Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
hij op of omstreeks 24 december 2011, in de gemeente Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer] (met kracht) tegen het (voor)hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 24 december 2011, in de gemeente Maastricht, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) tegen het (voor)hoofd heeft geslagen en/of gestompt, ten gevolge waarvan deze zwaar lichamelijk letsel (een schedelbasisfractuur), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Feit 1
mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de botte bruutheid van het feit: verdachte, een grote sterke man, heeft in een vol café, waar het veilig en plezierig toeven moet zijn, met volle kracht geslagen op het voorhoofd van een toevallige passant. Hierdoor is de schedel van het slachtoffer zodanig gebroken dat een ingrijpende medische ingreep noodzakelijk was. Dit heeft geleid tot flinke littekens op het hoofd van het slachtoffer;
- de omstandigheid dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor dit feit;
- de omstandigheid dat het bewezen verklaarde zich in het openbaar heeft afgespeeld, hetgeen leidt tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving;
- de omstandigheid dat het om een relatief oud feit gaat.
- als materiële schade tot een bedrag van € 224,82 + € 150 + € 342,16 = € 716,98
- als immateriële schade
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 3.216,98 (drieduizend tweehonderdzestien euro en achtennegentig cent) bestaande uit € 716,98 (zevenhonderdzestien euro en achtennegentig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.216,98 (drieduizend tweehonderdzestien euro en achtennegentig cent) bestaande uit € 716,98 (zevenhonderdzestien euro en achtennegentig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.