Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Oaze B.V.,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Rinette Zorg B.V. tegen Oaze B.V., vertegenwoordigd door de curator in het faillissement van Oaze. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen die Oaze aan Rinette heeft gestuurd voor geleverde zorg aan cliënten. Rinette heeft een aantal rekeningen betaald, maar heeft ook een bedrag van € 5.000,- aan de Belastingdienst gestort in het kader van de Wet ketenaansprakelijkheid, wat aanleiding gaf tot het geschil. De rechtbank in eerste aanleg heeft Rinette veroordeeld tot betaling van € 9.703,97 aan de curator, maar Rinette is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg bekeken, inclusief de grieven van Rinette. Het hof oordeelt dat Rinette niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat Oaze haar de BSN-nummers van cliënten moest verstrekken op de digitale urenoverzichten. Het hof concludeert dat Rinette niet gerechtigd was om de betaling op te schorten en dat de curator terecht betaling vorderde. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank voor een deel, maar vermindert het te betalen bedrag van Rinette aan de curator tot € 4.703,97. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt.