ECLI:NL:GHSHE:2015:261
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis ter zake van moord met terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 februari 2015 het vonnis van de rechtbank Limburg bevestigd, waarbij de verdachte ter zake van moord is ontslagen van alle rechtsvervolging en de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd. De verdachte, geboren in 1953 en thans verblijvende in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum in Amsterdam, heeft in Weert een medewerkster van de thuiszorg doodgestoken. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld, waarbij de advocaat-generaal heeft gevorderd het vonnis te bevestigen. De echtgenoot van het slachtoffer en een dochter hebben gebruik gemaakt van hun spreekrecht tijdens de zitting.
De verdachte heeft verklaard dat zij handelde uit een gevoel van manipulatie door de overheid, die volgens haar microchips in haar lichaam had geïmplanteerd. Deze chips zouden haar pijnigen en haar in een psychotische toestand hebben gebracht, waardoor zij tot de fatale daad kwam. Het hof heeft de verklaringen van deskundigen over de psychische toestand van de verdachte in overweging genomen, waaronder de diagnose van schizofrenie van het paranoïde type. De deskundigen concludeerden dat de verdachte niet in staat was om de onjuistheid van haar handelen in te zien, wat leidde tot de bevestiging van het eerdere vonnis.
Het hof heeft de beweegredenen van de verdachte, die voortkwamen uit haar verstoorde realiteitstoetsing, als onvoldoende gegrond beschouwd om tot een andere beslissing te komen. De verdachte heeft wel spijt betuigd over de gevolgen van haar daad voor de nabestaanden, maar niet over de daad zelf. Het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis te bevestigen, waarbij de psychische toestand van de verdachte en de omstandigheden van de zaak zwaar hebben meegewogen.