ECLI:NL:GHSHE:2015:209

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
27 januari 2015
Zaaknummer
HD 200.126.910_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door ondeugdelijk product in de tuinbouw

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een geschil tussen Corus Service Centre B.V. en verschillende partijen, waaronder Green Meteor B.V. en Meteor Systems B.V. De zaak betreft de aansprakelijkheid van Corus voor schade die is ontstaan door een ondeugdelijk product, plastisol, dat aan Meteor is geleverd voor gebruik in de tuinbouw. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen waarin het de ontvankelijkheid van Green Meteor in haar vorderingen heeft afgewezen, maar Meteor Systems heeft het hof kunnen overtuigen dat haar vorderingen niet zijn verjaard. Het hof heeft vastgesteld dat de plastisol die door Corus aan Green Meteor is geleverd, schade heeft veroorzaakt aan komkommerplanten. Corus had bij het aangaan van de overeenkomst met Meteor moeten weten dat het plastisol in de tuinbouw zou worden gebruikt, maar heeft geen garanties afgegeven over de geschiktheid voor dat specifieke gebruik. Het hof oordeelt dat Corus toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dus aansprakelijk is voor de schade die Meteor heeft geleden. De rechtbank heeft de verweren van Corus tegen de schadevergoeding verworpen, en het hof bevestigt deze beslissing. Corus wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.126.910/01
arrest van 27 januari 2015
in de zaak van
Corus Service Centre [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. A.E. Veerman te Leiden,
tegen

1.Green Meteor B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],

2.
Meteor Systems B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden,
advocaat: mr. M. Bouman te Eindhoven,
en in de zaak van
Corus Service Centre [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. A.E. Veerman te Leiden,
tegen
[Benelux] Benelux B.V., voorheen genaamd [Benelux 1] Benelux B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
Advocaat: mr. F. Kolkman te Alemelo,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 20 mei 2014 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder zaaknummers 86231/03-819 en 90833/04-261 gewezen vonnis van 19 december 2012.

6.Het verdere verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 20 mei 2014;
- de per fax van 27 augustus 2014 door mr. Bouman ten behoeve van de comparitie toegezonden producties 1-4;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 28 augustus 2014.
Partijen hebben arrest gevraagd.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Partijen worden hierna genoemd: Corus, Green Meteor, Meteor Systems en [Benelux]. Green Meteor en Meteor Systems worden hierna gezamenlijk “Meteor” genoemd.
7.2.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof in de zaak tussen Corus en [Benelux] – kort samengevat- overwogen dat het beroep op gezag van gewijsde van het arrest van dit hof van 14 maart 2006 slaagt en dat de vorderingen van Corus moeten worden afgewezen. Iedere beslissing is aangehouden.
7.3.
In de zaak tussen Meteor en Corus heeft het hof bij genoemd tussenarrest overwogen dat:
- Green Meteor alsnog niet ontvankelijk in haar vorderingen moet worden verklaard, maar dat Meteor Systems op grond van cessie in haar vorderingen kan worden ontvangen;
- de vordering van Meteor Systems op Corus tot vergoeding van schade als gevolg van geleverd ondeugdelijk product niet is verjaard;
- vast staat dat de plastisol, die Corus aan Green Meteor heeft geleverd bij toepassing in de komkommerteelt schade heeft veroorzaakt aan komkommerplanten;
- het hof voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van toerekenbaar tekortschieten van Corus onder meer en eerst nadere inlichtingen van partijen wenste te krijgen, in het bijzonder over in 1999 en 2001 tussen Green Meteor en Corus gevoerde gesprekken over productspecificaties, producttoepassingen en eigenschappen van wat is gekocht en geleverd, en over de wetenschap in 2001 van claims van komkommerkwekers.
Het hof heeft een comparitie van partijen gelast en elke verdere beslissing aangehouden.
7.3.
De comparitie heeft op 28 augustus 2014 ten overstaan van mr. L.S. Frakes plaatsgevonden. Uit het ter comparitie verhandelde is het hof het volgende gebleken. Meteor heeft bij Corus plastisol gekocht conform de overeengekomen specificaties. Corus wist bij het aangaan van de overeenkomst met Meteor dat Meteor het plastisol in de tuinbouw wilde gebruiken. Corus heeft echter bij de totstandkoming van de overeenkomst slechts garanties afgegeven voor plastisol conform de overeengekomen specificaties. Geschiktheid voor het beoogde gebruik in de tuinbouw heeft zij nadrukkelijk niet gegarandeerd omdat zij daar geen ervaring mee had, zo heeft zij verklaard en is door Meteor niet weersproken. De heer [medewerker van appellante] heeft zijn best gedaan Meteor als klant bij Corus binnen te halen, maar Meteor wist al voor het contact met hem (in elk geval van een concurrent) dat plastisol goed en duurzaam was voor gebruik in de tuinbouw. Met het door Meteor van Corus afgenomen plastisol dat door Corus zelf werd geproduceerd hebben zich vervolgens nooit problemen voorgedaan.
Corus heeft op enig moment aan Meteor meegedeeld dat zij, vanwege eigen productieproblemen, het plastisol elders zou gaan betrekken. Meteor heeft daarmee ingestemd zolang het plastisol conform de met Corus overeengekomen specificaties zou worden geleverd.
7.4.
De problemen zijn ontstaan met het plastisol dat Corus bij [Benelux] is gaan betrekken. In december 2001 is door Corus voor het eerst plastisol dat afkomstig was van [Benelux] aan Meteor geleverd. Dat plastisol was in oktober 2001 door Meteor besteld. Vast staat (zie ook het tussenarrest, rechtsoverweging 4.11) dat de ftalaten in het plastisol van [Benelux] de schade aan de komkommers hebben veroorzaakt. De ftalaten leveren geen schending van de specificaties op. Partijen zijn het erover eens dat er conform specificaties is geleverd. Echter, in het eerste gesprek dat Corus in april 2001 met [Benelux] voerde over de inkoop van plastisol onder meer ten behoeve van levering aan Meteor voor kweekgoten, heeft [Benelux] melding gemaakt van een claim die zij had ontvangen vanuit de kweekgotensector (gespreksverslag, prod. 6 CvA). Ter comparitie heeft Corus verklaard dat [Benelux] daar toen verder niets over wilde zeggen, dat Corus daar niets achter heeft gezocht en dat zij ook niet heeft bedacht dat er sprake zou kunnen zijn van een probleem dat schadelijk kon zijn voor cliënten als Meteor. Corus heeft daarvan (dan ook) geen melding gemaakt aan Meteor.
7.5.
Het hof deelt het standpunt van Meteor dat de mededeling van [Benelux] voor Corus aanleiding had moeten zijn om nader onderzoek te plegen, althans in elk geval om aan Meteor mededeling te doen van de claim die [Benelux] uit de kweekgotensector had ontvangen. Naar het oordeel van het hof vloeit dat voort uit de eisen van redelijkheid en billijkheid die de contractuele verhouding tussen partijen mede beheersen (art. 6:248 lid 1 BW). Daaraan kan niet afdoen dat Corus niet wist van specifiek gebruik van het plastisol voor komkommerteelt door de afnemers van Meteor. Corus wist van gebruik in de kweekgotensector.
Dit oordeel leidt het hof tot de conclusie dat Corus toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst met Meteor en derhalve aansprakelijk is voor de schade die Meteor als gevolg daarvan heeft geleden. Dat Corus zich in april 2001 niet heeft gerealiseerd dat er sprake zou kunnen zijn van een probleem met het plastisol van [Benelux] en dat zij niet bekend was met de precieze aard van de problemen, is een omstandigheid die voor rekening van Corus komt. Haar op die stelling gerichte bewijsaanbod wordt om die reden verworpen.
Ook verwerpt het hof de stelling dat Meteor waarschijnlijk ook van de door [Benelux] gemelde claim zal hebben geweten, nu die stelling door Meteor gemotiveerd is betwist en door Corus niet nader concreet is onderbouwd.
7.6.
Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank terecht en op goede gronden de door Corus tegen de aard en omvang van de gevorderde schadevergoeding gevoerde verweren en het beroep op haar algemene voorwaarden verworpen. Nu Corus in hoger beroep op die punten (slechts) haar verweren uit de eerste aanleg heeft herhaald, verwijst het hof naar wat de rechtbank in rechtsoverwegingen 3.7 tot en met 3.12 van het bestreden vonnis daarover heeft overwogen, welke overwegingen het hof tot de zijne maakt.
7.7.
Wat Corus voor het overige aan feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht kan niet tot een ander oordeel leiden, zodat voor bewijslevering als door Corus aangeboden geen aanleiding is. Haar bewijsaanbod wordt daarom ook voor het overige als niet relevant gepasseerd.
7.8.
De slotsom van al het voorgaande is dat de grieven voor zover gericht tegen de toewijzing van vorderingen ten gunste van Meteor Systems falen. Het bestreden vonnis zal in zoverre worden bekrachtigd. Als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij zal Corus in de kosten van het hoger beroep worden veroordeeld.

8.De uitspraak

Het hof:
in de hoofdzaak:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover Green Meteor ontvankelijk in haar vorderingen is verklaard, en opnieuw rechtdoende:
verklaart Green Meteor niet ontvankelijk in haar vorderingen;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
veroordeelt Corus in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van Meteor Systems worden begroot op € 4.961,= aan verschotten, op € 6.526,= aan salaris advocaat en voor wat betreft de nakosten op € 131,= indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,= vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
in de vrijwaringszaak:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Corus in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van [Benelux] worden begroot op € 4.961,= aan verschotten en op € 3.262,= aan salaris advocaat; en voor wat betreft de nakosten op € 131,= indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,= vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.W.T. Vriezen, J.C.J. van Craaikamp en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 27 januari 2015.
griffier rolraadsheer