ECLI:NL:GHSHE:2015:2168

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 juni 2015
Publicatiedatum
16 juni 2015
Zaaknummer
HD200.114.414_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over hoge bomen en de gevolgen voor eigendomsrechten

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een burengeschil over hoge bomen. De appellanten, [appellante] en [appellant], hebben hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak draait om de vraag of de beplantingen die boven de scheidsmuur uitsteken, verwijderd moeten worden. Het hof heeft in een tussenarrest van 24 maart 2015 geoordeeld dat de appellante niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep tegen een tussenvonnis van 31 augustus 2011 en heeft andere vonnissen bekrachtigd voor zover deze [betrokkene] betreffen.

Het hof heeft verder de stelling van de geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel verworpen, waarbij het de coniferen en taxussen als bomen heeft aangemerkt. De vraag welke bomen als vormbomen kunnen worden aangemerkt, is ook aan de orde gekomen. Het hof heeft geoordeeld dat de geïntimeerde moet bewijzen dat bepaalde coniferen en taxussen al meer dan 20 jaar boven de muur op de erfafscheiding uitkomen. De geïntimeerde heeft aangegeven bewijs te willen leveren door middel van getuigen, en het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere bewijslevering.

In de uitspraak heeft het hof de geïntimeerde toegelaten tot bewijslevering en de procedure voortgezet met het horen van getuigen. De raadsheer-commissaris, mr. H.A.G. Fikkers, zal de getuigenverhoren leiden. Het hof heeft verder bepaald dat de advocaat van de geïntimeerde de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen ten minste zeven dagen voor het verhoor aan de wederpartij en de civiele griffie moet opgeven. De verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.114.414/01
arrest van 16 juni 2015
in de zaak van

1.[appellante] ,

2. [appellant] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
appellanten in het principaal appel,
geïntimeerden in het voorwaardelijk incidenteel appel,
verder in enkelvoud: [appellante],
advocaat: mr. T.I.P. Jeltema te Veldhoven,
tegen:
[geïntimeerde] ,
geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het voorwaardelijk incidenteel appel,
verder: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. A.P. van Knippenbergh te Best,
als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 24 maart 2015 in het hoger beroep van de door de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder zaaknummer/rolnummer 231722/HA ZA 11-1015 tussen partijen (en [betrokkene] ) gewezen vonnissen van 31 augustus 2011, 9 november 2011 en 23 mei 2012.

6.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 24 maart 2015;
- de akte van [geïntimeerde] van 21 april 2015;
- de antwoordakte van [appellante] van 19 mei 2015.
Partijen hebben arrest gevraagd.

7.De verdere beoordeling

In het principaal appel en in het voorwaardelijk incidenteel appel
7.1
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof [appellante] niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen het tussenvonnis van 31 augustus 2011 en heeft het hof beide andere vonnissen bekrachtigd voor zover deze [betrokkene] betreffen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het principaal appel voor zover dit [betrokkene] betreft.
7.2
Verder heeft het hof in het tussenarrest de stelling van [geïntimeerde] in het voorwaardelijk incidenteel appel over het aanmerken van de coniferen als bomen verworpen en aangegeven dat de coniferen en taxussen alle als bomen zullen worden aangeduid (r.o. 4.11). Daarna is de vraag beantwoord welke bomen als vormbomen kunnen worden aangemerkt (r.o. 4.13) en is het beroep van [geïntimeerde] op verjaring aan de orde gekomen (r.o. 4.14).
7.3
Met betrekking tot dit beroep op verjaring heeft het hof geoordeeld dat [geïntimeerde] dient te bewijzen dat de coniferen met de nummers 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 14 en 15 en de drie taxussen al meer dan 20 jaar lang boven de muur op de erfafscheiding uitkomen (r.o. 4.15). Het hof heeft [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld bij akte aan te geven of en zo ja op welke wijze hij hierover nader bewijs wil leveren.
7.4
[geïntimeerde] heeft bij akte laten weten bewijs te willen leveren door middel van getuigen en in verband hiermee vijf getuigen vermeld. [appellante] heeft bij antwoordakte laten weten dat zij nadat de getuigen aan de zijde van [geïntimeerde] zijn gehoord zal beoordelen of en zo ja welke getuigen zij in contra-enquête zal doen horen dan wel nadere schriftelijke stukken in het geding brengen. Het hof zal [geïntimeerde] toelaten tot bewijslevering als in het tussenarrest vermeld en de zaak daartoe naar de rol verwijzen.
7.5
Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

8.De uitspraak

Het hof:
in het principaal appel en in het voorwaardelijk incidenteel appel
laat [geïntimeerde] toe te bewijzen dat de coniferen met de nummers 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 14 en 15 en de drie taxussen al meer dan 20 jaar lang boven de muur op de erfafscheiding uitkomen;
bepaalt dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. H.A.G. Fikkers als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 30 juni 2015 voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) op dinsdagen, woensdagen en donderdagen in de maanden september en oktober 2015;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het
getuigenverhoor zal vaststellen;
bepaalt dat de advocaat van [geïntimeerde] ten minste zeven dagen voor het verhoor de namen en
woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, H.A.G. Fikkers en M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 juni 2015.
griffier rolraadsheer