ECLI:NL:GHSHE:2015:2076

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 juni 2015
Publicatiedatum
9 juni 2015
Zaaknummer
HD200.074.170_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van relatiebeding door voormalig werknemer in de verzekeringssector

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schending van een relatiebeding door de voormalig werknemer van Adviesgroep BV, [geïntimeerde]. Het hof heeft de procedure voortgezet na eerdere tussenarresten en heeft de feiten en het verloop van de procedure uitvoerig besproken. De appellante, Adviesgroep BV, heeft [geïntimeerde] beschuldigd van meer dan 100 overtredingen van het relatiebeding dat hem verbiedt om gedurende twee jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst relaties van Adviesgroep te benaderen voor verzekeringen, financieringen of hypotheken. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] in verschillende gevallen daadwerkelijk het relatiebeding heeft geschonden door nieuwe verzekeringen af te sluiten bij andere maatschappijen, terwijl er al bestaande verzekeringen via Adviesgroep liepen. Het hof heeft de vordering van Adviesgroep tot schadevergoeding en boetes toegewezen, maar heeft ook geoordeeld dat [geïntimeerde] niet gebonden is aan een concurrentiebeding dat eerder was overeengekomen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor duidelijke formuleringen in relatiebedingen en de gevolgen van overtredingen in de verzekeringssector.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.074.170/01
arrest van 9 juni 2015
in de zaak van
[Adviesgroep] Adviesgroep BV,,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. G.J.L.F.M. Schakenraad te Eindhoven,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. C.C.E. Wilschut te Veghel,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 16 november 2010, 13 december 2011 en 2 juli 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, locatie Eindhoven onder zaaknummer 604087 en rolnummer 09-877 gewezen vonnis van 24 juni 2010.

13.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 2 juli 2013;
  • de memorie na tussenarrest van [Adviesgroep] met producties/eiswijziging;
  • een akte van depot d.d. 27 augustus 2013;
  • de antwoordmemorie na tussenarrest van [geïntimeerde] met producties.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

14.De verdere beoordeling

14.1.
Bij genoemd tussenarrest is [Adviesgroep] in de gelegenheid gesteld om per gestelde overtreding van het relatiebeding als nader geduid in dat tussenarrest inzicht te geven in zowel de voorheen bestaande en beëindigde verzekering en de middels activiteiten van [geïntimeerde] gedurende de periode van het relatiebeding, als nader te duiden gesloten verzekering elders, een en ander onderbouwd met relevante bescheiden.
[Adviesgroep] heeft daartoe bij memorie nadere stukken in het geding gebracht door middel van een depot van een zogenoemde zwarte map (waartoe een akte van depot is opgemaakt op 27 augustus 2013) alsmede enige producties. Bij antwoordmemorie voorzien van enige producties heeft [geïntimeerde] daarop gereageerd.
14.2.
Het hof roept allereerst de tekst van het relatiebeding (artikel 12 van de betreffende arbeidsovereenkomst) in herinnering. Deze tekst luidt:
“De werknemer verplicht zich om gedurende 2 jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst (…) in geen enkel opzicht, direct of indirect, te bevorderen dat verzekeringsnemers of verzekerden hun verzekeringen, financieringen of hypotheken, gesloten via Assurantie-Adviesburo [Adviesgroep] te beëindigen of zich doen verzekeren bij een andere maatschappij.”
Voorts verwijst het hof naar overweging 11.5. uit het tussenarrest van 2 juli 2013, welke overweging als volgt luidde:
“Naar het oordeel van het hof valt uit de tekst van het betreffende beding allereerst af te leiden dat daarmee kennelijk is beoogd de bestaande via of bij [Adviesgroep] lopende verzekeringen e.d. te beschermen. De nadruk ligt daarbij op het handhaven van het bestand aan “verzekeringen, financieringen of hypotheken of polissen gesloten via [Adviesgroep]”. Niet de klant (of relatie) als zodanig wordt beschermd maar de door hem of haar afgesloten verzekering, financiering of hypotheek. Dat ligt ook voor de hand nu de daarmee gemoeide provisie(s) een bestaande bron van inkomsten vorm(t)en voor [Adviesgroep]. Evenmin worden beschermd de potentieel met die relaties van [Adviesgroep] te sluiten verzekeringen, financieringen of hypotheken, nu daarbij immers (nog) geen sprake is van een verzekeringnemer of een verzekerde in de zin van het beding. Nieuwe verzekeringen, financieringen of hypotheken met bestaande relaties worden slechts dan door het verbod neergelegd in dat beding bestreken, indien en voor zover het afsluiten van een nieuwe soortgelijke verzekering is geschied als gevolg van een beëindiging van een bij of via [Adviesgroep] lopende soortgelijke verzekering, financiering of hypotheek door toedoen van [geïntimeerde].
Voorts heeft te gelden dat met de woorden “in geen enkel opzicht, direct of indirect, bevorderen” kennelijk beoogd is om elke vorm van bemoeienis van de kant van [geïntimeerde] met lopende verzekeringen, die ondergebracht zijn bij [Adviesgroep], te verbieden. Enig aanknopingspunt voor de juistheid van de stelling van [geïntimeerde] dat slechts het stelselmatig en structureel benaderen van die relaties met het oog op bij [Adviesgroep] lopende verzekeringen door het beding verboden is (en niet wanneer dit incidenteel zou zijn geschied), valt in dat beding niet te lezen. Evenmin is juist de stelling van [geïntimeerde] dat ingeval het initiatief van de betreffende relatie uitgaat, het [geïntimeerde] wel vrij zou staan enige (vorm van) bemiddeling te plegen. Het begrip “bevorderen” vereist immers niet een dergelijk actief handelen.”
14.3.
Dit oordeel leidt er allereerst toe dat - in tegenstelling tot het betoog van [Adviesgroep] bij memorie na tussenarrest - het voor het aannemen van een eventuele overtreding niet relevant is dat met de betreffende klant in de periode 1 februari 2008 tot 1 februari 2010 een nieuwe nog niet via [Adviesgroep] lopende verzekering is afgesloten door of door toedoen van [geïntimeerde], omdat het in het beding immers om bescherming van de portefeuille gaat.
Verder leidt dit ertoe dat evenmin relevant is of de betreffende via [Adviesgroep] lopende verzekering eerst beëindigd is op of na 1 februari 2010 (zoals [geïntimeerde] betoogt), omdat voor het aannemen van een eventuele overtreding door [geïntimeerde] slechts van belang is of het handelen van [geïntimeerde] in de periode waarin het relatiebeding gold, uiteindelijk heeft geleid tot een beëindiging van een verzekering.
Verder zal het hof bij de beoordeling in aanmerking nemen de niet bestreden verklaring van de getuige [getuige 2] dat [geïntimeerde] werkzaam is geweest voor Davest en vervolgens voor DG Verzekeringen en dat [geïntimeerde] beschikte over een uitdraai van alle relaties van [Adviesgroep]. Het handelen van Davest en/of DG Verzekeringen (blijkend uit de diverse overgelegde stukken) wordt mede daarom ook aan [geïntimeerde] toegerekend.
[Adviesgroep] heeft het hof verzocht om, indien het vasthoudt aan de restrictieve uitleg die aan het relatiebeding is gegeven, te oordelen dat [geïntimeerde] onrechtmatig en in strijd met goed werknemerschap heeft gehandeld in de postcontractuele fase (met vordering tot veroordeling van [geïntimeerde] tot schadevergoeding, op te maken bij staat). Het hof verwerpt deze subsidiaire grondslag van de vordering. Feitelijk komt die stelling van [Adviesgroep] erop neer dat zij [geïntimeerde] wenst te houden aan het concurrentiebeding dat zij met hem was overeengekomen, maar waarvan het hof reeds heeft geoordeeld dat dat beding vernietigbaar is (rov. 8.3.7. van het arrest van 13 december 2011). Een ruimere uitleg / toepassing van het relatiebeding komt in de kern neer op het alsnog toepassen van een concurrentiebeding, waarvan het hof heeft geoordeeld dat [geïntimeerde] daardoor onbillijk wordt benadeeld. Voor zover daar anders over gedacht zou moeten worden, acht het hof deze eiswijziging voortvloeiend uit een grondslagwijziging in een te laat stadium naar voren gebracht. Het zou in strijd zijn met een goede procesorde om deze eiswijziging nu nog toe te staan.
14.4.
Het hof zal nu overgaan tot bespreking van de individuele gevallen van de door [Adviesgroep] gestelde schending van het relatiebeding door [geïntimeerde], met inachtneming van de hiervoor geformuleerde uitgangspunten. De verwijzing naar paginanummers betreft de zogenaamde blauwe map. De verwijzing naar producties betreft de zogenaamde zwarte map.
14.4.1.
[cliënt 1]
.
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] twee overtredingen (uitvaartverzekering man en vrouw).
Schending
Door toedoen van [geïntimeerde] is met als ingangsdatum 1 december 2009 verzocht om een natura uitvaartverzekering bij Monuta (pagina 40). Op dat moment liep een degelijke verzekering via [Adviesgroep] bij Aegon Nabestaandenzorg. Deze verzekering is op 1 december 2009 premievrij gemaakt (productie 11.3). Het hof acht gezien de door [geïntimeerde] overgelegde productie 1 bij memorie na enquête (verzoek tot beëindiging) aannemelijk dat [geïntimeerde] van het bestaan van deze verzekering wist en desondanks een nieuwe verzekering heeft doen sluiten bij een andere maatschappij.
[geïntimeerde] heeft derhalve twee maal het beding overtreden.
14.4.2.
[cliënt 2] en [cliënt 3]
.
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vijf overtredingen.
Schending
Door toedoen van [geïntimeerde] is een offerte gedaan door NH van 1816 op 11 januari 2010 voor een Combipolis leidend tot een aanvraag op 5 februari 2010 (pagina 42 tot en met 49). Deze polis omvatte de verzekering voor een tourcaravan, een motorfiets, de opstal en inboedel van het woonhuis, alsmede een aansprakelijkheidsverzekering. Bij London liep een soortgelijke polis via [Adviesgroep] (productie 11.4) met uitzondering van de verzekering voor de motorfiets. Deze zijn ook beëindigd.
[geïntimeerde] heeft derhalve vier maal het beding overtreden.
14.4.3.
[cliënt 4]
.
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] negen overtredingen.
Geen schending
Op 29 juli 2009 is een verzoek gedaan tot het aangaan van een TAF maandlastenbeschermer (pagina 10 en 11). Een dergelijke verzekering liep niet via [Adviesgroep].
Schending
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is op 12 januari 2010 (en mogelijk al eerder) verzocht om een uitvaartverzekering bij Monuta (pagina 72 en 73) ingaande 1 februari 2010. Via [Adviesgroep] liep een uitvaartverzekering bij Aegon Nabestaandenzorg (productie 11.5). Deze is premievrij gemaakt per 1 februari 2010.
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is op 10 juli 2009 een aanvraag ingediend voor een levensverzekering (pagina 51 tot en met 59) bij Conservatrix en op 15 oktober 2009 een Ideale Spaarplanverzekering (pagina 59 tot en met 79) bij diezelfde maatschappij. Bij Allianz (levensverzekering) en bij Reaal (spaarplan) liepen soortgelijke verzekeringen via [Adviesgroep] (producties 7 en 8) die beëindigd zijn.
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is op 15 oktober 2009 een Combipolis aangevraagd bij NH van 1816 omvattend opstal, inboedel, aansprakelijkheid particulieren, reis- verzekering en rechtsbijstandverzekering ( pagina 74 tot en met 82). [cliënt 4] was via [Adviesgroep] verzekerd voor opstal, inboedel en aansprakelijkheid bij Unigarant (productie 11.9) voor reisverzekering bij Mondial (productie 11.10) en voor rechtsbijstand bij DAS (productie 11.11). Al deze verzekeringen zijn beëindigd, met uitzondering van de reisverzekering, althans een beëindiging van die verzekering blijkt niet uit de genoemde productie.
De verklaring van [cliënt 4] als getuige dat [geïntimeerde] gedurende twee jaar niets voor haar heeft betekend acht het hof gezien deze omstandigheden leugenachtig.
[geïntimeerde] heeft derhalve zeven keer het beding overtreden.
14.4.4.
[cliënt 5].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] veertien overtredingen.
Geen schending
[geïntimeerde] is betrokken geweest bij het doen afsluiten van een uitvaartpolis voor drie personen getekend 1 december 2009 en ingaande 1 januari 2010 (pagina 112). Dat [cliënt 5] een soortgelijke verzekering had lopen via [Adviesgroep] is niet gesteld.
Schending
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is een hypotheekrisicoverzekering afgesloten bij Reaal op basis van een aanvraag van 30 november 2009 (pagina 97 tot en met 110). Via [Adviesgroep] liepen twee levenspolissen bij Allianz die datzelfde risico afdekten (productie 11.13). Deze polissen zijn beëindigd.
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is een combipolis tot stand gekomen bij NH van 1816 ter dekking van personenauto (2x), motorfiets, gezinsongevallen, reisverzekering, opstal, inboedel, aansprakelijkheid particulieren en rechtsbijstand (pagina 84 tot en met 96), op basis van een aanvraag van 30 november 2009. Via [Adviesgroep] liepen verzekeringen bij Allianz voor één auto (productie 11.14), bij Unigarant voor de andere auto (productie 11.15), bij Unigarant voor de motor (productie 11.16), bij Klaverblad voor opstal, inboedel, aansprakelijkheid particulieren en ongevallen (productie 11.17), bij Mondial Assistance voor reizen (productie 11.18) en voor rechtsbijstand bij Arag (productie 11.19). Al deze verzekeringen zijn beëindigd.
[geïntimeerde] heeft derhalve elf keer het beding overtreden.
14.4.5.
[cliënt 6]/[cliënt 7].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vier overtredingen.
Geen schending
- Niet gebleken is dat [cliënt 6] een uitvaartverzekering heeft gehad via [Adviesgroep].
- Onduidelijk is gebleven op welk moment via [geïntimeerde] is verzocht om een
offerte (gedaan op 1 februari 2010) voor een Lijfrente spaarplan (2x) door
Conservatrix, waarvoor twee verzekeringen (Reaal) liepen bij [Adviesgroep] (productie 22)
en het oversluiten van de hypotheekverzekering (Reaal) lopend via [Adviesgroep].
De opmerking van [Adviesgroep] dat het in de lijn ligt te verwachten dat er dus eerder contact
is geweest dan 1 februari 2010 moge op zich juist zijn, zekerheid geeft dit niet.
14.4.6.
[cliënt 8].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] een negental overtredingen.
Geen schending.
  • De uitvaartverzekering bij Monuta is gesloten per 1 november 2009 door tussenkomst van [geïntimeerde] (zoals door hem erkend), maar voordien liep een dergelijke verzekering niet via [Adviesgroep]. Dat vormt dus geen overtreding van het beding.
  • De Conservatrix koopsomlijfrente polis is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (zie aanvraagformulier pagina 138 t/m140), ingaande 1 november 2009, maar voordien liep bij [Adviesgroep] niet een soortgelijke polis. Dat vormt dus geen overtreding van het beding.
Schending.
  • De Conservatrix Lijfrente spaarplan polis ingaande 1 april 2010 is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] als blijkt uit een aanvraagformulier van 11 november 2009 (pagina 125 tot en met 128). Er liep reeds een soortgelijke polis bij Reaal (productie 11.25) via [Adviesgroep].
  • De Conservatrix overlijdensrisicoverzekering ingangsdatum 1 maart 2010 is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] als blijkt uit een aanvraagformulier van 11 november 2009 (pagina 129 tot en met 136). Er liep reeds een soortgelijke polis bij Allianz Nederland via [Adviesgroep] (als erkend door [geïntimeerde]).
  • De Combipolis ingaande 1 februari 2010 is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] als blijkt uit de aanvraag van 20 oktober 2009 (pagina 143 tot en met 150). Het betreft verzekeringen van auto, opstal, inboedel, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Dergelijke verzekeringen liepen ook via [Adviesgroep] als blijkt uit de producties 11.28 en 11.29 en 11.30
Het betreft derhalve zeven overtredingen van het beding door [geïntimeerde],
14.4.7.
[cliënt 9].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] een drietal overtredingen.
Geen schending.
Door toedoen van [geïntimeerde] is een zogenaamde pensioengatverzekering gesloten bij Reaal ingaande 1 mei 2008 (productie 11.32). Een voorheen bij [Adviesgroep] gesloten levensverzekering ingaande 1 november 2006 bij Reaal is per 7 oktober 2009 geroyeerd. Dat beide verzekeringen soortgelijk zijn is onvoldoende komen vast te staan.
Schending.
  • De financiering bij Interbank. Vaststaat dat door toedoen van [geïntimeerde] deze financiering is opgezegd, blijkens de verklaring van [cliënt 9], die door [geïntimeerde] niet is weersproken.
  • De polis Levensverzekering Conservatrix is gesloten via [geïntimeerde] met als ingangsdatum 1 juli 2008 (productie 11.34), terwijl er ook reeds een verzekering terzake levensverzekering liep bij Reaal van 1 november 2006 via [Adviesgroep] (productie 11.35), die reeds is beëindigd per 2 december 2009. Enige noodzaak voor het afsluiten van nog een dergelijke verzekering is niet gebleken evenmin als de noodzaak om alsdan te komen tot een beëindiging anders dan de aanwezigheid van een soortgelijke verzekering.
Het betreft derhalve twee overtredingen door [geïntimeerde].
14.4.8.
[cliënt 10].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zeven overtredingen.
Geen schending.Door toedoen van [geïntimeerde] is een uitvaartverzekering gesloten bij Monuta ingaande 1 januari 2010 voor twee personen (pagina 165 tot en met 168). Bij [Adviesgroep] liepen reeds een tweetal uitvaartverzekeringen bij Aegon vanaf 16 februari 2006 (productie 11.36). Niet blijkt dat die verzekeringen zijn beëindigd, zodat niet valt uit te sluiten dat die verzekeringen bestaan naast de door toedoen van [geïntimeerde] gesloten verzekeringen.
Schending
Door toedoen van [geïntimeerde] is op 11 januari 2010 een offerte verzocht bij NH verzekeringen (pagina 153 tot en met 163) voor een zogenaamde combiverzekering (gezinsongevallen, personenauto, inboedel, aansprakelijkheid particulieren en rechtsbijstand particulieren). Bij [Adviesgroep] liepen verzekeringen voor auto, gezinsongevallen, inboedel en aansprakelijkheid particulieren bij London (productie 11.37) alsmede een rechtsbijstandverzekering bij DAS (productie 11.38).
Het betreft derhalve vijf overtredingen door [geïntimeerde].
14.4.9.
[Adviesgroep].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] één schending.
Geen schending.
Het betreft hier de afkoop van een levensverzekering bij Aegon (productie 11.39). [geïntimeerde] heeft niet betwist dat dit document zich in zijn PC bij DG Verzekeringen bevond. Nergens uit blijkt dat voordien de betreffende verzekering liep via [Adviesgroep].
14.4.10.
IK Financiële diensten.
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] één schending.
Schending.
Via DG Verzekeringen wordt op 11 januari 2010 een offerte gedaan aan IK Financiële administratie BV voor een zakelijke motorrijtuigenverzekering (bestelauto [kenteken]) ingaande 28 juni 2010, welke offerte op 5 februari 2010 wordt geaccepteerd (pagina 172 tot en met 175). Voor diezelfde auto liep een verzekering vanaf 28 juni 2008 via [Adviesgroep] (productie 11.40).
Het betreft derhalve één overtreding door [geïntimeerde].
14.4.11.
[cliënt 11].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vijftien schendingen.
Geen schending.
Voor autoverzekeringen en voor rechtsbijstand bestonden geen verzekeringen bij [Adviesgroep]. Het twee keer noemen van een levensverzekering bij Conservatrix berust kennelijk op een misverstand.
Het hof ziet geen aanleiding om het opnemen van schade – naast de hierna te bespreken schending – als een aparte schending van het relatiebeding te beschouwen.
Schending
.
Door toedoen van [geïntimeerde] is een begrafenisverzekering gesloten op 4 november 2009 bij Monuta voor vier personen ingaande 1 december 2009 (pagina 191). Bij [Adviesgroep] liepen een drietal uitvaartpolissen van Axent (Nabestaandezorg).
[geïntimeerde] heeft op 10 februari 2009 bemoeienis gehad met het doen opzeggen van een viertal levensverzekeringen (productie 11.44). [Adviesgroep] stelt (en toont aan) dat deze verzekeringen via haar liepen (productie 11.45 en 11.46) en dat heeft [geïntimeerde] niet betwist. [geïntimeerde] wijst erop dat deze verzekeringen bij inlossing van de hypotheek na verkoop van het pand [adres] te [plaats] geen functie meer hadden, maar dat is een kwestie waarover hij zich met [Adviesgroep] had dienen te verstaan en dat heeft hij nagelaten.
[geïntimeerde] heeft bemoeienis gehad met de aanvraag op 2 november 2009 van een levensverzekering bij Conservatrix ingaande 1 december 2009 (zie pagina 193 tot en met 198). Bij ASR liep ook een levensverzekering onder nummer [nummer], die niet verpand was (productie 11.46) en daarmee hetzelfde doel had.
Door toedoen van [geïntimeerde] is op 9 november 2009 door [cliënt 11] een aanvraag voor een combipolis gedaan bij NH. Het betrof 2x een autoverzekering, een opstalverzekering, een inboedelverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering en een rechtsbijstandverzekering (pagina 183 tot en met 190). Bij [Adviesgroep] liepen verzekeringen voor aansprakelijkheid, inboedel en opstal (vanaf 1 oktober 2001) voor hetzelfde adres bij Klaverblad (producties 11.42 en 11.47)
[geïntimeerde] heeft derhalve elf keer het beding overtreden.
14.4.12.
[cliënt 12].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zeven overtredingen.
Geen schending
Op 29 januari 2010 is door toedoen van [geïntimeerde] en offerte uitgebracht voor een levensverzekering ten behoeve van [partner cliënt 12], de partner van [cliënt 12]. Deze partner had nog geen verzekering lopen via [Adviesgroep]. Dat er een autoverzekering was gesloten ten behoeve van [cliënt 12] via [Adviesgroep] is niet gebleken.
Schending
  • [geïntimeerde] heeft bemoeienis met het sluiten van een uitvaartverzekering bij Monuta waartoe op 29 januari 2010 een aanvraag is ingediend (pagina 208). Op dat moment liep er een verzekering bij Aegon NabestaandenZorg NV (later Axent) via [Adviesgroep] (productie 11.48) ten behoeve van [cliënt 12].
  • [geïntimeerde] heeft bemoeienis gehad met het aanvragen van een Combiverzekering bij NH (pagina 200 tot en met 207) op of omstreeks 15 januari 2010. Deze verzekering had betrekking op een personenauto, opstal, inboedel, aansprakelijkheid particulieren en rechtsbijstand. Via [Adviesgroep] liepen drie soortgelijke verzekeringen bij Londen (opstal, inboedel en aansprakelijkheid), die zijn beëindigd. Eén soortgelijke rechtsbijstand verzekering bij ARAG liep via [Adviesgroep] en is beëindigd (productie 11.50).
[geïntimeerde] heeft derhalve vijf keer het beding overtreden.
14.4.13.
[cliënt 13].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] twaalf overtredingen.
Geen schending
Door toedoen van [geïntimeerde] zijn drie verzekeringen gesloten bij Conservatrix en één bij Reaal als valt af te leiden uit de pagina’s 226 tot en met 250. De aanvraagformulieren zijn ingediend op 27 januari 2010. Bij [Adviesgroep] liep sedert 1 mei 2000 één soortgelijke verzekering (Stad Rotterdam), maar geen andere verzekeringen. In die zin zijn drie van de vier verzekeringen niet aan te merken als “vervangend”, hoewel de strekking van die andere verzekeringen nagenoeg dezelfde is.
Schending
  • Door toedoen van [geïntimeerde] werden twee uitvaartverzekeringen gesloten bij Monuta (aanvraag 15 januari 2010) pagina 219. Via [Adviesgroep] liepen bij Aegon NabestaandenZorg (productie 11.51) ook twee verzekeringen ten gunste van [cliënt 13] en zijn partner, welke verzekeringen premievrij zijn gemaakt.
  • Door toedoen van [geïntimeerde] wordt een Lijfrentespaarplan gesloten bij Conservatrix, getekend 25 januari 2010 (pagina’s 221 tot en met 224). Tegelijk liep er ook een verzekering via Stad Rotterdam/ASR via [Adviesgroep]. De waarde van deze verzekering is op 18 maart 2010 uitgekeerd aan Conservatrix (productie 11.52).
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is een Combipakket verzekering tot stand gebracht bij NH met een aanvraag gedateerd 15 januari 2010 (pagina’s 213 tot en met 218). De Combipolis had betrekking op een auto, een snorfiets, opstal, inboedel aansprakelijkheid particulieren en rechtsbijstand. Via [Adviesgroep] waren er ook verzekeringen voor de auto bij London (productie 11.53), de snorfiets bij Unigarant (productie 11.54) opstal, inboedel en aansprakelijkheid London (productie 11.55) en rechtsbijstand bij Arag (productie 11.56).
[geïntimeerde] heeft derhalve negen keer het beding overtreden
14.4.14.
[cliënt 14].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] drie overtredingen.
Geen schending
Via [Adviesgroep] liepen bij Ardanta een tweetal uitvaartverzekeringen, die per 1 mei 2009 beëindigd zijn (productie 11.57). De aanvraag voor een dergelijke verzekering bij Monuta is via [geïntimeerde] gedaan op 18 januari 2010, derhalve nadat de eerste verzekeringen reeds waren beëindigd.
14.4.15.
[cliënt 15].
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vijftien overtredingen.
Geen schending
  • Door toedoen van [geïntimeerde] (Davest) is een levensverzekering gesloten bij Delta Lloyd op 16 december 2008 (pagina 28 tot en met 31). Bij [Adviesgroep] liep nog niet een dergelijke verzekering.
  • Op 9 maart 2009 is een hypotheekofferte opgemaakt door bemoeienis van [geïntimeerde] (pagina 254 tot en met 266). Een hypotheek liep (nog) niet via [Adviesgroep].
  • Via [geïntimeerde] is met als ingangsdatum 5 september 2009 een uitvaartverzekering bij Monuta gesloten (pagina 268 en 269). Een dergelijke verzekering liep nog niet via [Adviesgroep].
  • Via [geïntimeerde] is een spaarplanverzekering aangevraagd op 8 oktober 2009 en gesloten bij Conservatrix (pagina 270 tot en met 277). Een dergelijke verzekering liep nog niet via [Adviesgroep]
  • Via [geïntimeerde] is nog een spaarplanverzekering aangevraagd op 13 oktober 2009 en gesloten bij Conservatrix (pagina 278 tot en met 281). Een dergelijke verzekering liep nog niet bij [Adviesgroep].
  • Via [geïntimeerde] is een woonlastenverzekering aangevraagd op 13 oktober 2009 bij Waerdevol (pagina 283 tot en met 285). Een dergelijke verzekering liep nog niet bij [Adviesgroep].
  • Door toedoen van [geïntimeerde] wordt op 26 januari 2010 een autoverzekering aangevraagd bij VCN (pagina 293 tot en met 296). Er liep al een verzekering bij Unigarant (productie 11.59) via [Adviesgroep] (destijds gesloten door toedoen van [geïntimeerde]), echter deze was reeds per 7 december 2009 geroyeerd (met verwerkingsdatum 15 januari 2010). Een toedoen van [geïntimeerde] is niet gebleken.
Schending
  • Door toedoen van [geïntimeerde] is op 26 januari 2010 een uitvaartverzekering aangevraagd bij Monuta (pagina 291 en 292) voor twee personen. Via [Adviesgroep] liep reeds een dergelijke verzekering bij de Gelderse Uitvaartverzekeringen (productie 11.58).
  • Door toedoen van [geïntimeerde] wordt op 25 januari 2010 een aanvraag ingediend voor een Combipolis Particulieren (pagina 286 tot en met 290). Deze omvat een gezinsongevallenverzekering, een doorlopende reisverzekering, een opstalverzekering, een inboedelverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering particulieren en een rechtsbijstandverzekering. Bij [Adviesgroep] liepen een woonhuis-, inboedel- en reisverzekering bij Unigarant (productie 11.60). Voor wat betreft aansprakelijkheidsverzekering én rechtsbijstand is niet duidelijk of deze ook reeds bij [Adviesgroep] liepen, nu stukken ontbreken.
[geïntimeerde] heeft derhalve vijf keer het beding overtreden.
14.4.16.
[cliënt 16]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vier overtredingen.
De Combipolis is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de offerte d.d. 12 januari 2010 (pagina 305 en 306 ). Het betreft verzekeringen van auto, inboedel, aansprakelijkheid, rechtsbijstand. Dergelijke verzekeringen liepen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties (11.61 (autoverzekering)en 11.63 (rechtsbijstandverzekering). [geïntimeerde] heeft derhalve vier keer het beding overtreden.
14.4.17.
[cliënt 17]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] één overtreding.
[geïntimeerde] heeft een garageverzekering d.d. 16 april 2009 afgesloten. Uit deze verzekering blijkt dat alleen een garagebox wordt verzekerd. Het betreft een nieuwe verzekering die niet eerder bij [Adviesgroep] liep (zie pagina 36 en 37). Dat vormt dus geen overtreding van het beding.
14.4.18.
[cliënt 18]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zeven overtredingen.
Dat de aanvraag van de Combipolis van 18 januari 2010 door toedoen van [geïntimeerde] is gesloten wordt door [geïntimeerde] niet betwist (pagina 308 t/m 313). Het betreft een auto-, bromfiets-, doorlopende reis-, rechtsbijstand-, opstal-, woonhuis-, inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering met verschillende ingangsdata. Met uitzondering van de auto-, bromfiets-, doorlopende reis- en rechtsbijstandverzekering liepen dergelijke verzekeringen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de productie 11.65 (woonhuis-, inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering).
[geïntimeerde] heeft derhalve drie keer het beding overtreden.
14.4.19.
[cliënt 19]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zeven overtredingen.
- De uitvaartverzekering bij Monuta is op 18 november 2009 door tussenkomst van DG Verzekeringen aangevraagd. Op het aanvraagformulier staan drie verzekerden vermeld (pagina 315 t/m 318 blauwe map). Uit productie 11.66 blijkt dat soortgelijke polissen ten aanzien van de drie verzekerden via [Adviesgroep] liepen. Dit vormt dus drie overtredingen van het beding.
- De Combipolis is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de aanvraag van 23 november 2009 (pagina 321 t/m 325). Het betreft verzekeringen van auto, inboedel, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Dergelijke verzekeringen liepen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties 11.67 (autoverzekering) en 11.68 (inboedel-, aansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering). Dit vormt dus vier overtredingen van het beding.
Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] zeven keer het beding heeft overtreden.
14.4.20.
[cliënt 20]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zeven overtredingen.
- De Conservatrix spaarloonregeling ingaande 1 maart 2010 is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (DG verzekeringen) zoals blijkt uit een aanvraagformulier van 26 januari 2010 (pagina 335 t/m 338). [geïntimeerde] heeft niet betwist dat hij deze verzekering heeft aangevraagd. Via [Adviesgroep] liep een soortgelijke polis bij Allianz met eenzelfde jaarpremie (productie 11.70). Dit vormt dus een overtreding van het beding.
- De Conservatrix levensverzekering ingaande 1 maart 2010 is aangevraagd op 25 januari 2010 door toedoen van [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) (pagina 339 t/m 341 ). [geïntimeerde] heeft niet betwist dat hij deze verzekering heeft aangevraagd. Een soortgelijke polis met een zelfde einddatum liep via [Adviesgroep] bij Reaal (productie 11.69). Dit vormt dus een overtreding van het beding.
- De Combipolis is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de aanvraag van 23 december 2009 (pagina 330 t/m 334 ). [geïntimeerde] heeft niet betwist dat hij deze verzekering heeft aangevraagd. Het betreft verzekeringen van auto, inboedel, aansprakelijkheid, reis en rechtsbijstand met verschillende ingangsdata. Dergelijke verzekeringen liepen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties 11.71 (autoverzekering), 11.72 (doorlopende reisverzekering), 11.73 (onder meer inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering) en 11.74 (rechtsbijstandverzekering). [geïntimeerde] heeft met betrekking tot deze polis vijf keer het beding overtreden.
Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] zeven keer het beding heeft overtreden. Niet van belang is dat [cliënt 20] zelf het kantoor van DG Verzekeringen heeft benaderd, nu evenzeer duidelijk is dat het ook dan [geïntimeerde] niet vrijstond [cliënt 20] bij te staan bij het doen beëindigen van de bij [Adviesgroep] lopende verzekeringen.
14.4.21.
[cliënt 21]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] één overtreding.
De Conservatrix levenpolis ingaande 1 april 2010 is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] als blijkt uit een aanvraagformulier van 21 januari 2010 (zie pagina 352 t/m 357 ). Echter, er is niet gebleken dat voor [cliënt 21] een dergelijke verzekering liep bij [Adviesgroep]. Dat vormt dus geen overtreding van het beding.
14.4.22.
[cliënt 22]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] drie overtredingen.
De offerte voor een uitvaartverzekering bij Monuta is op 11 december 2009 ingediend door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen). Hierbij is naast [cliënt 22] tevens [cliënt 10] als verzekerde opgenomen; de heer [cliënt 23] is verzekeringnemer en was geen relatie van [Adviesgroep] (pagina 363 en 364). Voordien liep er echter alleen ten aanzien van [cliënt 22] een uitvaartverzekering bij [Adviesgroep] (productie 11.75 ). Dit vormt dan slechts één overtreding van het beding en geen drie.
14.4.23.
[cliënt 24]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] zes overtredingen.
- De uitvaartverzekering bij Monuta is op 11 december 2009 door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) aangevraagd. Op het aanvraagformulier staan als verzekerden vermeld [cliënt 24] en [cliënt 25] (pagina 373 t/m 376 . Uit producties 11.76 en 11.77 blijkt dat soortgelijke polissen ten aanzien van [cliënt 24] en [cliënt 25] via [Adviesgroep] liepen. Dit vormt dus twee overtredingen van het beding.
- De Combipolis ingaande op verschillende data is gesloten door toedoen van [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de aanvraag van 17 december 2009 (pagina 368 t/m 372 ). Het betreft verzekeringen van auto, inboedel, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Met uitzondering van de rechtsbijstandverzekering liepen dergelijke verzekeringen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties 11.78 (autoverzekering) en 11.79. Hoewel uit productie 11.79 niet echt af te leiden valt welke verzekeringen het betreffen, erkent [geïntimeerde] dat het om een inboedel en avp-verzekering gaat.
Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] vijf keer het beding heeft overtreden.
14.4.24.
[cliënt 26]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] vijf overtredingen.
- De uitvaartverzekering bij Monuta is op 13 november 2009 door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) aangevraagd (pagina 385 t/m 387 ). Uit productie 11.80 blijkt dat een soortgelijke polis via [Adviesgroep] liepen. Dit vormt dus een overtreding van het beding.
- De Combipolis is gesloten door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de aanvraag van 24 november 2009 (pagina 380 t/m 384). Het betreft verzekeringen van auto, inboedel, aansprakelijkheid en rechtsbijstand met verschillende ingangsdata. Met uitzondering van de rechtsbijstandverzekering liepen dergelijke verzekeringen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties 11.81 (inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering) en 11.82 (autoverzekering). [geïntimeerde] heeft met betrekking tot deze polis dan ook drie keer het beding overtreden.
Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] vier keer het beding heeft overtreden.
14.4.25.
[cliënt 27]
[Adviesgroep] verwijt [geïntimeerde] veertien overtredingen.
Geen schending
De aanvraag voor een Interbankkrediet d.d. 5 januari 2010 is door tussenkomst van [geïntimeerde] (zoals door hem erkend) gesloten, maar voordien liep een dergelijk krediet niet via [Adviesgroep]. Dat vormt dus geen overtreding van het beding.
Schending
- De uitvaartverzekering bij Monuta is op 20 november 2009 door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) aangevraagd. Op het aanvraagformulier staan naast [cliënt 27] nog drie verzekerden vermeld (pagina 397 t/m 401 ). Uit producties 11.83 en 11.84 blijkt dat soortgelijke polissen ten aanzien van die vier verzekerden via [Adviesgroep] liepen. Dit vormen dus vier overtredingen van het beding.
- De Combipolis is gesloten door [geïntimeerde] (DG Verzekeringen) als blijkt uit de aanvraag van 29 december 2009 (pagina 389 t/m 396 ). Het betreft een gezinsongevallenverzekering, twee autoverzekeringen, bromfietsverzekering, doorlopende reisverzekering en woonhuis-, inboedel-, aansprakelijkheid- en rechtsbijstandverzekering met verschillende ingangsdata. Met uitzondering van de bromfietsenverzekering liepen dergelijke verzekeringen ook via [Adviesgroep] zoals blijkt uit de producties 11.85, 11.86 (autoverzekeringen), 11.87 (gezinsongevallen-, woonhuis, inboedel, aansprakelijkheid- en rechtsbijstandverzekering) en 11.88 (doorlopende reisverzekering). [geïntimeerde] heeft met betrekking tot deze polis acht keer het beding overtreden.
-
Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] het beding twaalf keer heeft overtreden.
14.5.
Een optelling van deze overtredingen leert dat [geïntimeerde] het betreffende relatiebeding meer dan 100 keer heeft geschonden. [Adviesgroep] vordert een boete van € 2.268,50 per overtreding, hetgeen neerkomt op een bedrag van tenminste € 226.850,-. [Adviesgroep] heeft in haar memorie na enquête haar vordering beperkt tot een bedrag van € 100.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 november 2012. Om verdere matiging van dit bedrag is door [geïntimeerde] niet verzocht, zodat het hof dit bedrag zal toewijzen. Het hof verstaat de wijziging van eis als door [Adviesgroep] geformuleerd in de memorie na tussenarrest aldus dat ingeval het gevorderde bedrag van € 100.000,- wordt toegewezen aan boetes dan niet ook nog de vordering tot schadevergoeding behoeft te worden toegewezen. Voor zover [Adviesgroep] anders heeft bedoeld wordt verwezen naar hetgeen hiervoor is overwogen onder rov. 14.3.
14.6.
Dit alles leidt ertoe dat het vonnis waarvan beroep als in conventie gewezen zal worden bekrachtigd voor wat betreft de aan [Adviesgroep] opgelegde betalingsverplichting jegens [geïntimeerde] zoals reeds is overwogen onder rov. 8.2.13 tot en met 8.2.15. in het tussenarrest van 13 december 2011.
Het vonnis zal echter worden vernietigd met betrekking tot het oordeel van de kantonrechter over de geldigheid van het beding als bedoeld in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst, een en ander als overwogen in rov. 8.3. tot en met 8.3.3. van het tussenarrest van 13 december 2011.
Daaraan doet niet af dat het hof een verklaring voor recht zal geven dat [Adviesgroep] aan het beding als bedoeld in artikel 12 b van de arbeidsovereenkomst niet is gebonden als overwogen in rov.8.3.7. van het hiervoor genoemde tussenarrest. Het bestreden vonnis als gewezen in reconventie dient eveneens te worden vernietigd onder toewijzing van een bedrag van € 100.000,- als hiervoor aangegeven.
14.7.
De proceskosten tussen partijen zullen worden gecompenseerd, zowel in eerste aanleg als in het hoger beroep.

15.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover in conventie gewezen uitsluitend voor zover het betreft de verklaring voor recht en de proceskostenveroordeling en voor zover in reconventie gewezen volledig ;
en doet opnieuw recht:
in conventie:
verklaart voor recht dat [geïntimeerde] niet gebonden is aan het in artikel 12 onder b van de arbeidsovereenkomst vastgelegde concurrentiebeding;
bekrachtigt het in conventie gewezen vonnis voor het overige;
in reconventie:
veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan [Adviesgroep] van een bedrag van € 100.000,- aan boetes, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 november 2012;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in conventie en reconventie:
compenseert de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. Chr. M. Aarts, M.J.H.A. Venner-Lijten en M. van Ham en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 juni 2015.
griffier rolraadsheer