenwoordigd door mr. R. Jacobs.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 13 maart 2014.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 13 juni 2014, heeft [moeder van de rechthebbende] verzocht voormelde beschikking te vernietigen voor zover het betreft de benoeming van GGN Bewindvoering B.V. tot mentor van de rechthebbende en, opnieuw rechtdoende, te bepalen dat [moeder van de rechthebbende] alsnog tot mentor over de rechthebbende wordt benoemd.
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 25 augustus 2014, hebben de rechthebbende en de bewindvoerder verzocht [moeder van de rechthebbende] in haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar verzoek af te wijzen als zijnde rechtens ongegrond en/of onbewezen en aldus te bepalen dat GGN Bewindvoering B.V. het mentorschap, alsmede het beschermingsbewind, zal blijven voortzetten zoals bepaald bij de bestreden beschikking, met veroordeling van [moeder van de rechthebbende] in de kosten van deze procedure.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 december 2014. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • [moeder van de rechthebbende], bijgestaan door mr. Schoonbrood;
  • de rechthebbende en de bewindvoerder, in de persoon van mevrouw [mentor] (hierna: de mentor), beiden bijgestaan mr. Jacobs;
  • [vader van de rechthebbende].
Aan de heer [consulent van stichting MEE Zuid Limburg], consulent van Stichting MEE Zuid Limburg, is bijzondere toestemming verleend om de zitting bij te wonen als toehoorder.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 26 februari 2014;
  • de stukken eerste aanleg, overgelegd door mr. Schoonbrood, ingekomen ter griffie van het hof op 2 juli 2014;
  • het v-formulier met bijlagen van mr. Schoonbrood d.d. 11 december 2014;
  • de v-formulieren met bijlagen van mr. Jacobs d.d .28 oktober 2014 en 12 december 2014.

3.De beoordeling

3.1.
Uit de inhoud van de stukken is gebleken dat de rechthebbende een 19-jarige jongen is met autisme.
De rechthebbende woont sinds 13 november 2013 in [woonplaats ], in een woonvorm vanuit Stichting Radar.
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter met ingang van 1 april 2014 de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende onder bewind gesteld onder gelijktijdige instelling van een mentorschap ten behoeve van de rechthebbende.
De kantonrechter heeft daarbij GGN Bewindvoering B.V. benoemd tot bewindvoerder en mentor.
3.3.
[moeder van de rechthebbende] kan zich met deze beslissing niet verenigen voor zover GGN Bewindvoering B.V. is benoemd tot mentor van de rechthebbende. In haar appelschrift stelt zij dat zij de moeder is van de rechthebbende en dat zij hem het beste kent. [moeder van de rechthebbende] kan dan ook het beste de niet-vermogensrechtelijke belangen van haar zoon waarnemen.
[moeder van de rechthebbende] trekt in twijfel of de rechthebbende tegenover de kantonrechter in het bijzijn van een begeleider van de Stichting MEE zijn verklaring in vrijheid heeft kunnen afleggen, meer in het bijzonder dat zijn voorkeur uitgaat naar een derde, namelijk GGN Bewindvoering B.V., als mentor. De rechthebbende kan als autist zijn keuze niet bepalen en [moeder van de rechthebbende] is van mening dat de rechthebbende hierin is gestuurd.
3.4.
In hun verweerschrift stellen de rechthebbende en de bewindvoerder dat het de uitdrukkelijke wens is van de rechthebbende dat de bewindvoerder tevens de taken van het mentorschap op zich neemt. De rechthebbende kan het goed vinden met zijn huidige begeleiders. [moeder van de rechthebbende] kent de rechthebbende inderdaad goed, maar gezien haar leefomstandigheden kan zij niet de nodige beslissingen maken voor de rechthebbende.
De begeleiders van de rechthebbende hebben het contact tussen [moeder van de rechthebbende] en de rechthebbende nooit abrupt willen verbreken. De maatregelen die zijn genomen door de rechthebbende van school te halen en bij een andere club te laten voetballen, waren noodzakelijk.
Het contact dat er tussen [moeder van de rechthebbende] en de rechthebbende was, was voornamelijk telefonisch. [moeder van de rechthebbende] bleef de rechthebbende echter onder druk zetten om uitlatingen te doen over zijn vader en andere naasten, ook nadat de rechthebbende aangaf dit niet prettig te vinden. Het telefonisch contact is toen beëindigd, maar ook middels het schrijven van brieven gaat het zijdens [moeder van de rechthebbende] enkel over de uithuisplaatsing, het mentorschap, het bewind, de begeleiders en de overige familieleden. De rechthebbende heeft daarop besloten niet meer naar [moeder van de rechthebbende] te schrijven en stuurt haar brieven retour.
De afgelopen jaren hebben zich veel problematische, pijnlijke en stressvolle momenten voorgedaan tussen [moeder van de rechthebbende] en de rechthebbende. Het was een bewogen en stressvolle periode voor de rechthebbende. De rechthebbende is tevreden met de huidige situatie en er is een stijgende lijn te zien. Hij heeft nu rust en wil die rust ook graag houden.
Het hof overweegt het volgende.
3.5.1.
Het hoger beroep richt zich niet tegen de instelling van het mentorschap zelf. Niet in geschil is dat er voldoende gronden bestaan om een mentorschap conform artikel 1:450 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) in te stellen.
3.5.2.
In geschil is de persoon die tot mentor dient te worden benoemd. Ingevolge artikel 1:452 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke wens van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Uit de overgelegde stukken, en zoals ter zitting in hoger beroep door het hof zelf is waargenomen, is genoegzaam gebleken dat de rechthebbende vertrouwen heeft in zijn huidige mentor en dat hij de uitdrukkelijke wens heeft om de huidige situatie – waarin GGN Bewindvoering B.V. het mentorschap uitoefent – te continueren. Het hof heeft daarbij niet de indruk gekregen, zoals [moeder van de rechthebbende] stelt, dat de rechthebbende wordt beïnvloed in deze mening. Integendeel, de rechthebbende is in staat gebleken zich ter zitting helder en overtuigend uit te drukken, zowel op vragen van het hof, maar zeker ook op eigen initiatief. De rechthebbende heeft ter zitting verklaard het contact met zijn moeder te missen en hij hoopt dat tussen hen goed komt. De rechthebbende heeft daarbij gesteld dat hij wil dat zijn moeder zijn keuze om nu even afstand te nemen respecteert. Hij wenst dat zijn moeder ook aanvaardt dat hij nu op zijn plaats zit en dat het hem juist nu beter gaat.
Het hof is van oordeel dat de belangen van de rechthebbende het meest ermee zijn gediend als het huidige mentorschap wordt gecontinueerd door GGN Bewindvoering B.V.
Niet is gebleken dat er gegronde redenen zijn die zich tegen deze benoeming verzetten.
Op grond van het vorenstaande zal het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigen, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, doch uitsluitend voor zover daarbij GGN Bewindvoering B.V. is benoemd tot mentor.
3.5.3.
De mentor heeft zich ten overstaan van het hof bereid verklaard om een begeleidende rol te vervullen in het contactherstel tussen [moeder van de rechthebbende] en de rechthebbende.
Het hof verwacht van [moeder van de rechthebbende] dat zij zich in de toekomst volgend opstelt ten opzichte van haar zoon, dat zij te allen tijde zijn belang en zijn wensen voorop zal stellen. Hiermee wordt de door zowel [moeder van de rechthebbende] als de rechthebbende uitgesproken wens – zijnde contactherstel – bewerkstelligd.
3.6.
Het hof ziet onvoldoende aanleiding om [moeder van de rechthebbende] te veroordelen in de kosten van het geding, zoals door GGN Bewindvoering B.V. en de rechthebbende is verzocht.
De proceskosten in hoger beroep zullen worden gecompenseerd.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, doch uitsluitend voor zover daarbij GGN Bewindvoering B.V. is benoemd tot mentor over [rechthebbende] (geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995);
compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.A.R.M. van Leuven, E.L. Schaafsma-Beversluis en M.L.F.J. Schyns en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2015.