In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een geïntimeerde in een civiele procedure. De zaak betreft de vraag of de appellant, die zich beroept op een schuldbekentenis, voldoende bewijs heeft geleverd dat de handtekening van de geïntimeerde op deze akte authentiek is. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin deskundigen zijn benoemd om de handtekeningen te onderzoeken. De deskundige, drs. P.L. Zevenbergen, heeft geconcludeerd dat de kans groot is dat de handtekening van de geïntimeerde authentiek is. Het hof heeft de bevindingen van de deskundige overtuigend geacht en heeft geoordeeld dat de handtekening op de schuldbekentenis van de geïntimeerde is. De geïntimeerde heeft echter betoogd dat de akte vals is, maar het hof heeft geoordeeld dat dit verweer niet voldoende onderbouwd is. Het hof heeft de geïntimeerde toegelaten tot tegenbewijs, wat betekent dat hij de mogelijkheid heeft om bewijs te leveren dat de handtekening niet authentiek is. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere procedurele stappen, waaronder het horen van getuigen. De uitspraak is gedaan op 27 januari 2015.