ECLI:NL:GHSHE:2015:2168
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over hoge bomen en de gevolgen voor eigendomsrechten
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een burengeschil over hoge bomen. De appellanten, [appellante] en [appellant], hebben hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak draait om de vraag of de beplantingen die boven de scheidsmuur uitsteken, verwijderd moeten worden. Het hof heeft in een tussenarrest van 24 maart 2015 geoordeeld dat de appellante niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep tegen een tussenvonnis van 31 augustus 2011 en heeft andere vonnissen bekrachtigd voor zover deze [betrokkene] betreffen.
Het hof heeft verder de stelling van de geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel verworpen, waarbij het de coniferen en taxussen als bomen heeft aangemerkt. De vraag welke bomen als vormbomen kunnen worden aangemerkt, is ook aan de orde gekomen. Het hof heeft geoordeeld dat de geïntimeerde moet bewijzen dat bepaalde coniferen en taxussen al meer dan 20 jaar boven de muur op de erfafscheiding uitkomen. De geïntimeerde heeft aangegeven bewijs te willen leveren door middel van getuigen, en het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere bewijslevering.
In de uitspraak heeft het hof de geïntimeerde toegelaten tot bewijslevering en de procedure voortgezet met het horen van getuigen. De raadsheer-commissaris, mr. H.A.G. Fikkers, zal de getuigenverhoren leiden. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van de geïntimeerde de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen ten minste zeven dagen voor het verhoor aan de wederpartij en de civiele griffie moet opgeven. De verdere beslissing is aangehouden.