Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/255454/HA ZA 12-711)
2.Het geding in hoger beroep
3. De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
‘Het tweede verzoek heeft betrekking op vakantiegeldverplichtingen ten opzichte van het bij u werkzame personeel. Gevraagd wordt hiervoor een extra bedrag van f 80.000,- beschikbaar te stellen. Wij zijn van mening dat dit verzoek niet voor honorering in aanmerking komt. Het door u geschetste probleem met betrekking tot vakantiegeldverplichtingen doet zich alleen maar voor bij faillissement wanneer uw bestuur niet meer in staat zou zijn aan deze verplichtingen te voldoen. De kans dat uw instituut, dat voor zijn exploitatie nagenoeg geheel afhankelijk is van overheidssubsidies, failliet gaat is dermate klein, dat maatregelen om dan aan uw verplichtingen te kunnen voldoen naar onze mening overbodig zijn. Mocht uw bestuur om een andere reden dan faillissement met zijn activiteiten stoppen, dan berust op u en de subsidiënten de plicht te voorzien in de verplichtingen, die u aan uw personeel heeft. Wij staan daarvoor als belangrijkste subsidiënt garant.’
‘Bedoelde zinsnede kon ons inziens uitdrukkelijk niet worden begrepen als een onvoorwaardelijk afgegeven garantstelling met betrekking tot alle (financiële) verplichtingen die de Stichting Stedelijk Instituut (en haar rechtsopvolger) in geval van stopzetting van haar activiteiten ten opzichte van haar personeel heeft. Omdat er ons inziens geen sprake is van een garantstelling als door u bedoeld kan op grond hiervan dan ook geen sprake zijn van vergoeding van frictiekosten die het gevolg zijn van vermindering respectievelijk beëindiging van subsidie.’
‘Bij de uitvoering van de Ontwerp Agenda van [plaats] vallen frictiekosten onder de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger en komen niet voor vergoeding in aanmerking. Dit besluit beantwoordt uw vraag over frictiekosten uit uw brief d.d. 9 juni 2011.’Tegen deze brief heeft SIW een bezwaarschrift ingediend. Tegen de ongegrondverklaring van dit bezwaar heeft SIW geen beroep ingesteld.
‘Bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden ontvangt de werknemer een ontslagvergoeding. Werknemers tot 50 jaar ontvangen een ontslagvergoeding van één-zesde maandsalaris per dienstjaar. Werknemers van 50 jaar en ouder ontvangen een ontslagvergoeding per dienstjaar van één-vierde maandsalaris.’SIW heeft berekend dat zij een bedrag van ongeveer 2,5 miljoen euro nodig heeft om deze ontslagvergoedingen (ook aangeduid als ‘frictiekosten’) uit te kunnen keren.