ECLI:NL:GHSHE:2015:2667

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 juli 2015
Publicatiedatum
14 juli 2015
Zaaknummer
HD 200.158.866_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering afstand van instantie wegens ontbreken bijzondere machtiging ex artikel 250 lid 2 Rv; afstand gedaan van het recht een memorie van grieven te nemen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Bewindvoering B.V. tegen Stichting Zayaz. Bewindvoering B.V. trad op als bewindvoerder van een saniet en heeft in deze hoedanigheid een procedure aangespannen. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 24 maart 2015, waarin het hof de vraag heeft opgeworpen of Bewindvoering afstand van instantie wil doen, zoals bedoeld in artikel 249 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het hof heeft Bewindvoering in de gelegenheid gesteld om een bijzondere volmacht over te leggen, zoals vereist onder artikel 250 lid 2 Rv.

Bewindvoering heeft uiteindelijk aangegeven afstand van de instantie te willen doen, omdat de rechthebbende de huurwoning had verlaten en onderdak had gevonden in maatschappelijke opvang. Echter, het hof constateerde dat de bijzondere volmacht niet was overgelegd, wat een vereiste is voor de afstand van instantie. De stichting heeft in een antwoordakte laten weten geen incidenteel appel te willen instellen en heeft verzocht om arrest te wijzen.

Het hof heeft geoordeeld dat, nu de vereiste bijzondere machtiging ontbreekt, de afstand van instantie door Bewindvoering moet worden geweigerd. Het hof concludeert dat Bewindvoering ondubbelzinnig heeft aangegeven de procedure niet te willen voortzetten en geen memorie van grieven te willen indienen. Aangezien er geen grieven zijn aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, heeft het hof Bewindvoering niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep en haar in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.158.866/01
arrest van 14 juli 2015
in de zaak van
[Bewindvoering] Bewindvoering B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [saniet],
gevestigd te [vestigingsplaats 1],
appellante,
hierna aan te duiden als [Bewindvoering],
advocaat: mr. P.A. Schippers te 's-Hertogenbosch,
tegen
Stichting Zayaz,
gevestigd te [vestigingsplaats 2],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als de stichting,
advocaat: mr. J.A. Trimbach te De Meern, gemeente Utrecht,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 24 maart 2015 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats
's-Hertogenbosch onder zaak-/rolnummer 3023225 / 14-4074 gewezen vonnis van
24 juli 2014.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 24 maart 2015;
  • de akte van [Bewindvoering];
  • de rolbeslissing van het hof om [Bewindvoering] in de gelegenheid te stellen de bijzondere volmacht als bedoeld in artikel 250 lid 2 Rv bij akte over te leggen;
  • de antwoordakte van de stichting.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

6.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof het volgende overwogen. Niet duidelijk is of [Bewindvoering] afstand van instantie wil doen als bedoeld in artikel 249 Rv. Indien [Bewindvoering] geen afstand van instantie doet en de zaak evenmin op eenstemmig verzoek wordt doorgehaald, is het de vraag of [Bewindvoering] afstand wil doen van het recht om van grieven te dienen. Volgens de rolkaart is het recht daartoe nog niet vervallen.
Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol om [Bewindvoering] in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag of zij afstand wil doen van de instantie of van het recht om van grieven te dienen, dan wel een memorie van grieven te nemen, en heeft iedere verdere beslissing aangehouden.
6.2.
De nadien door [Bewindvoering] genomen akte heeft de volgende inhoud. [Bewindvoering] wil afstand van de instantie doen. Rechthebbende heeft de huurwoning inmiddels verlaten en heeft onderdak gevonden in maatschappelijke opvang, zodat de procedure thans geen belang meer kent.
6.3.
Het hof heeft [Bewindvoering] vervolgens in de gelegenheid gesteld de bijzondere volmacht als bedoeld in artikel 250 lid 2 Rv over te leggen. [Bewindvoering] heeft de bijzondere volmacht niet overgelegd.
6.4.
De stichting heeft bij antwoordakte laten weten geen incidenteel appel te willen instellen en heeft verzocht arrest te wijzen.
6.5.
Het hof overweegt het volgende. Nu de daartoe vereiste bijzondere machtiging ontbreekt, dient de door [Bewindvoering] gedane afstand van instantie te worden geweigerd.
Door eerst bij H8 formulier te berichten dat zij intrekking van de zaak wenst voor memorie van grieven en vervolgens bij akte na het tussenarrest geen memorie van grieven te nemen en te berichten dat zij afstand van instantie wil doen en dat de procedure geen belang meer kent, heeft [Bewindvoering] er naar het oordeel van het hof ondubbelzinnig blijk van gegeven de procedure niet te willen voortzetten en geen memorie van grieven te willen nemen. Het hof is van oordeel dat [Bewindvoering] aldus afstand heeft gedaan van het recht een memorie van grieven te nemen.
6.6.
Nu er tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven aangevoerd zijn, dient [Bewindvoering] niet-ontvankelijk te worden verklaard in het beroep. Verder zal [Bewindvoering] in de proceskosten worden veroordeeld.

7.De uitspraak

Het hof:
verklaart [Bewindvoering] niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt [Bewindvoering] in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van de stichting worden begroot op € 704,00 aan verschotten en op € 316,00 aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en
M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 juli 2015.
griffier rolraadsheer