ECLI:NL:GHSHE:2015:2379

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 juni 2015
Publicatiedatum
30 juni 2015
Zaaknummer
F 200.159.110-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bewindvoering en mentorstelling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen beschikkingen van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 5 augustus 2014 en 7 oktober 2014. De appellanten, waaronder [appellant 3], hebben verzocht om de benoeming van [appellant 3] als bewindvoerder en mentor van de rechthebbende, terwijl de bewindvoerder, [geïntimeerde 2], verzocht heeft het hoger beroep af te wijzen en de eerdere beschikkingen te bekrachtigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 mei 2015, waarbij de rechthebbende niet ter zitting verscheen. Het hof heeft een descente gelast in het zorgcentrum waar de rechthebbende verblijft, welke plaatsvond op 9 juni 2015. Na de descente heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de inhoud van het proces-verbaal van de descente. De zaak is pro forma aangehouden tot 9 juli 2015, waarbij het hof iedere verdere beslissing aanhield. De uitspraak is gedaan op 25 juni 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 25 juni 2015
Zaaknummer: F 200.159.110/01
Zaaknummers eerste aanleg: 3033705 BM VERZ 14-1069, 3033758 MS VERZ 14-145, 3304470 BM VERZ 14-1650 en 3304595 MS VERZ 14-247
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante 1],
wonende te
[woonplaats 1] ,
[appellante 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
[appellant 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
[appellant 4],
wonende te [woonplaats 4] ,
[appellant 4],
wonende te [woonplaats 3] ,
appellanten,
advocaat: mr. Y.W.A.M. van der Koelen.
In de onderhavige zaak worden als belanghebbenden aangemerkt:
[geïntimeerde 1],
wonende te [woonplaats 3] ,
hierna te noemen: de rechthebbende,
en
[geïntimeerde 2],
wonende te
[woonplaats 3] ,
hierna te noemen: de bewindvoerder,
advocaat: mr. G.A.M. Sieben.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikkingen van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 5 augustus 2014 en 7 oktober 2014.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 5 november 2014, hebben appellanten verzocht voormelde beschikkingen te vernietigen en opnieuw rechtdoende [appellant 3] tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende te benoemen, dan wel subsidiair te bepalen dat een andere onafhankelijke bewindvoerder en mentor wordt benoemd op voordracht van de rechter.
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 7 januari 2015, heeft de bewindvoerder verzocht het hoger beroep van appellanten af te wijzen en voormelde beschikkingen van 5 augustus 2014 en 7 oktober 2014 te bekrachtigen.
2.3.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • de processen-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 7 oktober 2014 en 5 augustus 2014;
  • het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van appellanten d.d. 30 maart 2015;
  • het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van appellanten d.d. 16 april 2015;
  • het V6-formulier met een bijlage van de advocaat van appellanten d.d. 4 mei 2015;
  • het V6-formulier met een bijlage van de advocaat van appellanten d.d. 7 mei 2015.
2.4.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 mei 2015. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • appellanten, bijgestaan door mr. Van der Koelen;
  • de bewindvoerder, bijgestaan door mr. Sieben;
2.4.1.
De rechthebbende is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
2.5.
Na de mondelinge behandeling heeft het hof een descente gelast in zorgcentrum [zorgcentrum], te [plaats], waar de rechthebbende op dit moment verblijft. De descente is gehouden op 9 juni 2015, waarbij de rechthebbende is gehoord, in het bijzijn van mevrouw [begeleidster] (aldaar werkzaam).
2.6.
Van de descente is een proces-verbaal opgemaakt, dat zich onder de stukken bevindt.
Het hof heeft een afschrift van het proces-verbaal aan (de advocaten van) partijen verzonden en een nadere mondelinge behandeling gelast om partijen en hun advocaten in de gelegenheid te stellen op de inhoud van dat proces-verbaal te reageren.
2.7.
Nu het hof vaststelt dat het in verband met vakanties niet mogelijk blijkt te zijn op korte termijn een nadere mondelinge behandeling te gelasten waarbij alle partijen met hun advocaten in staat zijn te verschijnen, stelt het hof partijen in de gelegenheid om binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking, derhalve uiterlijk op 9 juli 2015, schriftelijk te reageren op de inhoud van het proces-verbaal van de descente.
Hierbij merkt het hof op dat het indienen van nadere stukken, anders dan een reactie als hiervoor bedoeld, niet wordt toegestaan.
2.8.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van:
  • het V6-formulier met bijlagen (een brief van appellanten d.d. 11 juni 2015 en de daarbij behorende bijlage) van de advocaat van appellanten d.d. 17 juni 2015;
  • het faxbericht van de advocaat van de bewindvoerder d.d. 18 juni 2015.
2.9.
Het hof stelt de bewindvoerder in de gelegenheid om binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking, derhalve uiterlijk 9 juli 2015, schriftelijk te reageren op de inhoud van
voormelde stukken d.d. 17 juni 2015.
Hierbij merkt het hof op dat het indienen van nadere stukken, anders dan een reactie als hiervoor bedoeld, niet wordt toegestaan.
2.10.
Op grond van het voorgaande zal het hof de zaak pro-forma aanhouden tot 9 juli 2015 en iedere verdere beslissing aanhouden.

3.De beoordeling

3.1.
Het vorenoverwogene leidt tot de volgende beslissing van het hof.

4.De beslissing

Het hof:
verzoekt partijen uiterlijk 9 juli 2015 te reageren op de inhoud van het proces-verbaal van descente, gehouden op 9 juni 2015;
verzoekt de bewindvoerder uiterlijk 9 juli 2015 te reageren op de inhoud van het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van appellanten d.d. 17 juni 2015;
houdt iedere verdere beslissing pro forma aan tot
9 juli 2015.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.L. Schaafsma-Beversluis, H. van Winkel en H.J. Witkamp en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2015.