Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[ADSR] V.O.F.,
2. Bouwbedrijf [ADSR] B.V.
3. ASVB Bouw Nederland B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 756001 CV EXPL 13-239)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- Op 14 juli 2010 hebben [geïntimeerde] en haar partner met [ADS] Ontwikkeling [plaatsnaam] V.o.F. een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een perceel grond ter grootte van circa 105 m², gelegen te [plaats], kadastraal bekend gemeente [gemeente] sectie [sectieletter] nummer [sectienummer 1] en [sectienummer 2] gedeeltelijk met de daarop aanwezige opstallen overeenkomstig de bij E&L Notarissen te [plaats] gedeponeerde situatietekening aangeduid met het kavelnummer 2 voor de prijs van € 89.000,00 v.o.n. In artikel 24 van deze overeenkomst is bepaald dat deze overeenkomst een onverbrekelijk geheel vormt met na te melden aannemingsovereenkomst.
- Op de zelfde datum hebben [geïntimeerde] en haar partner met [ADSR] een
- In het document ‘Prinsheerlijk technische tekeningen’ staat bij bouwnummer 2 op de linker onderkant van het perceel eveneens een ingetekende opstal.
- In het document ‘Prinsheerlijk technische omschrijving’ staat bij de hiertoe behorende situatietekening bij nummer 2 eveneens een ingetekende opstal. In de technische omschrijving zelf wordt een berging als zodanig niet genoemd.
- In een verkoopfolder van het project ‘Prinsheerlijk’, welke folder blijkens een op die folder aangebracht beeldmerk mede uitgaat van [ADSR], staat op het perceel van bouwnummer 2 linksonder een opstal ingetekend. De folder vermeldt dat de verkoop op 24 april 2010 van start gaat.
- In een uitgebreide verkoopbrochure van het project staat op de hierbij behorende situatietekening bij bouwnummer 2 op de linker onderkant van het perceel eveneens een ingetekende opstal. De brochure vermeldt verder niets over andere opstallen dan de eigenlijke woning.
- Op een bij het verkoopproject behorende tekening, schaal l:500 staat bij bouwnummer 2 op de linker onderkant van het perceel eveneens een ingetekende opstal.
- In een aanhangsel op de verkoopbrochure van het project, houdende aanvullingen en wijzigingen, staat ten aanzien van bouwnummer [2] niets omtrent een berging vermeld.
- Op de site van Funda staat vermeld dat het betreffende type woning beschikt over een stenen berging.
- Per brief van 21 december 2011 aan [ADSR] klagen [geïntimeerde] en haar partner erover dat bij de woning geen stenen berging is gebouwd, ondanks dat dit wel in het verkoopmateriaal en ook op Funda staat aangegeven en dat de notariële akte ook spreekt van een woning met berging. Zij sommeren [ADSR] alsnog over te gaan tot de bouw van een stenen berging. bij gebreke waarvan zij [ADSR] in gebreke stellen en aansprakelijk stellen voor alle door hen te lijden schade. Tevens geven zij [aan] een beroep te doen op de 5% regeling. In een daaropvolgende schriftelijke gedachtewisseling komen partijen niet nader tot elkaar.
- [geïntimeerde] heeft een tweetal offertes laten opmaken voor het alsnog doen oprichten van een berging, waarvan er een sluit op een bedrag ad € 9.312,94 en een op € 11.007,50 , in beide gevallen inclusief BTW.
primaireen verklaring voor recht dat [ADSR] met betrekking tot de berging toerekenbaar tekortgeschoten is (I) en veroordeling van [ADSR] tot betaling van een bedrag van € 10.160,22 (inclusief btw) vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Als opeenvolgende
subsidiairevorderingen heeft [geïntimeerde] , nakoming van de overeenkomst (III), gedeeltelijke vernietiging wegens dwaling met betaling van het bedrag van € 10.160,22 (inclusief btw) met rente en kosten (IV), gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst met betaling van het bedrag van € 10.160,22 (V) machtiging tot plaatsing van een berging op kosten van [ADSR] (VI) dan wel machtiging om het depotbedrag van € 6.500,= aan [geïntimeerde] te doen uitkeren (VII), een en ander met veroordeling van [ADSR] in de kosten. [ADSR] heeft deze vorderingen bestreden. In reconventie heeft [ADSR] gevorderd, samengevat, veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van het bedrag van € 6.500,= en machtiging tot uitbetaling van dat bedrag uit het depot, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten. [geïntimeerde] heeft deze vorderingen op haar beurt bestreden.
primairevordering is de kantonrechter ervan uitgegaan dat sprake is van een stenen berging die bij de woning past en [ADSR] in de gelegenheid gesteld zich over dit aspect uit te laten. Nadat hierover op 28 november 2013 opnieuw een comparitie van partijen had plaatsgevonden heeft de kantonrechter onderdeel (II) van de primaire vordering van [geïntimeerde] toegewezen tot een bedrag van € 9.312,94, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis en met € 847,= aan buitengerechtelijke kosten. [ADSR] is veroordeeld in de proceskosten in conventie en het meer of anders gevorderde is afgewezen (daarmee is overigens ook het eerder toewijsbaar geachte onderdeel (I) afgewezen). De vordering van [ADSR] in reconventie is afgewezen met veroordeling van [ADSR] in de kosten.
kankomen. In de akte van levering van het perceel - door [ADS] Ontwikkeling [plaatsnaam] v.o.f. - is vermeld dat het perceel is bestemd voor gebruik als woning met berging, terwijl in de desbetreffende koopovereenkomst zelf alleen de bouw van een woning is aangegeven. Alles bij elkaar kan naar het oordeel van het hof op basis van de schriftelijke stukken niet als vaststaand worden aangenomen dat de aannemingsovereenkomst mede een (stenen) berging omvatte. In de schriftelijke stukken alleen is daardoor geen grondslag te vinden voor de vorderingen van [geïntimeerde]. Dit geldt zowel de door haar gestelde toerekenbare tekortkoming van de kant van [ADSR] als haar
subsidiaireberoep op dwaling (onderdeel IV), zodat de vorderingen van [geïntimeerde] op basis van hetgeen thans beschikbaar is niet voor toewijzing in aanmerking komen.