Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Stichting Allee Wonen, waarbij de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning aan de orde zijn. De rechtsvoorgangster van Allee Wonen verhuurde sinds 1996 een woning aan [huurder], en in 1998 werd een nieuwe huurovereenkomst gesloten met [huurder] en [appellant]. In deze overeenkomst was bepaald dat de woning uitsluitend in gebruik mocht worden genomen door [huurder] en [appellant]. Na de beëindiging van de relatie tussen [huurder] en [appellant] bleef laatstgenoemde in de woning wonen. Allee Wonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, omdat [appellant] in 2010 de woning in gebruik had gegeven aan een vriend, wat in strijd was met de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde in eerste aanleg dat de huurovereenkomst ontbonden moest worden en [appellant] moest ontruimen. [appellant] ging in hoger beroep, maar het hof bevestigde de uitspraak van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat de tekortkoming van [appellant] in de nakoming van de huurovereenkomst de ontbinding rechtvaardigde, en dat zijn woonbelang niet zwaarwegend genoeg was om de ontbinding te voorkomen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.