Uitspraak
9.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 23 december 2014;
- de memorie na enquête van Action.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een ontslag op staande voet van een werknemer, [appellante], door haar werkgever, Action Nederland B.V. De werknemer was ontslagen wegens vermeende verduistering van geldbedragen, specifiek een bedrag van € 1.971,92. Het hof heeft de procedure voortgezet na eerdere tussenarresten van 8 juli 2014 en 23 december 2014, waarin het hof de werknemer had toegelaten tegenbewijs te leveren tegen de beschuldigingen van de werkgever. De werknemer heeft geprobeerd bewijs te leveren door getuigenverklaringen en schriftelijke stukken, maar het hof oordeelde dat de getuigenverklaringen onvoldoende waarde hadden, omdat deze betrekking hadden op een periode die niet overeenkwam met de beschuldigingen. Het hof concludeerde dat de werknemer niet geslaagd was in het leveren van tegenbewijs en dat de werkgever een dringende reden had voor het ontslag. Het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen, met uitzondering van de afwijzing van de vordering van de werkgever tot vergoeding van onderzoekskosten, die nu werd toegewezen. De werknemer werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.