De stichting voert in het verweerschrift, zoals aangevuld ter zitting – kort samengevat – het volgende aan.
De stichting stelt dat [minderjarige] nog steeds niet toe is een overstap naar een open setting, hetgeen door enkele gebeurtenissen na de bestreden beschikking wordt bevestigd.
Het weekend voor de zitting bij de rechtbank van 13 augustus 2014, mocht [minderjarige] op verlof. Zij heeft ervoor gekozen om na dit weekend weg te lopen en geen contact op te nemen met haar familie of SJSJ-Alamata. Uiteindelijk is [minderjarige] in [plaats] aangetroffen en door de politie teruggebracht naar SJSJ-Almata. Tot op heden is niet bekend waar [minderjarige] in die tijd is geweest en hoe zij aan geld kwam. De zorgen die er reeds eerder waren over het contact van [minderjarige] met jongens uit het ‘lover boy-circuit’, zijn door dit incident groter geworden. Na dit incident leek [minderjarige] wel meer verantwoordelijkheid te nemen voor haar gedrag, maar SJSJ-Almata blijft het vermoeden houden dat [minderjarige] zich sociaal wenselijk opstelt.
Op 15 oktober 2014 heeft SJSJ-Almata ontdekt dat meerdere jongeren van de groep waarin [minderjarige] verblijft hebben gestolen. Hierbij is gebleken dat [minderjarige] twee groepsgenoten heeft ingezet om make-up voor haar te stelen, om zelf geen risico te lopen. Voorts is op de kamer van [minderjarige] een verboden bezit gevonden, namelijk een aansteker.
Vervolgens is eind november 2014 bij SJSJ-Almata aan het licht gekomen dat [minderjarige] een nieuwe groepsgenoot ertoe heeft bewogen om via Facebook aan een bekende jongen te vragen om [minderjarige] en andere meiden van de groep op te komen halen, ten einde op die manier weg te kunnen lopen van het terrein. De vrijheden die [minderjarige] vlak daarvoor waren toegezegd, zijn direct ingetrokken.
De stichting is van mening dat SJSJ-Almata een passend aanbod aan begeleiding, therapie en scholing heeft, maar dat veel afhankelijk is van de mate waarin [minderjarige] daarvan gebruik maakt. Recent is [minderjarige] overgestapt naar een andere klas met een meer uitdagend vakkenpakket. Zij laat op school nu een positieve houding zien. Zij wordt niet meer uit de les gestuurd en gaat volgens afspraak naar school. Op 7 oktober 2014 is [minderjarige] gestart met EMDR-therapie. Dit is een intensieve vorm van therapie die veel emoties losmaakt, zodat dit maar eens per week kan plaatsvinden. [minderjarige] is volgens SJSJ-Almata gemotiveerd voor deze therapie.
De leerdoelen van [minderjarige] zijn volgens de stichting: leren geduld te hebben, eigen verantwoordelijkheid nemen, grenzen aanvoelen en aangeven, betrouwbaar zijn, afspraken nakomen, enzovoorts. In de komende drie maanden mag [minderjarige] weer meer oefenen met vrijheden. Vermoedelijk heeft [minderjarige] dan nog een behandeling van 4 tot 6 maanden nodig voordat zij kan doorstromen naar een open behandelsetting met besloten groepen.
GGz kan [minderjarige] thans geen passende zorg bieden. Volgens de stichting sluiten Idris en De La Salle het beste aan bij [minderjarige]. [minderjarige] ziet een opname bij Idris niet zitten. Alle betrokkenen achten een doorstroom naar De La Salle na afloop van de huidige machtiging haalbaar als [minderjarige] de positieve houding, welke zij sinds twee weken laat zien, kan vasthouden, blijft werken aan haar doelen, haar EMDR therapie blijft volgen en laat zien dat ze kan omgaan met vrijheden. Dit is meerdere malen aan [minderjarige] uitgelegd. Door SJSJ-Almata is een plan opgesteld dat [minderjarige] inzicht geeft in de stappen die gezet dienen te worden in het werken naar meer vrijheden. Vanuit De La Salle kan [minderjarige] vervolgens doorstromen naar kamertraining.